Het is bijna schennis als je deze week ook maar een enkele kanttekening bij de heiligverklaring van Nelson Mandela wilt plaatsen. En zeker als je daartoe de ‘duivel’ naast hem in het pantheon laat aanschuiven. In casu: Fidel Castro.
In ons denken en doen worden we door beeldvorming gestuurd. Meer nog dan door het geloof is die rol overgenomen door de massamedia. En in die Westerse beeldvorming staat het ‘merk’ Mandela voor goed – een waarlijk democraat – en Castro voor slecht – een te verafschuwen dictator.
Toch stond ook bij Fidel in zijn revolutionaire strijd – evenzeer een strijd tegen uitsluiting – humaniteit en verzoening centraal. En meer nog dan Mandela heeft hij in zijn land die verzoening weten te realiseren.
Net als in Zuid-Afrika stond in het Cuba van voor de revolutie een zwarte huidskleur voor lui, dom en niet te vertrouwen. Voor tweederangs. Maar er was meer dan wit en zwart. Er waren ook de vele mengkleuren. En de daaraan gekoppelde vraag: tot welke bevolkingsgroep behoren die? En wat zijn hun kansen op zelfontplooiing? Een groep ‘kleurlingen’ die in Zuid-Afrika uit de boot dreigt te vallen. (O.a. in Nieuwsuur van maandag 9 december werd er aandacht aan besteed: http://nieuwsuur.nl/video/584680-nog-altijd-apartheid-in-atlantis.html )
In het project van de revolutie stelde Fidel en zijn barbudos, gevormd door het gedachtegoed van José Martí, gelijkwaardigheid centraal. Niet alleen werd een eind gemaakt aan uitsluiting op basis van huidskleur, er werd tevens een eind gemaakt aan de ongelijkwaardigheid van man en vrouw. Daarnaast maakte de revolutie een eind aan de invloed van een geloofsovertuiging op het denken en doen van mensen. Onderwijs was de sleutel tot verandering van de maatschappij.
De toekomst rijpt op kiemen uit het verleden. Bij het zaaien van wat uitgroeide tot de kiemscheut die een einde maakte aan uitsluiting op basis van kleur stonden Fidel en Nelson hand in hand.
Mandela is door toedoen van de massamedia uitgegroeid tot boven de wolken