Een corrector zorgt ervoor dat er geen taalfouten in een tekst staan. Een corrector is daarmee onmisbaar voor iedere organisatie die iets met tekst doet. Verwant aan de corrector is de eindredacteur. Hij controleert een tekst inhoudelijk, maar is eveneens getraind in het spotten van fouten. Je zou denken dat in deze tijd van gratis online snack-nieuws papieren kranten hoog inzetten op taal. Zo kunnen ze zich immers als kwaliteitsproducten onderscheiden van digitale uitgaves. Bizar genoeg gebeurt dit echter eerder andersom.
Onlangs schreef Piet Bakker een opmerkelijk blog over de corrector. Hij deed een kleine inventarisatie en constateerde dat alleen de Volkskrant, het Nederlands Dagblad, het Reformatorisch Dagblad, 360 Magazine en Audax (Weekend) nog werken met correctoren. Bakker nam zijn eigen krant, het Noordhollands Dagblad onder de loep en vond een huiveringwekkende reeks taal- en stijlfouten. Terecht merkte hij op dat hij daar geen €300 per jaar voor wil betalen.
Als een student een werkstuk inlevert vol taalfouten, betekent dat meestal dat hij te slordig is geweest en te weinig tijd heeft genomen om zijn werk na te lezen. Als een uitgever een krant aflevert vol taalfouten, betekent dat evenzeer dat hij dit onderdeel niet belangrijk achtte. Een uitgever die taal niet serieus neemt, is geen uitgever maar een papierhandelaar. Het maakt dan niet uit hoe hard journalistieke mastodonten prediken over hun onmisbare kwaliteit. Als de lezer dit niet terugziet, zijn zulke pleidooien niets meer dan hoogdravende stukjes gebakken lucht.
Bezuinigen op taal is een onbegrijpelijke overweging van kranten die desalniettemin past in langer rijtje onbegrijpelijke overwegingen – zoals denken dat internet wel overwaait. Hoe komen kranten daarbij? Piet Bakker verwijst naar een drie jaar oud artikel op De Nieuwe Reporter, waarin Bas Timmers betoogt dat de eindredacteur overbodig is in het digitale tijdperk. Hij stelt dat kwaliteit geld kost en dat een directie in een neergaande markt daar geen zin heeft.
Op het eerste gezicht klinkt dat logisch. Op het tweede gezicht ontzettend dom. Als er minder vraag is naar je product, moet je het natuurlijk niet evident slechter gaan maken. Uiteraard kun je klakkeloos gaan bezuinigingen en hopen dat de crisis snel voorbij is. Maar een slimme ondernemer zorgt dan juist dat zijn product meer onderscheidend wordt. Schaarste is een relatieve term.
Timmers meent dat journalisten hun stukken foutloos zouden moeten inleveren. Hij heeft duidelijk nooit eindredactie gedaan, anders wist hij wat voor lachertje dat was. Niet omdat journalisten slecht met taal zijn, maar omdat vrijwel iedereen over zijn eigen fouten heen leest. Een eindredacteur is onmisbaar; een corrector broodnodige luxe. Beiden doen ze werk dat onzichtbaar is als het goed gebeurt, wat waarschijnlijk ook precies de reden is waarom Timmers hen zo makkelijk op straat zet.
Blijkbaar hebben kranten (met uitzondering van bovengenoemde voorbeelden) toch naar hem geluisterd en vinden zij het niet zo erg dat er tik- en spelfouten in hun product staan. Dat mag natuurlijk, maar het is opmerkelijk om te zien dat juist digitale uitgevers voor een radicaal andere koers kiezen. Online zijn eindredacteuren de eersten die betaald worden.
Er zijn heel veel afgestudeerden die iets met journalistiek, media en communicatie hebben gedaan en die graag willen schrijven – desnoods ook gratis. Maar iemand die koppen kan maken, stukken kan plaatsen in een contentmanagementsysteem en oog heeft voor d’s en t’s is veel zeldzamer. Een blog dat volstaat met taalfouten neemt niemand serieus. Zo’n site wordt direct weggezet als amateuristisch broddelwerk en dus is er werk voor eindredacteuren.
De les voor journalistieke wannabe’s is daarmee simpel. Natuurlijk kun je je – net als al je medestudenten – volop richten op het worden van een merk of DJ. Veel slimmer is het om je te profileren als taalnazi. Ontleed een journalistiek medium op taalfouten. Stuur een overzicht van je bevindingen naar de hoofdredacteur. Bied vervolgens je diensten aan voor een scherp tarief en voilà, je verdient geld met journalistiek werk.