Een vreemdeling zijn, jezelf verliezen. Na 762 dagen van geheelonthouding verlaat Walter Manning tijdens het Berlijnse Filmfestival in een opwelling zijn vriendin. Of eigenlijk zijn hele leven. De schrijver is net samen met zijn vriendin, de hoofdrolspeler en goede vriend de regisseur bekroond voor hun nieuwe film. Het feest skipt hij en hij vertrekt naar Frankrijk om daar volledig tot zichzelf te komen. Remco Campert laat zijn lezer kennis maken met een man die zijn dagen in verwarring en dronkenschap doorbrengt.
Campert wordt geboren in 1929 en richt 21 jaar later samen met Rudy Kousbroek het tijdschrift Braak op, waar hij gedichten en proza in publiceert. Braak fungeert als platform voor experimentele dichters. Vanaf dan publiceert Campert in verschillende tijdschriften en boeken en schrijft hij romans. Campert heeft een bibliografie en een CV waar je u tegen zegt. Met Hotel Du Nord is het tijd voor zijn nieuwste en een dunne roman.
Het boek heeft een bijzondere structuur, dat het soms ingewikkeld maakt maar ook interessant. De lezer krijgt verschillende kanten van het verhaal te horen. Toch draait alles uiteindelijk om Walter Manning, de hoofdpersoon. Daar begint en eindigt het boek ook mee. Andere rollen zijn voor zijn veel jongere vriendin Nora, een actrice. Ze is zonder enig teken achtergelaten door haar vriend en moet zichzelf nu redden. Tegelijkertijd is haar vader ernstig ziek en zwoegt ze op een zwaar toneelstuk dat lastig op te voeren blijkt, geregisseerd door een keiharde regisseur. De andere rol is voor Mike, de regisseur met wie Walter en zijn vriendin in Berlijn zijn. Zij drie hebben de film mogelijk gemaakt: Walter schreef de film, Nora had de hoofdrol en Mike heeft de regie op zich genomen. Bij hem gaat alles vor de wind: een nieuwe filmdeal ligt alweer op tafel voor hij terugkeert naar Nederland.
Campert weet met zijn schrijfstijl wederom de lezer te grijpen, en als die eenmaal bezig is met lezen ook vast te houden. Toch is het de vraag of de verschillende kanten van Walter’s verdwijning een goede toevoeging waren. Soms is het even verwarrend wie er aan het woord is. Daarbij is de verwarring, het verlangen naar eenzaamheid en de zoektocht naar zichzelf van Walter Manning zo goed verwoord, dat Campert de lezer in de krap 100 bladzijden prima mee had kunnen nemen. Campert kent zijn hoofdpersoon door en door, waardoor de de dronkenschap zo tastbaar worden dat je als lezer bijna een kater krijgt. Manning is bij uitstek het meest interessante personage uit het boek, dat net zo interessant is beschreven.
Zonder de boel te verraden is het einde een onverwacht einde. Als lezer hoop je stiekem op een tragisch einde, echt goed kan het met Manning toch niet aflopen. Hij is gevlucht uit zijn echte leven en heeft zijn drankprobleem terug. Hij lijkt het naar zijn zin te hebben in Frankrijk, maar is nog steeds verloren. Kortom, het kan niet goed eindigen met Manning. Dat doet het ook niet, maar niet op de manier waarop de lezer verwacht. Het einde is tragisch op een onverwachte manier. Of het einde voldoening geeft? Nee, maar het geeft wel op de juiste manier geen voldoening. Frustratie over de keuze van de hoofdpersoon is in dit geval ook een soort voldoening.