Mijn literatuuragent Paul Breitner is overleden. Het kwam niet als een verrassing. Dat hij ongeneeslijk ziek was wist ik sinds een aantal weken van zijn rechterhand Bennie Uit Zweden, die mij regelmatig belde om te vertellen hoe het met de gezondheid van Paul ging.
De laatste week ging het steeds slechter. ‘Me maat Paul leg op sterrefe, hij hep nou kankah over ze hele lijf,’ zei Bennie precies een week geleden in zijn plat Haagse accent. Bennie woont al jaren in Stockholm, waar hij voor veel geld zorgt dat de schrijvers van Paul Breitner de Nobelprijs voor de literatuur ontvangen, toch blijft hij in zijn gesprekken de Haagse jongen die hij vroeger was.
Ik wilde Paul graag bezoeken, je bouwt toch een band op met iemand aan wie je zo veel geld hebt overgemaakt, maar Bennie vertelde mij dat Paul ‘ergens in het buitenland leg’ en uitsluitend zijn Tunesische vrouw en Bennie aan zijn bed wilde.
Een paar dagen geleden belde Bennie laat in de avond op, ik hoorde aan zijn stem dat het ernst was.
‘Luister pik, het ken nou niet lang meer dure, me maat ken bijna niet meer prate.’
Ik vroeg hem de Tunesische vrouw van Paul even aan de telefoon te krijgen. Nog nooit had ik haar gesproken, het leek mij een goed moment om haar te vertellen wat Paul voor mij betekende.
‘Dat gaat effe niet lukke, ze zit alenig maar te janken hiero,’ antwoordde de man die zichzelf ‘The road to Stochholm’ noemt. ‘Maar luister, Hans. Paul hep net ze laatste wil uitgesproke, en dat gaat over jou.’
‘Ik heet Marc,’ probeerde ik nog. Maar ik wist dat het zinloos was. Paul en Bennie noemden mij om onverklaarbare reden Hans, en zelfs mijn gezinsleden begonnen mij zo te noemen.
‘Luister maat, Paul ze laatste wil staat hiero op een brieffie. Ik gaat het voorlezen aan jou.’
Bennie schraapte zijn keel en begon te lezen met de snelheid van een zesjarig kind. ‘Hierbij verklaart ik, Paul Breitner, dat me laatste wil is dat de beste schrijver van mij, Hans Poorter, de grote schrijfprijs uit Zweden krijg. In september 2014 krijg hij 1 miljoen op ze rekening gestort. Hiervoor mot hij nu direk 650.000 euro overmaken op rekening 45.65.34.876 op naam van Bennie Uit Zweden met vermelding “bevoorschotten schrijfprijs”. Dan krijg hij op zeker die prijs. Was getekend, Paul Breitner.’
Bennie vroeg me om het geld direct over te maken. Natuurlijk deed ik dat. Ik vertrouwde Paul, ik was er trots op zijn laatste wil uit te voeren.
Gisteren ontving ik deze brief van Paul:
Beste Hans Poorter,
Als je deze brief ontvangt ben ik overleden. Ik voel de behoefte jou wat te vertellen over wie ik ben, en wat mijn beweegredenen zijn. Ik heb jou altijd een fatsoenlijk mens gevonden, en je kwam je betalingsverplichtingen prima na.
Mijn echte naam is Joop Hoornbach. Mensen noemen mij een oplichter. Zelf zie ik dat anders – ik voorzie in de behoefte van de mens om zich gelukkig te voelen.
Alles begon op de dag dat mijn beste vriend Bennie mij in de kroeg op de voordelen van facebook wees. Hij hield mij voor dat ik op facebook heel veel geld kon verdienen. We verzonnen een naam en ik ging aan de slag. Het ging zo makkelijk, Hans. In een paar weken tijd had ik honderden vrienden. Ik las zo’n trieste status als ‘kopje koffie, daarna stofzuigen’ en ik reageerde met ‘jij hebt talent, ik ga je groot maken’.
Bijna direct kreeg ik van zo’n droomloze huisvrouw met een man die zich sufneukt op de hockeyclub een bericht terug in mijn inbox. ‘Denkt u echt dat ik kan schrijven?’
Ik hield de vrouwtjes voor dat ik ze groot kon maken, dat hun carrière nu pas begonnen was, dat ze een beroemde schrijver zouden worden. Met een paar beloftes kwamen ze al snel financieel over de streep. Noem De Wereld Draait Door, Pauw & Witteman, het Boekenbal, en internetbankieren wordt opgestart.Met de flair van een man die de literaire wereld op zijn duimpje kent hield ik de aspirant-schrijvers voor dat een boek uitgeven niet goedkoop was. Een beetje uitgever zoals Harry Mulisch vraagt al snel 80.000,- om een roman uit te geven, bij Pauw & Witteman zitten kost tegenwoordig zo’n 40.000,- voor tien minuten aandacht. De mensen vonden het allemaal prachtig, kregen een beroemdheidswaas voor hun ogen en betaalden mij uit de opbrengst van hun huizen, de voorschotten op hun erfenissen en de afkoop van hun pensioenen. Mijn klanten gingen in kelderboxen aan hun grote roman werken, die hun leven zin zou geven, die hun tot de mythische status van schrijver zou verheffen.
