Ik zag vorige week een uitermate koddige maar vroegrijpe 12-jarige zangeres in Hollands Got Talent verkondigen dat het haar grootste droom was om beroemd te worden. Nu valt het me op dat dit niet alleen de droom is van zangeresjes in spe, maar dat menig kind er dezelfde mening op na houdt. Werd er vroeger aan mij gevraagd wat ik later wilde worden, dan antwoordde ik (zoals al mijn vriendinnetjes) fotomodel, stewardess of dierenarts. Je weet wel, de typische antwoorden, zoals iedere jongen profvoetballer, brandweerman of astronaut wilde worden. Vraag je tegenwoordig aan een kind wat zijn of haar beroepsmatige toekomstplannen zijn, dan is het antwoord regelmatig ‘beroemd worden’. Ze ambiëren dus voor alle duidelijkheid geen specifiek vak dat ze zo onwaarschijnlijk goed gaan uitoefenen dat daarmee een zekere mate van beroemdheid wordt bereikt, nee, het beroep maakt niet uit, als ze maar beroemd zijn.
Vreemd, zou je zeggen, maar als je er over nadenkt ook weer niet helemaal. Het past in het tijdsbeeld. Het is namelijk tegenwoordig absoluut geen vereiste meer om goed te zijn in wat dan ook om de status van beroemdheid te verkrijgen. Moest je vroeger nog een begenadigd journalist zijn, een briljante zangeres of een acteergrootheid, tegenwoordig is het al voldoende als je een keer met je kop op TV verschijnt of als er maar genoeg mensen je zelfgemaakte filmpje op Youtube bekijken. De zogenaamde beroemdheden vliegen je om de oren. Zo ben je beroemd als je, vergezeld door een cameraploeg, op zuip- en neukvakantie gaat naar een Grieks eiland, als je ouders de puissant rijke eigenaars zijn van een hotelketen, als je in een krakkemikkig winkelwagentje van een heuvel af zoeft om daarna manisch lachend in een plas varkenskots te belanden of als je met een voetballer trouwt. Samenvattend; beroemd worden is niet zo moeilijk meer. Sommigen verdienen er ook nog eens een aardig salaris mee, terwijl je diezelfde types toch echt binnenstebuiten zult moeten keren om hun geringe kwaliteiten te lokaliseren. Beroemd zijn zal door veel kinderen gezien worden als ‘ik kan niks, ik doe weinig en daarmee verdien ik een hoop geld’. En dat verklaart natuurlijk een hoop.
Kijk eens naar programma’s als “Expeditie Robinson” en “Welkom bij de Kamara’s” alwaar BN’ers respectievelijk dienen te overleven op een onbewoond tropisch eiland of op bezoek gaan bij een fictieve inheemse stam. Men laat ons dus vermoeden dat wij naar bekende Nederlandse artiesten gaan kijken, maar eerlijk is eerlijk, toen ik er een paar weken geleden naar keek kwam het geheel me niet echt bekend voor. Op het eiland zag ik personen als Zimra Geurts en Anna-Alicia Sklias in weinig verhullende bikini’s gulzig aan dubieuze rode vruchten likken en in Namibië proberen onder andere Christina Curry en Dave Roelvink te integreren in een niet bestaande primitieve gemeenschap. Personen die me, behalve dan hun achternaam, helemaal niks zeggen.
Even voor alle duidelijkheid, ik ben dus niet jaloers. Niet op Zimra of Christina, niet op welke andere beroemdheid dan ook, terecht beroemd of niet. In de verste verte niet. Het lijkt me namelijk afschuwelijk. Oké, je zult er een prima salaris mee kunnen verdienen, maar weegt dat ook op tegen de nadelen?
Het is toch echt een verschrikking als iedereen je herkent? Wie wil dat nou? Als je in joggingbroek met je onopgemaakte hoofd even een halfje bruin in de supermarkt gaat halen alwaar een opmerkzame voorbijganger een snelle onflatteuze foto van je maakt die een paar dagen later met het onderschrift “Ze heeft nu echt plastische chirurgie nodig!” in een roddelblad verschijnt waardoor je door de immense publieke druk naar de eerste de beste cosmetische beunhaas in een witte jas vlucht die door middel van enkele prikken je gezicht ontdoet van alle expressie. Iets wat dan door de bladen natuurlijk ook weer opgepikt wordt en de koppen de volgende dag schreeuwen; “Wat is er in vredesnaam met haar gezicht gebeurd??”
Wat een ellende. Dat je altijd op je hoede moet zijn voor mensen met een mobiele telefoon die wel eens een genante pose vast kunnen leggen, of dat je op de verjaardag van een vriendin maar aan de cola gaat omdat je wat loslippig wordt van die straffe witte supermarktwijn. Want wie weet wie dat weer doorspeelt? Nee laat maar.
Laat mij maar lekker die onopvallende verschijning zijn, lekker zonder make-up door de Appie struinen en met veel te veel wijn op ontzettend indiscrete en politiek incorrecte opmerkingen maken op het feestje van de buren. Who cares? Niemand. Prachtig toch!