Uit een onlangs uitgelekt rapport van het Europese Rekenhof blijkt dat 2 miljard aan hulpgeld voor de Palestijnse Autoriteit zoek is geraakt. Het Rekenhof sprak van “aanzienlijke gebreken” in het beheer van EU-fondsen door de PA. De EU had “nauwelijks controle” over de besteding en had onvoldoende maatregelen genomen tegen “hoge risico’s” zoals “corruptie of het gebruiken van fondsen voor oneigenlijke doelen”.
Aldus een bericht op de website van het CIDI. Ik heb gezocht naar bronnen buiten het pro-Israël circuit, maar daar vond ik niets hierover. Inmiddels zijn er Kamervragen over gesteld door, je raadt het, de ChristenUnie en de SGP. Eerdere Kamervragen over corruptie bij de PA en gebrek aan controle op de hulpgelden kwamen steevast uit die hoek, aangevuld met de PVV en misschien soms de VVD.
Linkse partijen hoor je hier niet over. Die vinden het alleen een probleem wanneer geld naar de bezetting gaat (en dat definiëren ze ruim), zelfs als het op zich goed wordt besteed en ook (of zelfs vooral) Palestijnen ten goede komt, zoals in de affaire rond Royal Haskoning onlangs bleek en eerder bij de Light Rail in Jeruzalem. Projecten waar overigens geen Nederlands belastinggeld naartoe gaat, maar waarbij bedrijven investeren in Israëlische projecten. Niet alleen linkse politici hebben daar een probleem mee, ook de Nederlandse overheid zit er bovenop en heeft voorkomen dat ingenieurs van Royal Haskoning een waterzuiveringsinstallatie bouwden in de zwaar bevuilde Kidron beek.
Dan zou je verwachten dat diezelfde overheid bovenop die verdwenen miljarden aan Palestijns hulpgeld zit, en dat men ook niet blij is met het feit dat de PA 6 procent van zijn budget besteedt aan het uitbetalen en onderhouden van ex-gevangenen en hun families. Mensen die meestal hebben vastgezeten voor dodelijke aanslagen en in een deal vrij zijn gekomen. De onlangs vrijgelaten Palestijnen kregen daarbovenop nog een eenmalig bedrag uitgekeerd van gemiddeld 50.000, dollar en zijn verzekerd van een riant ‘salaris’ voor de rest van hun leven. Er zijn speciale wetten en organisaties die ervoor zorgen dat wanneer de PA krap bij kas zit eerst op de salarissen van ambtenaren en andere zaken wordt gekort en de ex-gevangenen buiten schot blijven. Je moet nu eenmaal prioriteiten stellen. Ook nieuws daarover kwam nauwelijks buiten het pro-Israël circuit.
De ex-gevangenen hebben, net als ‘martelaren’ (omgekomen terroristen en strijders) een heldenstatus in de Palestijnse maatschappij. Ze worden geroemd in gedichten, en scholen en straten worden naar hen vernoemd. Het doet er daarbij niet toe of ze omkwamen in de strijd tegen Israëlische soldaten, een bom lieten ontploffen in een winkelcentrum tussen moeders met kleine kinderen, of argeloze lifters en passanten belaagden en met messteken om het leven brachten. Voor de Palestijnse Autoriteit zijn het allemaal helden, die in door de PA gecontroleerde media steevast worden verheerlijkt. Kritische noten zijn niet welkom; voor kritiek is überhaupt nauwelijks ruimte in Palestijnse media.
Op onze TV zagen we een paar weken geleden wel joelende Palestijnen en blije moeders, maar geen Israëlische nabestaanden die nog steeds worstelen met het verlies van hun dierbaren door de aanslagen.
Waarom is de verontwaardiging zo selectief? Wanneer je het conflict wilt oplossen, en daarbij uit gaat van twee staten die in vrede naast elkaar moeten bestaan, is een einde aan de heldenstatus van terroristen even belangrijk als een einde aan de bouw in de nederzettingen. En terwijl links vaak wel de mond vol heeft van het militarisme in Israël en de ‘heldenstatus’ van soldaten, heeft men geen enkel probleem met de manier waarop de wrede acties van sommige martelaren (een notoir voorbeeld is Dalal Mughrabi, die een buskaping leidde waarbij 12 kinderen omkwamen) worden verheerlijkt. Daarbij is een belangrijk verschil dat het Israëlische leger nooit door de regering wordt geroemd voor het doden van zoveel mogelijk Palestijnen en al helemaal geen onschuldige Palestijnen.
Niet terroristen, of zo je wilt vrijheidsstrijders, en ook niet soldaten, maar mensen die het land opbouwen en bijdragen aan cultuur, democratie, welvaart en welzijn, zouden de ware helden van de samenleving moeten zijn. In Israël worden zowel moedige soldaten en generaals als kunstenaars en wetenschappers geëerd en herdacht. Rabin wordt evenzeer geroemd om zijn vernuft en doortastendheid tijdens de Zesdaagse Oorlog als voor zijn moed en visie tijdens het Oslo vredesproces. Onder de Palestijnen hebben vooral de strijders een heldenstatus, en is hun identiteit voor een groot deel gebaseerd op de strijd tegen Israël.
Linkse mensen die voor vrede en een tweestatenoplossing zijn, zou dat zorgen moeten baren. Je zou verwachten dat ze het belangrijk vinden dat het geld dat naar de Palestijnen gaat wordt besteed aan opbouw van het land en instituties, aan goed onderwijs en dito gezondheidszorg. En dan wil je dat de lonen van mensen die daaraan werken voor gaan op het uitbetalen van ex-terroristen. Je wilt dat Palestijnse kinderen goede voorbeelden krijgen en de media pluriform zijn. Dat is allemaal niet even vanuit het Westen te regelen, maar het minste dat we kunnen doen is zorgen dat ons geld niet voor zaken wordt gebruikt die daar haaks op staan.
Ik roep de regering, politici en media op om ook aandacht te besteden aan Palestijnse obstakels voor de vrede en die even serieus te nemen als de nederzettingenbouw. Ik roep linkse politici op om te stoppen met de selectieve verontwaardiging, en progressieve idealen en uitgangspunten op het gedrag van beide partijen in het conflict toe te passen. Zodat ik zonder problemen bij de volgende verkiezingen weer links kan stemmen.
Ratna Pelle is medewerkster van de website Israel-Palestina.Info