In acht maanden tijd had ik bijna zestien miljoen euro verdiend. Dat mijn klanten geen talent hadden en nooit een boek zouden uitgeven knaagde niet aan mij. Ik zag gelukkige mensen voor mij. Vrouwen van boven de veertig die na het opvoeden van hun kinderen weinig meer te dromen hadden dan te hopen dat hun partners weer eens op vrijdag met een bloemetje van het tankstation thuiskwamen, bloeiden op en zagen weer een toekomst. Mannen die het grijze kantoorleven hoopten te ontvluchten door schrijver te worden. Schrijver zijn! Zo er iets in het leven gelukkig maakt, is het schrijver zijn!
Als ik op vrijdagmiddag in het vliegtuig zat om naar mijn huis in Marbella te gaan, keek ik met tranen van ontroering naar beneden. Verspreid over het land zaten mijn schrijvers in hun kelderboxen te werken aan hun grote roman. Ik gaf ze hoop in hun uitzichtloze leven, ze bloeiden op, werden gelukkig. Hun leven kreeg zin, want ze kregen eeuwigheidswaarde in een paperback ter waarde van 19 euro. Het afglijdende leven dat zich uitsluitend nog in zielloze statussen op Facebook profileerde, werd een leven dat omhoog klom, naar de top van geluk: het winnen van de Nobelprijs van de literatuur.
Ik werd aanbeden, ik was hun agent, de man die dagelijks met A.F.Th bij La Rive zat, die wekelijks naar New York vloog om met Arnon Grunberg te praten. Ik was ‘the key tot succes’, het leek er verdomme op dat ik het zelf ging geloven.
Op het Boekenbal ging het mis. Dankzij een vals toegangsbewijs kwam ik binnen in het ‘warme nest’. Maar ik voelde mij extreem eenzaam. Ik zag de bekende schrijvers die me voorbij liepen. Ze lachten, dronken champagne en spraken met elkaar over de verkoopsuccessen van hun boeken. Hans, successen waar ik niets mee te maken had. Ik liep door de gangen van de schouwburg en na een paar uur had ik geen woord gewisseld met iemand. Aan het eind van de avond stapte ik in de natte sneeuw op mijn fiets en reed wat door de stad. Nog nooit voelde ik me zo eenzaam. In een louche tent heb ik mijn frustraties afgereageerd op een Thaise hoer. Ik heb haar geslagen en ik drukte mijn peuken uit op haar rug terwijl ik haar neukte. Dat voelde even goed. Maar toen ik thuiskwam en op Facebook de foto’s van lachende schrijvers en redacteuren op het Bal zag, voelde ik de pijn.
Toch ging ik door. Het was verslavend omdat het zo makkelijk ging. Iemand plaatste op Facebook de status ‘slaapmutsje#truste’ en ik wist dat ik tonnen ging verdienen. Maar ik voelde er niets meer bij. Steeds meer moeite kreeg ik om statussen te verzinnen die gingen over mijn wandelingen met A.F.Th. of mijn diners in La Rive met Maarten ’t Hart. Uiteindelijk plaatste ik niets meer, ik keek alleen nog maar naar de updates van mijn ‘schrijvers’ die droomden over het winnen van de Ako. Toen ik s nachts, op het moment dat ik dronken was, aan iedereen berichten stuurde met ‘ik hou van jou’ wist ik dat het afgelopen was. De stekker moest eruit. Geen key tot succes meer op Facebook.
De kanker was mijn besluit om te stoppen voor. ‘Spijtkanker’ noemde Bennie het. Het zal wel zo zijn, want ik héb spijt. Spijt van al die tonnen spaargeld die ik de mensen heb afgenomen, geld dat ik heb verspild in dure hoerententen en gokpaleizen. ‘Maar jij mot geen spijt hebbe,’ zei Bennie steeds. ‘Je hep de mense korte tijd geluk gegeve, en dat is ze geld waard.’
Je zult je afvragen waarom ik dit aan jou vertel, Hans. Eigenlijk ben jij de enige die ik op facebook ontmoet heb bij wie ik echt talent zag. Jij bent een echte schrijver, iemand die prachtige boeken gaat schrijven en grote prijzen gaat winnen. Dit meen ik echt, ik wil tegen jou niet liegen, want ik zie je inmiddels als een vriend. Jij bent de enige die ik nog wil helpen.
Ik heb groot nieuws voor je. Jij gaat een heel grote prijs winnen in september 2014. De grootste prijs in de literatuur. Bennie zal je vragen 650.000,- euro over te maken op zijn rekening, of heeft dat inmiddels gedaan. Dat is veel geld, maar zie het als een bevoorschotting op het prijzengeld van één miljoen euro! Lieve Hans, probeer het te regelen. Ga je familie langs en vraag ze om geld, ze krijgen het in september terug! Zorg dat je het binnen een week overmaakt, dan krijg jij de garantie dat je die prijs krijgt. Het is niet alleen snel geld verdienen, het is in één klap wereldberoemd worden.
Hans, ik gun jou dit. Jij doet ertoe. Jij hebt talent. Hou je telefoon in de gaten. Bennie uit Zweden is calling!
Dit was het, lieve Hans. Ik hoop van harte dat jij een grote toekomst tegemoet gaat. Doe je lieve vrouw Simone, of hoe heet ze, de groeten van mij. Ook zij is een groot schrijver, heel groot. Boekenbal, DWDD, P&W, alles. Geluk. Schrijver zijn, eeuwigheidswaarde, toekomst, geld, alles, alles alles. Ik huil.
Liefs,
Je Paul