Vijf decennia na zijn dood blijft John F. Kennedy tot de verbeelding spreken. Hoewel er nog steeds vragen bestaan over de ware toedracht van de moord op 22 november 1963 – vijftig jaar geleden – is het meeste over zijn leven genoegzaam bekend. Misschien met uitzondering van de periode dat Kennedy als begin twintiger eind jaren dertig vele maanden doorbracht in Europa. Daar zag hij hoe de massa in verschillende landen afrekende met de liberale democratie. Ook anno 2013 is democratie in Europa geen vast gegeven en zijn de observaties van de jonge JFK driekwart eeuw later nog steeds relevant.
In maart 1940 rondde de drieëntwintigjarige John F. Kennedy zijn studie aan de Harvard universiteit af met de scriptie “Appeasement at Munich”. De scriptie werd al snel gepubliceerd als boek. ”Why England Slept” werd een groot succes en vertelt over het onvermogen en de onwil van de Britse democratie eind jaren dertig om op tijd het gevaar van Nazi-Duitsland aan te pakken. Volgens de jonge JFK is “democratie de superieure regeringsvorm, maar heeft het voor de kort termijn zijn zwakheden”. Het idee voor zijn scriptie kreeg Kennedy toen hij eind jaren dertig langdurig in Europa verbleef.
Het is 28 augustus 1939. De jonge Kennedy bevindt zich in het Excelsior Hotel in hartje Berlijn. Van de Amerikaanse ambassadeur in Duitsland Alex Kirk krijgt hij een geheime boodschap voor zijn vader Joseph ‘Joe’ Kennedy, de Amerikaanse ambassadeur in het Verenigd Koninkrijk. ‘De oorlog zal binnen een week beginnen’, luidt het onheilspellende bericht. Jack Kennedy spoedt zich per trein zo snel mogelijk richting Engeland. De eerste keer dat hij de Duitse hoofdstad opnieuw zou zien was eind juli 1945 toe hij als correspondent voor de Hearst-pers de Potsdam-Conferentie bijwoonde. In juni 1963 keerde hij terug voor zijn triomfantelijke Ich ben ein Berliner-speech.
In het Europa dat de jonge JFK eind jaren dertig bezocht bezweek de ene na de andere democratie onder druk van de politieke en economische crisis. In 1937 was Kennedy in Spanje getuige van de bloedige burgeroorlog, zag hij in Rome “de Duce” Mussolini zijn volk toespreken en bezocht hij in Duitsland onder andere Munchen waar hij volgens zijn dagboek-aantekeningen “een verschrikkelijk gevoel kreeg over Duitsland en al dat Heil Hitler gedoe”. Overigens was hij in 1937 ook een paar dagen in Nederland, Op internet is een foto te vinden van de jonge Kennedy met een vriend al zittend op de bumper van een auto op het Haagse Lange Voorhout.
In 1939 was JFK opnieuw in Europa. Terwijl Hitler het Sudetenland binnentrok en vervolgens heel Tjecho-Slowakije onder de voet liep en Mussuolini de aanval op Albanie openende, bevond Jack Kennedy zich in Frankrijk. Kort voor de Duitse invasie in Polen was hij nog in Danzig wat zich voorbereidde op een Duitse aanval. Na Polen reisde Kennedy door naar Leningrad, Moskou, Kiev, Boekarest, Instanbul, Palestina, Damascus, Beirout, Athene, Praag en uiteindelijk Berlijn. De dagboek-fragmenten waarvan de orginelen liggen in de fraaie John F. Kennedy Library in Boston, geven een uitermate boeiend beeld van een regio in totale verwarring. Kennedy vertelt over zijn gesprekken met gewone mensen over de op handen zijnde grote oorlog. Het centrale thema: de democratie kent veel zwakheden en vereist permanent onderhoud om in zware economische tijden het hoofd boven water te houden en tegenstand te kunnen bieden aan populisme en kritiek op de rechtststaat.
