Het extremisme van de anti-zwartepietlobby

25-11-2013 12:39

Onder groepen mensen die een –ver- slavernijverleden kennen en die zeggen vandaag de dag nog geconfronteerd te worden met racisme en discriminatie is een ideologie in zwang die vrijwel onmogelijk te doorbreken is. Deze mensen stellen dat de Nederlandse samenleving doordrenkt is van een blank of Westers superioriteitsgevoel dat automatisch leidt tot discriminatie van niet-blanken of niet-westerlingen en tot openlijk racisme.

Het aan de kaak stellen van alle vormen van discriminatie en racisme is een goede zaak. Maar achter de ideologie van het anti-racisme schuilen merkwaardige trekken. Laat me uitleggen wat ik bedoel. Het was de filosoof Louis Althusser die stelde dat elk mens in een samenleving opgroeit die doordesemd is van een bepaalde ideologie, een wijze van het beschouwen van zichzelf en zijn omgeving. De mens is zich die ideologie echter niet of nauwelijks bewust en hij is dan ook niet in staat om over die ideologie heen te kijken. Zijn horizon is door diezelfde ideologie beperkt: hij zit erin gevangen.

Deze laatste vorm van ideologie hebben de aanhangers van het anti-racisme en discriminatiediscours overgenomen. Hun verwijt aan de blanken, de Westerlingen is dat zij bewust en vooral onbewust gevangen zitten in hun eigen superioriteitsgevoel en daar niet boven uit kunnen stijgen. Het hele systeem is van ideologiewege verrot.

Het probleem met een dergelijke opvatting is dat het gesprek met de anti-racisme- en discriminatielobby op deze manier heel erg moeilijk zo niet onmogelijk wordt. De ‘blanken’ of ‘westerlingen’ zien hun eigen discriminerend houding en meningen immers niet. Het is een groot dilemma waarvan de contouren zichtbaar werden in de zwartepietdiscussie.

Zwarte Piet

Mijn standpunt in de zwartepietdiscussie was en is dat ik de onbehagelijke gevoelens van de tegenstanders begrijp, maar dat ik ze tegelijkertijd verwijt de grote thema’s van racisme en discriminatie in Nederland te negeren, zoals de aanwezigheid van honderdduizenden seksslaven in de Europese Unie. Het podium dat ze in de media kregen besteedden ze alleen aan de pijn die zij zelf voelden door de zwarte schmink op het gezicht van –meestal- blanke mensen, die hen aan het slavernijverleden van hun voorgeslacht deden denken. Mijn punt in mijn artikel in de Volkskrant was en is nog steeds dat Zwarte Piet, mocht hij al op de lijst van te bestrijden vormen van racisme staan, hij dan wel helemaal onderaan staat.

Twitterbombardement

Het werd me allemaal zeer verweten door de anti-zwartepietlobby. In een naar mijn gevoel goed georkestreerd Twitterbombardement op vrijdag 22 november was de boodschap dat ik, blank als ik was, en dus mainstream, gevangen zat in mijn eigen vooroordelen en superioriteitsgevoel en dus ideologisch volkomen verkeerd. Toen ik inbracht dat ikzelf als homo ook tot een minderheidsgroep behoor, en dus wel degelijk ervaringsdeskundige ben, geen misverstand daarover, werd ik weggehoond. Mijn pleidooi Zwarte Piet lekker te handhaven en het grootste Kinderfeest van Nederland het Kinderfeest te laten: het werd allemaal met de grond gelijk gemaakt.

De moeder van Zihni Özdil

Het probleem is natuurlijk dat de anti-zwartepietlobby zelf ook gevangen zit in zijn eigen ideologie en beperkte horizon. Per definitie zien de aanhangers ervan elke blanke als een ideologische tegenstander wier woorden uiting geven aan dat superioriteitsgevoel. In de uitzending van Pauw & Witteman van vrijdag 22 november werden de Chinese grappen van Gordon en andere vermeend racistische voorvallen besproken door onder andere Anousha Nzume en Zihni Özdil, representanten van bovengenoemde ideologie.  Toen Özdil op een gegeven moment naar prinses Beatrix verwees als ‘grootste allochtone bijstandmoeder’ werd er aan tafel gegniffeld maar geen schande van gesproken. Maar, zo dacht ik, is dat dan geen denigrerende grap over het voormalig staatshoofd dat ons land 33 jaar lang gediend heeft en dit jaar een zoon verloor? Laat een dergelijke grap zich rijmen als je je zo druk maakt over al of niet racistische grappen?  Toen ik Özdil later op Twitter voorhield hoe hij het zou vinden als een dergelijke grap over moeder Özdil zou worden gemaakt ontstak de grappenmaker in virtuele woede.

Het antwoord op extremisme: een middenpositie

Het debat met de anti-zwartepietlobby is vechten tegen de bierkaai en ik vroeg me op zeker moment af welke verbale vijand erger is: de mij zo vertrouwde aanhangers van de PVV of de gestaalde kaders van de ideologie van racisme en discriminatie?

Dit is mijn punt. Dit land gaat naar de gallemiesen door extremisme, of dat nu afkomstig is van de uiterst politiek correcte bestrijders van racisme of discriminatie, die zelf onderscheid maken (voor de eerste keer in mijn leven werd ik beschreven als een ‘blanke’; dat was me nog nooit overkomen) of de vreemdelingenhaters van de PVV. Mijn positie is en blijft meer dan ooit die van het midden, die van “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet”. Een middenpositie is niet sexy, zeker niet in deze tijd, maar maatschappelijk is hij de beste. Vandaar dat ik daar lekker blijf staan.