Als belijdend lid van de rooms-katholieke kerk heb ik er nooit een geheim van gemaakt het persoonlijk af te keuren indien mensen hun homoseksuele geaardheid in de praktijk brengen en hun levensstijl daar naar inrichten. Ook vond ik het homohuwelijk een overbodige toevoeging aan het samenlevingscontract en meen ik dat weigerambtenaren die reeds in dienst waren ten tijde van de invoering ervan ongemoeid moeten worden gelaten.
Dit laat onverlet, dat naar mijn mening de overheid zich er niet in dient te mengen wanneer mensen besluiten om desondanks wél te leven zoals het hart hun ingeeft. Vervolging van mensen die als homoseksueel wensen te leven, te werken en lief te hebben, is uit den boze. Altijd en overal, dat is een universeel recht dat onaangetast moet blijven. En hoewel ik met Frank van Dalen, de oud-voorzitter van het COC Nederland en voormalig gemeenteraadslid voor de VVD in onze hoofdstad, vaak verschillen van inzicht heb over de te hanteren methodes, onderschrijf ik de Stossrichtung van zijn ijveren: homo’s en lesbiennes waar ook ter wereld dienen in vrijheid te kunnen leven.
Ook onze minister van buitenlandse zaken, Frans Timmermans, heeft het beschermen en bevorderen van LBGT-rechten tot speerpunt van zijn beleid gemaakt. Toen de Doema, het Russische parlement, begin 2013 op het punt stond een wet aan te nemen die het openlijk propageren van homoseksualiteit strafbaar maakt, sprong de toen kersverse bewindsman in het vliegtuig om in gesprekken zowel met vertegenwoordigers van de Doema als met zijn Russische ambtsgenoot Lavrov aan te geven, dat het aannemen van die wet niet naar de smaak zou zijn van de Nederlandse regering. De Russen, die bij de ontvangst van het hoge bezoek uit de lage Landen ‘per ongeluk’ de Luxemburgse vlag uithingen in plaats van de Nederlandse driekleur – wellicht zou het invoeren van de Prinsenvlag als nationaal vaandel dit euvel in de toekomst kunnen verhelpen – luisterden twee dagen lang beleefd naar de argumenten van Zijne Excellentie en namen na diens vertrek het wetsvoorstel ongewijzigd aan.
Enigszins gechargeerd kan men beweren dat de Russische wet het homo’s verbiedt om elkaar op straat te zoenen en hand in hand over straat te lopen. Dat is zeker geen fraaie interventie van de Russische overheid en de démarche van Frans Timmermans – sowieso een Hansdampf in allen Gassen zodra het aangelegenheden rond de voormalige Sovjet-Unie betreft – was dan ook alleszins begrijpelijk en te billijken. Maar nu is er in Uganda een wet aangenomen die op homoseksualiteit een levenslange gevangenisstraf zet. Ook het niet aangeven van homo’s bij de politie wordt met gevangenisstraf bedreigd. Dat gaat dus nog wel behoorlijk veel verder dan de Russische wet.
Vol verwachting bladerde ik naar de persoonlijke fan-page van de minister op Facebook, die inmiddels de dienst voorlichting van zijn ministerie zo ongeveer overbodig heeft gemaakt en tot een dankbaar object voor een volgende bezuinigingsronde.
Tot mijn teleurstelling en verbazing heeft de minister het belangrijker gevonden om een Nederlands Kamerlid (dat gekozen is om ZIJN doen en laten te controleren) te kapittelen vanwege een stickeractie die Zijne Excellentie niet bevalt.
Een minister die dermate duidelijk homoseksuelen slechts instrumentaliseert om regimes te bashen die hem niet welgevallig zijn, is voor dat hoge ambt niet geschikt. Een reden te meer om ervoor te bidden, dat aan zijn ambtsperiode zo snel mogelijk een einde komt.