Tussen oktober 1954 en mei 1955 was Kennedy om gezondheidsredenen politiek uitgeschakeld. Een risicovolle rugoperatie mislukte en Kennedy moest een half jaar het bed houden. Die periode bracht hem op het idee een boek te schrijven. ‘Profiles in Courage’ verscheen in 1956 en vertelt het verhaal van een achttal Amerikaanse senatoren uit de 19e en 20e eeuw die weigerden hun principes en idealen geweld aan te doen en risico’s durfen te nemen. ‘Een boek over geloof in de democratie’, aldus Thomas C. Reeves in zijn Kennedy-biografie ‘A question of character’. ‘Een politicus heeft altijd rekening te houden met de publieke opinie’, aldus Kennedy, ‘en wil graag herkozen worden en aardig gevonden worden door het publiek’. ‘Het belangrijkste in de politiek lijkt echter te zijn om niet zozeer de juiste zijde te kiezen als wel de populaire, ongeacht de eigen overtuigingen of de ware feiten’. Volgens hem zouden politici meer aan de eigen idealen moeten blijven vasthouden en niet ten prooi vallen aan de macht van de publieke opinie. ‘Het publiek belang komt niet altijd overeen met de publieke opinie’.
De vraag die Kennedy in het boek zichzelf stelt is ‘op welk moment de politicus zijn carrière kan riskeren teneinde een bepaald doel na te streven’. ‘Het individuele geweten moet centraal staan, de invloed van de politieke partij moet een zekere grens kennen en nieuwe ideeen moeten ter tafel kunnen komen’. De massamedia hebben, aldus Kennedy, ‘medeschuld aan de verstarring en mechanisering van de politiek, daar deze ogenblikkelijk in de aanval gaat indien een bepaald politicus en ongewone uitspraak doet’. Wat de acht senatoren uit het boek bindt, is de afkeer die ze hadden van de trage besluitvorming en compromiscultuur van de democratie. ‘Het democratisch systeem kan worden verbeterd indien bij tijd en wijle integere politici tegen de wil van de publieke opinie in beslissingen nemen’, aldus Kennedy. ‘Een democratie kan niet functioneren als er geen politici zijn die onafhankelijke en soms onorthodoxe meningen durven te geven’. Profiles in Courage kreeg veel aandacht in de Amerikaanse pers en de kritieken waren overwegend positief. In 1957 zou ‘Profiles in Courage’ worden bekroond met de prestigieuze Pullitzer Price. Ik zou de jonge generatie politici graag aanraden het boek te lezen.
Winston Churchill noemde de democratie ooit de slechtse denkbare staatsvorm met uitzondering van alle andere systemen die de mensheid had uitgeprobeerd. Kennedy noemde democratie de moeilijkste staatsvorm omdat het van de mensen de meeste inspanning vraagt. 2013 is niet 1961, echter de zwakheden van de democratie, zoals Kennedy die tijdens zijn leven beschreef, zijn in ons tijd opnieuw zichtbaar geworden. In bijna heel Europa zijn nationale overheden er niet in geslaagd om antwoorden te formuleren op de kansen en bedreigingen van de globalisering, de Eurocrisis en een algeheel gevoel van onbehagen. Volgens een recent onderzoek van The Economist (‘Democracy Index 2012’) heeft een op de drie West-Europeanen en een op de vijf Oost-Europeanen geen vertrouwen in de eigen regering en het parlement. Volgens de European Social Survey 2013 (gesponsord door de Europese Commissie) is er een forse groei van de ontevredenheid in de democratie in met name Griekenland, Spanje en Frankrijk. Zoals Kennedy beschreef in ‘Why England Slept’ kan cynisme op termijn leiden tot bedreiging van de democratie. Jonge democratieën in Spanje, Portugal, Hongarije, Bulgarije en Griekenland zijn fragieler dan we durven toegeven. De kans dat de politieke middenpartijen volgend jaar bij de Europese verkiezingen fors gaan verliezen, is aanzienlijk. Onderschat ook de situatie in ons eigen land niet; de veenbrand die zichtbaar werd met de moord op Fortuyn en Van Gogh smeult nog steeds na.
Een tijd als de onze vraagt om opgewekte en zelfbewuste vooruitstrevende leiders die met visie en bindend vermogen, met ‘moed en karakter’, zoals de Nederlandse vertaling van JFK’s boek ‘Profiles in Courage’ uit 1956 heet, de steun van mensen weten te verwerven om met hoop en vertrouwen de nieuwe tijd binnen te treden. Een nieuwe generatie die de globalisering als kans ziet en niet als bedreiging en economische innovatie stimuleert. Aan de jongste generaties om de fakkel over te nemen en de toekomst vorm te geven. De woorden van JFK kunnen daarbij als inspiratie dienen.
Alex Krijger is historicus in de Amerikaanse geschiedenis. Tot 2002 werkte hij in de Haagse politiek, sindsdien is hij werkzaam in het internationaal bedrijfsleven.