Het is 25 november 2020. De wind waait in deze kille herfst weer als vanouds door de bomen en de Sinterklaaskoorts stijgt bij menig kind. Sinterklaas gaat geruisloos van huis naar huis en laat zich daarbij helpen door zijn trouwe pieten. Geen zwarte pieten, maar blauwe, gele, roze, paarse en andere kleurrijke pieten. De initiatiefnemers van ‘Zwarte Piet is racisme’ hebben de intocht van Sint en zijn Kleurrijke Pieten – die voortaan vrij zijn van enige verwijzing naar het koloniale verleden van ons Koninkrijk – dit jaar met genoegen bekeken. Hun strijd lijkt gestreden.
Maar de prijs die ze voor hun overwinning hebben betaald, is hoog geweest. Misschien wel te hoog. De intolerantie van zogenoemde ‘autochtonen’ ten opzichte van de zogeheten ‘allochtonen’ is groter dan ooit. De polarisatie in de multiculturele Nederlandse samenleving is zichtbaar en voelbaar in elke stad. Dat had in 2013 voorkomen kunnen worden. Niet door vrij oppervlakkig onder het mom van ‘racisme’ zwarte piet weg te pesten, maar door een burgerrechtenbeweging te initiëren.
Een burgerrechtenbeweging? Was dat niet die club van die dromende Amerikaanse dominee, Martin Luther King? Jazeker, maar burgerrechtenbewegingen hebben wereldwijd een bredere en meer diepgaande betekenis dan het slechten van interraciale kloven. Een burgerrechtenbeweging ziet toe dat alle grondrechten van burgers, zoals vastgelegd in de Grondwet, ook in de praktijk worden nageleefd. Grondrechten als het recht om als Nederlandse homo niet gediscrimineerd te worden, het recht als vrouw om van het actief en passief kiesrecht gebruik te maken, de vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid of het recht op privacy. Zodra die grondrechten door wie of wat dan ook worden bedreigd, komt de burgerrechtenbeweging in opstand. Dat doet die beweging principieel op een niet-gewelddadige, constructieve manier door het bespelen en beïnvloeden van de politiek en de publieke opinie of in het uiterste geval langs de gerechtelijke weg.
Een brede burgerrechtenbeweging die zich bekommert om alle type grondrechten van alle type Nederlanders bestaat helaas niet, maar op deelgebieden is ze zeker aanwezig. Neem de stichting ‘Bits of Freedom’ die opkomt voor internetvrijheid en privacy. Deze burgerrechtenbeweging bestaat bij de gratie van donaties van particulieren, fondsen en bedrijven en hoeft op geen cent van Vadertje Staat te rekenen. Precies zoals onze premier Rutte dat wenst als hij spreekt van de “participatiesamenleving”. Datzelfde geldt ook voor het Platform Bescherming Burgerrechten, een initiatief van het Humanistisch Verbond.
Helaas zijn andere burgerrechtenbeweging de facto instituten die wél afhankelijk zijn van overheidssubsidies, zoals het College voor de Rechten van de Mens, het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis of het landelijk expertisecentrum discriminatie Art.1. Die overheidsafhankelijkheid van burgerrechteninstituten beperkt hun mogelijkheden om de kracht van burgers in te zetten en te mobiliseren in het verdedigen van hun grondrechten. Het kan ook hun onafhankelijkheid beperken en hun continuïteit bedreigen door politiek-bestuurlijke willekeur.
Naast de burgerrechtenbewegingen en –instituten zijn er ook nog tal van belangenverenigingen voor homo’s, chronisch zieken en gehandicapten, ouderen, Surinamers, Turken, Marokkanen et cetera. Al deze belangenverenigingen en zogeheten inspraakorganen zetten zich impliciet of expliciet in voor het beschermen van burgerrechten van hun achterban. De versnippering van alle verschillende burgerrechtenbewegingen , burgerrechteninstituten en belangenverenigingen draagt naar mijn idee niet bij aan hun algehele effectiviteit. Dit land en deze samenleving heeft dringend behoefte aan een brede burgerrechtenbeweging – zie het als een koepel of platform – die slagvaardig de grondrechten van alle burgers kan verdedigen. Een brede burgerrechtenbeweging die zich bekommert om het lot van welke minderheid dan ook en namens hen de dialoog op een gestructureerde en positief-kritische manier aangaat met politiek en maatschappij. Een brede burgerrechtenbeweging die de verbinding tussen alle minderheden in dit land zoekt, respect heeft voor de diversiteit in onze pluriforme samenleving en de grondrechten van alle Nederlanders op een vertrouwenwekkende manier beschermt.
Die burgerrechtenbeweging mis ik in de huidige maatschappelijke discussie over zwarte piet. Een discussie die enkel tweestrijd zaait en culturele polarisatie zal oogsten. Door enerzijds landgenoten die het Sinterklaasfeest traditioneel vieren af te schilderen als “racisten” en anderzijds Nederlanders die kritische vraagtekens plaatsen bij de symboliek van zwarte piet te kwalificeren als “zeurpieten die terug moeten naar Afrika” heeft ons maatschappelijk klimaat in recordtempo een onaangenaam karakter gekregen. Volwassenen die langdurig en publiekelijk met elkaar ruziën over de ruggen van onschuldige kinderen die ongewenste flarden van het aanhoudende debat meekrijgen. Om deze impasse te doorbreken en toekomstige debatten als deze te voorkomen, kan de brede burgerrechtenbeweging niet vroeg genoeg beginnen. Op mijn persoonlijke en financiële bijdrage kan zo’n beweging bij voorbaat rekenen.
Dave Ensberg-Kleijkers (29) is bestuurskundige, actief CDA-lid en oud-voorzitter van Art.1