Door Frederieke Hegger/Tone – Het fenomeen bestaat al langer, maar wordt nu meer toegejuicht dan ooit: financieel activisme. Grootverdieners of een grote groep kleinverdieners gebruiken de regels van de financiële wereld en het grootbedrijf in hun voordeel. Ze protesteren bijvoorbeeld intern tegen de milieuschade waar een bedrijf normaliter niet bij stilstaat of helpen mensen via een slim financieel trucje van hun schulden af. Fuck the system, within the system is een betiteling van deze aanpak.
Bij dat motto voelt Occupy zich natuurlijk uitstekend thuis. De tenten liggen inmiddels op zolder, maar de strijd tegen het grote geld is nog niet voorbij. Vorige week wisten de activisten iedereen te verbazen met eenbijzondere actie: Occupy Wall Street heeft recentelijk een bedrag van 12,3 miljoen dollar aan medische schulden opgekocht voor een prikkie (2 cent per dollar) en vervolgens de onbetaalde rekeningen kwijtgescholden. Daarmee werden 1919 mensen van hun schulden afgeholpen. In het afgelopen jaar heeft Occupy vergelijkbare acties ondernomen, maar nog nooit was het opeisbare bedrag zo hoog. Medische schulden worden in Amerika verhandeld voor een laag bedrag, wanneer deze zo goed als oninbaar zijn geworden. De schuldeiser (een zorginstelling) verkoopt de vordering, waarna de nieuwe ‘eigenaar’ alsnog achter het geld aan gaat. Occupy deed echter iets anders: het bedrag afboeken en de schulden kwijtschelden.
Achter deze financiële truc zit een nobele visie: voor basiszaken als onderwijs, educatie en een dak boven je hoofd hoor je niet zo diep in de schulden te komen, vindt Occupy. Schuld via een creditcard door de aankoop van zes televisies is anders dan een medische schuld als gevolg van zes operaties. De overheid zou ervoor moeten zorgen dat deze basisbehoeften toegankelijk zijn voor iedereen, in plaats van fatsoenlijk leven pas mogelijk te maken als je je via private partners van diezelfde overheid in de schulden steekt. Ook op deze manier komt Occupy Wall Street op voor de welbekende 99 procent en laat de groep tegelijkertijd zien hoe de (rijke) 1 procent profiteert van het schuldensysteem waarin we leven.
Had het ouderwetse tentje op Wall Street twee jaar geleden dan geen effect? Jawel: gelijknamige protestkampen ontstonden na de start in Amerika in bijna duizend steden wereldwijd. Vraag een willekeurige voorbijganger naar de 1 procent versus de 99 procent en hij weet waarschijnlijk wel dat het gaat over de ongelijke verdeling van welvaart. Als bewustwording was de actie dus wel geslaagd. Maar een concrete verandering, in een bedrijf of voor individuen, is lastiger te bereiken. Tenzij je je in het hol van de leeuw bevindt: je speelt volgens de regels van de financiële wereld, maar in plaats van voor eigen gewin, handel je ten gunste van een ideëel doel.
Naast het schulden-opkoop-trucje van Occupy kan dit ook binnen bedrijven. Ngo’s kunnen namelijk campagne voeren wat ze willen; uit onderzoek blijkt dat goed uitgevoerd aandeelhoudersactivisme meer effect heeft dan een spandoekje van Greenpeace. Activisme door de aandeelhouder bestaat in soorten en maten, maar kan indrukwekkende vormen aannemen. Wie slim is en/of veel geld heeft, kan zo een boevenbedrijf een hak zetten.
Aandeelhoudersactivist William Ackman probeerde het. De hedgefundmanager had schoon genoeg van het ‘piramidespel’ van Herbalife: dit bedrijf verkoopt voedingssupplementen en werkt met een systeem van distributeurs, die weer nieuwe distributeurs moeten werven.Volgens Ackman verdient het bedrijf meer aan de werving dan aan de verkoop van de producten. Ackman had een ‘short positie’ op Herbalife van meer dan een miljard dollar, met de intentie geld te verdienen aan de waardevermindering van de aandelen. Vervolgens kwam hij met een zeer uitgebreide en haast dodelijke presentatie over het Herbalife-‘systeem’ en zocht hij de pers op. De koers daalde met 32 procent in drie dagen. Helaas voor Ackman was het effect maar voor korte duur en heeft hij vooralsnog geld verloren door de actie.
Succesvoller waren activisten, waaronder ActionAid, die al in 2009 aandelen kochten in het mijnbouwbedrijf Vedanta Recources. Dit bedrijf was van plan om een mijnproject te starten in het leefgebied van een Indiase stam van 8000 personen. ActionAid kocht een aandeel voor een lid van de stam, die daardoor aanwezig kon zijn op de aandeelhoudersvergadering om lastige vragen te stellen. Tegelijkertijd startte de organisatie een lobbycampagne. Veel media besteedden aandacht aan de zaak, waaronder online magazine the Ecologist, dat een lijst van de overige, niet-activistische aandeelhouders met naam en toenaam publiceerde, waar namen op staan als Jaguar Cars Pension Plan en Unilever Pension Fund. De stam zelf voerde plaatselijk ook actie. Uiteindelijk sprak de Indiase overheid in 2010 zich uit tegen het mijnproject. Hoewel Vedanta Resources de strijd nog niet heeft opgegeven, heeft de combinatie van ouderwets campagne voeren en aandeelhoudersactivisme vooralsnog zijn vruchten afgeworpen.
De tentjes en spandoeken mogen dan op zolder liggen, geprotesteerd wordt er dus wel degelijk. Deze activistische stuurlui staan niet aan wal. Ze varen in een spreekwoordelijk roeibootje naar het grote vrachtschip, klimmen aan boort en proberen bij het roer te komen. Sommige worden weer resoluut terug in hun roeibootje gezet. Anderen kunnen de koers daadwerkelijk een klein beetje wijzigen. Een kleine draai is nog geen revolutie, maar voor 1919 Amerikanen en 8000 stamleden in India maakte het financieel activisme een wereld van verschil.
Dit artikel werd door Frederieke Hegger geschreven voor Tone. Met toestemming overgenomen.