Afgelopen week was het Islamitische offerfeest. Ik hou me niet echt bezig met religieuze feesten, op de eerste dag kan ik er in mijn buurt nooit omheen. Voor mijn deur zie ik dan een volksoploop van Marokkaanse mannen bij een vrachtwagen vol dode schapen. Ze staan meestal in de weg of zelfs midden op de weg in Amsterdam Oost. Niet echt een fris gezicht, als je gewend bent aan de voorverpakte, tot eetbaar product gereduceerde dieren bij de Albert Heijn.
Dus was ik blij dat ik deze keer een leuke, zeg maar aantrekkelijke kassière in traditionele Marokkaanse galajurk bij de Appie koekjes uit zag delen om het Offerfeest met de buurt te vieren. Door een van de moeders gebakken en even smakelijk en appetijtelijk als het meisje zelf. Voor mij de perfecte aanleiding eens een positief verhaal te vertellen over dit feestelijk evenement na alle bagger die mijn buurtbewoners de laatste jaren te verduren kregen.
Het leek mij eerlijk gezegd best gezellig Geert Wilders met zo’n verhaaltje op de kast te krijgen. Een paar jaar terug werd hij al witheet van theedrinken van Job Cohen met Marokkanen, dus wat zou er wel niet voor woedende tweet komen als hij hoorde dat Marokkanen nu ook al zoete koekjes voor het offerfeest bij de oerHollandse Albert Heijn uitdelen? Het moest toch niet gekker worden? Dit koekje van andermans deeg heb ik niet uit kunnen delen. Het meisje wilde best poseren voor de foto, voor een positief artikel voor ThePostonline had ze eerst toestemming van haar ouders nodig. Ik zag haar in elkaar krimpen bij de idee dat er iets over haar actie in een publicatie zou komen, en dat lag aan de opvattingen van die ouders. Die waren nogal streng zei ze, plus ze had ‘ook nog broers’. Helemaal niets meer gehoord van haar.
Van mij mogen Marokkanen best een keertje klagen dat zij en de Islam altijd maar negatief in het nieuws komen. Dat houdt wel op als ze opties voor positief nieuws bewust dwarsbomen. Ga dan maar lekker schapen eten onder elkaar, maar hou op met klagen over Geert Wilders. Je hoeft het niet met Wilders eens te zijn, op zijn manier is hij toch een bekwame circusartiest die zijn winkeltje altijd maar weer op clowneske manier in de spotlights van de Arena weet te krijgen. Hij is een dompteur van de publieke opinie waar geen Nederlandse imam tegen op kan zingen.
Je krijgt vaak meer applaus bij het bevestigen van clichés, dan bij het doorbreken van taboes, dus wilde ik dan maar een stukje over toeristen in de Damstraat doen. Die grenst aan de Dam, daar is het nu kermis. Aan het begin van de Damstraat staat een enorme houten klomp, helemaal Hollands, groter dan de boekenkist waar Hugo de Groot op slot Loevestein in 1621 zijn Houdini act mee uitvoerde. Ik sprak een nette dame aan, zo’n advocatenkantoortype, eigenlijk was ze domweg een sexbom van een jaar of dertig. Reden genoeg haar aan te spreken. Ik stelde de standaardvraag: ‘Where are you from?’.
Uit Turkije dus, uit Smyrna, waar onze Sinterklaas vandaan komt. Haar man, ook al zo’n zakenman achtig figuur stond er naast. Hele leuke mensen, ze hadden een week vakantie ‘vanwege het Islamitische offerfeest’ en volgens het koppeltje waren er daarom heel veel Turkse toeristen in de stad. Ze deden een toertje Amsterdam, Luxemburg, Parijs. ‘En wat gaan jullie in Amsterdam dan bezoeken?’, vroeg ik. ‘Sightseeing’, zei ze. Vandaag was de bedoeling het ‘Red light District’ te bezoeken. Dat was heel bekend in Turkije. Offerfeest op De Wallen dus, langs de rode ramen van de hoeren. Blowen wilden ze misschien ook proberen, de man vroeg me wel met enige zorg of dat niet gevaarlijk was. En de volgende ochtend ging het hele Turkse gezelschap naar Volendam .
Mail de schrijver Egbert Born voor reacties.