Recensie: ‘Sex and the citadel’, seksuele mores in Egypte na de revolutie

11-12-2013 14:01

Met een koffer vol vibrators en erotische lectuur toog Shereen El Feki, presentatrice van Al Jazeera English, naar Egypte en enkele andere Arabische landen om veranderingen in de seksuele mores na de recente opstanden te onderzoeken. Zou ‘de Arabische lente’ ook een vernale bloei in het seksuele leven van de Arabieren hebben veroorzaakt?  Haar gedegen en serieuze onderzoek leidde tot het boek Sex and the citadel, intimate life in a changing Arab world (Chatto&Windus, 2013). In haar inleiding schrijft ze stellig dat een optimistische kijk het doel van haar boek is.

Om de positieve kanten van een turbulente Arabische wereld te tonen, tracht El Feki een kijkje te nemen, zonder voyeuristisch te worden, in de slaapkamer van hedendaagse Arabische echtparen en dat laatste lukt haar heel goed. De slaapkamer als weerspiegeling van de sociale en politieke situatie in de Arabische wereld, die haar microkosmos vindt in Caïro; want in deze stad speelt het boek zich af. En al wordt er in die slaapkamers, helaas, meer geslapen dan matrassen in- en uitgedeukt, dat wil niet zeggen dat de Arabische wereld zelf in slaap is gesukkeld. (Anders zouden de meegenomen vibrators daar wel voor zorgen.)

Sterker nog: El Feki ontwaart een Arab Awakening en het gesuggereerde opwaaien van lakens in deze term zou daar eens een teken van kunnen zijn – het is in elk geval niet het resultaat van enig erotisch handelen – of die lakens moeten een stoet van onrustige spoken zijn.

Protopenis

En spoken zijn er genoeg. Meer dan negentig procent van de vrouwen onder de vijftig is in Egypte genitaal verminkt. Alleen in Somalië wordt dit cijfer overtroffen. De clitoris wordt gezien als een ‘protopenis’, die de vrouw een onbedwingbare seksuele drift zou bezorgen en gecombineerd met het hete klimaat een onstilbare jeuk. Voor een vrouw is het, zachtjes uitgedrukt, onbetamelijk om seks te willen, zelfs met haar eigen man. Autonome vrouwelijke seksualiteit staat gelijk aan een nymfomanie die de samenleving enkel maar ontwricht: stelt u zich eens voor wat er in een dorp of stad zou gebeuren als een ongemutileerde vrouw ongetrouwd bleef of weduwe zou worden! Geen man zou veilig zijn.

Omdat het huwelijk (in de Arabische wereld het liefst een vertoon van kwistige opulentie) voor de man een dure aangelegenheid is en en de werkeloosheid onder jongemannen groot, is er geen vrouw te vinden die in het openbare leven geen last heeft van seksuele intimidatie. Al durf ik te betwijfelen dat alleen vrijgezellen voorzien zijn van onrustige tentakels.

Westers-Israëlisch complot

Impotentie en onvruchtbaarheid treft zo’n 40 procent  van de mannelijke bevolking (kun je nagaan hoe bedrijvig de rest is met de bevolkingsaanwas). Oorzaken die hiervoor worden genoemd zijn stress, sociale onzekerheid, roken en diabetes. Al kwam een man na ampel overleg met twintig van zijn collega’s  op kantoor, die aan dezelfde slapheid leden, tot de conclusie dat zij het slachtoffer waren van een Westers-Israëlisch complot. Geheimagenten lopen overal rond om met een gas of een straling Egyptische mannen te neutraliseren om zo de bevolking te verzwakken en de bevolkingsgroei te hinderen. (Let wel: dit zijn universitair geschoolde mannen.)

Opmerkelijk is dat de verkoop van Viagra steeg tijdens de ‘Arabische lente’ – hoe wrang gezien de aanrandingen en verkrachtingen op het Tahrirplein.

‘Arabische man is dik en eet junkfood’

Het is niet ondenkbaar dat mannen het eerste slachtoffer zijn van ‘rudjuliyyah‘, het toonbeeld van mannelijkheid, de moderne variant van de antieke ‘muruwwah‘, krachtigheid, fysieke en geestelijke verdraagzaamheid, vrijgevigheid, waardigheid. Zelfs Westerse vrouwen geloofden en geloven er nog in,  officieel vanaf 1919 met het verfilmde boek The Sheik van Edith Maude Hull (‘Her body was aching with the grip of his powerful arms, her mouth was bruised with his savage kisses’). Ook in deze verbergt de Arabische hunk zich tussen twee slappe kaften met ‘…his ability to pleasure a woman until she could be pleasured no more. Then and only then would he take his own release.’ (Sharon Kendrick, Promised to the Sheikh, 2008).

De Egyptische vriendinnen aan wie El Feki deze boekettes laat lezen, hebben slechts hoongeschater over voor dit beeld (‘Hoe kómen ze erbij?’). Volgens hen zijn Arabische mannen dik, eten ze slechts junkfood en kennen ze geen andere beweging dan het rondrijden in te kleine auto’s.  Zulke uitspraken zijn ook al niet bevordelijk voor de peniele trots.

Sukkelseks en seksuele frustratie

Opmerkelijk genoeg hebben de criticasters van het Oriëntalisme dit beeld van de Arabier nooit bekritiseerd, alleen dat van de onderdanige, onnodig gesluierde (want alle naaktheid was te zien) Arabische vrouw, al dan niet in een harem. Kom op, geëmancipeerde Arabische mannen: laat jullie stemmen horen. Uiteindelijk is het maar een heel kleine stap van grot, dierenvel en knuppel naar tent, kaftan en kromzwaard.

