“Mali is geen Irak of Afghanistan,” stelt de Nederlander Bert Koenders, hoofd van de United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA). Hij wil erop wijzen dat het geweldsniveau in het Centraal-Afrikaanse land bij lange na niet de hoogte haalt als de bekendste fronten van de afgelopen jaren. Wanneer je het dodental tussen Mali en de twee andere landen vergelijkt klopt dat. In Afghanistan vielen sinds de Amerikaanse aanval in het najaar van 2001 naar schatting 100.000 oorlogsdoden. In Irak een ruime meervoud. In Mali stierven na het terugdrijven van de opstandelingen door het Franse leger in januari wellicht enkele honderden mensen.
Een onderzoek van Human Rights Watch in Mali leert dat de mensenrechtenschendingen gepleegd door het Malinese leger bestaan, maar beperkt zijn gebleven. De Amerikaanse organisatie heeft 24 buitengerechtelijke executies geregistreerd, 11 verdwijningen en meer dan 50 gevallen van marteling van verdachte islamitische terroristen en hun handlangers. “Naar onze schatting hebben we het overgrote deel wel in kaart gebracht,” meldt onderzoekster Corinne Dufka in Bamako. Haar zijn geen gevallen bekend van misdaden tegen de menselijkheid of oorlogsmisdaden gepleegd door de Franse strijdkrachten of leden van de VN-stabilisatiemissie MINUSMA.
Dus de relativerende toon van Bert Koenders klopt.
De ervaring leert dat landen als Afghanistan na de verdrijving van de Taliban in 2001 en Irak direct na de verdrijving van Saddam Hoessein in 2003 ook een relatief rustige periode kenden.De verdreven regeringsaanhangers moesten hun wonden likken en een nieuw commandostructuur vormen. Binnen enkele jaren lag het geweldsniveau echter hoger dan ooit. Het is zeker niet uitgesloten dat het in Mali dezelfde kant opgaat. De dood van twee Franse journalisten van afgelopen zaterdag, is een indicatie van toenemend geweld. Het tweetal werd in de noordelijke stad Kidal op klaarlichte dag ontvoerd en even later geëxecuteerd. In andere noordelijk steden als Timboektoe en Tessalit kwamen de laatste weken twee VN-militairen en twee burgers om het leven bij aanslagen.
Daarnaast is de aanwezigheid van grote groepen buitenlandse strijders en hun beschikking over veel geld iets om rekening mee te houden. In de wereld bestaat tegenwoordig namelijk een rondreizend circus van duizenden jihadisten. Deze lieden deden Irak en Afghanistan eerder aan. Momenteel zit een groot contingent in Syrië. Wellicht zakken deze doorgewinterde vechtersbazen nu af naar de Sahel. Minder prettig wellicht dan de huidige Levantstaat, maar een alternatief is er vaak niet. De strijders zijn in eigen land gezochte paria’s.
Waar de jihadisten neerstrijken brengen ze de expertise mee van perfect gefabriceerde bermbommen en logistieke kennis mee. Maar wellicht nog belangrijker: ook hun geldschieters uit Saoedi-Arabië, Qatar en ook donoren uit China, Europa en waarschijnlijk zelfs de VS raken bij het comflict in Mali betrokken. Dat is andere koek dan een paar Toearegs op een kameel.
Daarbij rijst de vraag of de VN-militairen wel welkom zijn. Het moeten er in totaal zo’n 12.000 worden. Volgens een eigenaresse van een hotel in Bamako zijn de VN-troepen helemaal niet door iedereen graag gezien. “Alle prijzen in de supermarkten en in de hotels zijn omhoog gegaan. Maar ze geven alleen geld uit aan drank en prostitueés.”
Volgens haar blijven de meeste buitenlandse VN-militairen, momenteel zo’n 6.000, rond de hoofdstad Bamako hangen. “Ze willen niet naar het noorden. Daar is het niet zo plezierig.” De buitenlanders waar ze wel echt blij mee was, waren de Franse militairen toen die in januari de moslim-extremisten terugdrongen. “Anders was Bamako een moslimstad geweest.”
De kans is echter groot dat de animo voor vreemdelingen afneemt, als het geweld in het land toeneemt. Dat hebben we eerder gezien in Irak en Afghanistan. Nu lijken de buitenlandse militairen nog welkom, met name in het zuiden. Maar de bevrijder van vandaag kan morgen als de bezetter worden gezien. Zeker met een goede pr-campagne die inwoners van het land, waar ruim 80% moslim is, de goddelozen als ketters aanwijst en de veroorzaker van al het kwaad. De onvrede zal stijgen naar mate er meer burgerslachtoffers vallen en de beloofde vrede en economische voorspoed na een paar jaar uitblijven.
De hoteleigenaresse spreekt dan ook de bewering van een hoge VN-medewerker in Mali tegen, dat er nauwelijks infiltratie van extremisten in de hoofdstad is. Ze zegt: “De jihadisten zijn hier in Bamako. Ik weet dat zeker, ook al zie je ze niet.”
We zouden door het sturen van militairen naar de “zuid-grens van Europa” ook onze eigen maatschappij beschermen, meende premier Mark Rutte op zijn wekelijkse persconferentie afgelopen vrijdag: “Het is in een Nederlands belang dat ook daar de veiligheid verbetert.” De islamisten zouden trainingskampen in Noord-Mali opzetten en de terroristen vervolgens naar Europa sturen. Maar de grote aanslagen in New York, Londen en Madrid bewijzen juist dat aanslagplegers vaak al lang in het Westen wonen en voor hun opleiding helemaal niet afhankelijk zijn van een veraf gelegen oord.
Wapengeweld lost de interne problemen van Mali niet op. En die zijn: corruptie, de ongelijke verdeling van welvaart en de achterstelling die minderheidsgroepen als Arabieren en Toearegs voelen.
Karakteristiek is de verdwijningszaak van Aly Ould Mohamed Kabbad (79). De Arabische zakenman in zout en graan verdween in Timboektoe op 14 februari 2013. Volgens zijn zoon Mohamed Ould Aly werd hij samen met acht andere Arabieren meegenomen door Malinese militairen, doodgeschoten en begraven in een massagraf. De zoon toont foto’s van de opgraving. Daarop herkent hij de sandalen van zijn vader. Maar hij wilt zekerheid hebben van de autoriteiten. Toen hij protest aantekende tegen de verdwijning werd hijzelf 42 dagen vastgehouden. Een reden voor de verdwijning van zijn vader of zijn eigen arrestatie werd hem niet gegeven. Maar waarschijnlijk ligt de eeuwenoude tegenstelling tussen de noordelijke ‘blanke’ bewoners en de ‘donkere’ zuidelijke bevolking van Mali hieraan te grondslag. Ook worden de Arabieren verdacht van steun aan de opstandelingen. De zoon: “Ik heb geen wapen opgepakt, ook mijn vader niet of mijn broer. Toearegs en Arabieren worden in Mali vermoord vanwege de kleur van hun huid.”
Meer lezen van Arnold Karskens? Neem een abonnement!