Het hangt wellicht van de situatie af wat voor soort politicus het beste functioneert. Syrië heeft nu diplomatie nodig, overleg, een fluwelen handschoen, tact, voorzichtigheid, noem maar op. Stuur zoveel mogelijk Job Cohens naar Syrië. Laat ze daar thee drinken tot er geen zakjes meer te krijgen zijn, laat ze praten en lijmen en polderen tot iedereen daar een ons weegt. Elk slachtoffer minder is er één. Nederland zit echter met een geheel andere situatie. En die vraagt dus ook om een heel andere aanpak.
De problemen die nu spelen in ons land hebben te maken met verregaande slapte in het recente en iets minder recente verleden. Omdat men inmiddels decennia lang niet krachtdadig heeft durven optreden tegen bandeloze immigratie, uitkeringsmisbruik en het misdragingen van opstandige medelanders, om ondertussen ook nog eens een zich volledig misdragend financieel systeem de hand boven het hoofd te houden, zitten we nu met gebakken peren voor een compleet weeshuis. Er blijkt her en der grote behoefte aan iets of iemand aan het bewind met kracht, een harde hand, doortastendheid. Menigeen krijgt tegenwoordig visioenen van een orde op zaken stellende generaal met een sigaar in zijn mond, die dol is op de geur van napalm in de ochtend.
Maar is die wel beschikbaar?
Sinds de uitvinding van de voorbehoedsmiddelen – in wezen nog maar heel kort geleden – heeft de vrouw haar handen vrij en is zij onstuitbaar in opkomst. En het zou wel eens kunnen dat zij nu in staat is een stuk krachtiger op te treden dan de hedendaagse man, die sinds die voorbehoedsmiddelen aan chronische en progressieve slapte lijkt te lijden. Is het immers niet zo dat tegenwoordig in elk gezin de vrouw de ‘strenge’ is en de man de ‘softe’? In de jaren vijftig van de vorige eeuw was dat echt andersom. Een teken aan de wand.
We leven in de westerse wereld in het tijdperk van de vrouw, zij is het die nu het momentum van aanpakken heeft, terwijl de man aan het leren is dat de bevrediging van het ego niet het heilige alles is en ‘zorgen voor’ ook zijn charmes heeft. Al is het maar omdat zijn leven dan langer is en rustiger verloopt.
Niks mis mee allemaal, maar het zijn wel complicerende factoren. Gezien het feit dat bijna overal nog steeds de mannen aan de macht zijn.
Hoewel de enige vrouw die iets echt betekent in de wereld, Angela Merkel, het op het gebied van de vluchtelingen even heeft laten afweten – Wir schaffen dass riep ze heel stoer en politiek correct, tot teleurstelling van velen en met alle ellende van dien – was zij toch jarenlang het toonbeeld van kracht en rust. Zij kan Poetin aan, zo lijkt het, en dat wil toch wel wat zeggen.
In de VS is Hillary Clinton in opkomst en als zij het niet redt straks, dan wordt het na acht jaar Trump – als de wereld dan nog bestaat – de eerstvolgende serieuze vrouw die een serieuze poging waagt. De eerste vrouwelijke president van de VS komt er aan.
Om de mannen nou niet meteen in hun eigen badwater te verzuipen en omdat de waarheid in een democratie nou eenmaal altijd in het midden ligt, is natuurlijk een samenwerking van de twee krachten het beste. We zouden daarom ook nog kunnen overwegen eens een keertje twee ministers-presidenten kiezen: een man en een vrouw.
En de taakverdeling wordt dan dus ingevuld naar de geest van de tijd: de man praat, sust en nuanceert, zijn vrouwelijke collega slaat met de vuist op tafel als dat nodig is en laat te pas en niet te onpas de ME uitrukken. En dan samen, in het torentje en de late uren van de nacht, overleggen ze wanneer ze het één te doen en wanneer het ander. Eenieder die langs het Binnenhof fietst en het licht daar nog ziet branden, zal ontroerd naar boven kijken. Papa en mama zijn aan het regeren.
De kinderen kunnen rustig slapen.