Het is een en al sukkelseks en seksuele frustratie in dit boek. Ondanks de nieuwe openheid over seks in verschillende media, niet in de laatste plaats op de televisie (van treurbuis naar kreunbuis). Enter Heba Kotb, de bekendste sekstherapeut van de Arabische wereld, met een eigen tv-programma Kalaam Kabier (Grote Praat), waarin seksuele problemen worden besproken zonder enige terughoudendheid. Haar therapie is gebaseerd op de koran en haar credo is dan ook dat, hoezeer een vrouw volgens de islam ook moet en mag staan op haar seksuele rechten, het toch haar belangrijkste taak is om de man te bevredigen. Dit valt als een emmer afwaswater op het hoofd van de lezer na aanvankelijke bewondering (al heeft ze natuurlijk wel gelijk).

De islam

Hoe anders is dit met Joumana Haddad, schrijfster en uitgever. In 2008 bracht ze de Jasad (Lichaam) uit, een kwartaalglossy, waarin grenzen nu eens niet opgezocht werden, maar overschreden, zoals het hoort. Ook haar leven is verre van conventioneel: ze is getrouwd zonder samen te wonen. De vrouw spreekt seks en sekst wat ze spreekt, volgens El Feki. Hoewel ze conservatief is opgevoed. Als Katholieke. En dit laatste lijkt mij het onderzoeken waard, al gaat El Feki er verder niet op in. Waarom bereikt Heda Kotb een conventionele grens via controversiële wegen, terwijl Haddad grenzen doorbreekt?

Het antwoord lijkt me voor de hand liggend: de islam.

El Feki schuwt de islam als probleem niet. Zij haalt Foucault aan die de bron voor de 19de eeuwse seksuele openheid in het Westen zag in de biechtstoel. De confessie, die dikwijls seksueel van aard was, maakte zich los van het heilige en begaf zich op het seculiere veld van geneeskunde en psychiaterie. Zoals El Feki zegt: Foucault heeft Oprah en YouPorn niet mee kunnen maken, maar ‘het is duidelijk dat de geest van de confessie nog steeds voortleeft in onze 24/7 media.’

Sociale controle

De islam, daarentegen, in haar visie, benadrukt privacy. Zij verwijst naar een hadith waarin moslims wordt opgedragen zich niet met andermans zaken te bemoeien en niet te snoeven over begane zonden. Dit is echter selectief, want een andere hadith roept op om een aanschouwde wandaad te veranderen, met de hand, anders met de tong of met het hart – hetgeen niet lukt zonder sociale controle.

Zij benoemt de kloof tussen voorkomen en werkelijkheid, die in de Arabische wereld van enorm belang is, zoals die benoemd zou moeten worden: hypocrisie. Tussen de mombakkes van de mores en de verborgen werkelijkheid ligt een verwrongen hart. Toch verwacht zij, noch ziet zij heil in een revolutie, eerder in een allengse re-evaluatie.  Veranderingen zouden op de juiste manier gebracht moeten worden: ‘…it is possible to package even the most awkward issue with a label that makes it look like a gift, not a burden.’

Ze is er zich niet van bewust dat dit slechts inhoudt de ene hypocrisie voor een andere te verruilen.

Dit is een maternalistische houding.

Wanvertaling

Erger nog is dat El Feki, die een academische achtergrond heeft, een wanvertaling van een al te bekende vers uit de koran geeft, waarnaar ze later verwijst als bewijs voor de gelijkstelling van vrouw en man door dit boek. Het gaat om koran 4:34 en zij citeert:

“Husbands should take good care of their wives, with [the bounties] God has given some more than others and with what they spend out of their own money.”

Dit is de letterlijke vertaling:

“Mannen zijn beheerders van de vrouwen door dat Allah de enen boven de anderen verkiest en door wat zij van hun eigendommen uitgeven.”

Dit is onvergeeflijk. Des te meer omdat zij het woord voor de mannelijke autoriteit over vrouwen dat hier gebruikt wordt – qawam – kent en elders in het boek gebruikt.

Obstinaat optimisme

Dit illustreert de zwakte van haar eloquente betoog (vooral in het laatste hoofdstuk), dat half Egyptisch, half Welsh is. Zij koestert hoop dat binnen enkele decennia(!) de Arabische wereld open, liberale, democratische samenlevingen zal kennen zoals wij die kennen, met de zegen van de islam – maar dan van een islam die niet een verzameling is van absolute waarheden, maar van differentiaties. Deze hoop is echter niet ingegeven door haar ervaringen in Egypte en andere Arabische landen, maar juist door haar liberaal-democratische opvoeding (haar ‘rosy view’) waar ze zo trots op is.

Met andere woorden: de hoop die zij uitspreekt in haar boek verandert niks aan de steken van springveren en onbezwete lakens, laat staan aan de patriarchale mentaliteit. Hoop en optimisme hebben nooit enige verandering teweeggebracht. Zij zijn hoogstens baniers boven daadkracht. De feiten die zij presenteert vormen simpelweg geen basis voor haar obstinate optimisme.

Wat betreft de inhoud van haar koffer: de vrouwen lazen de boeketromannetjes heimelijk, uit angst en schaamte, laat staan dat ze van de vibrators gebruik maakten.