Een stormachtige start en een sensuele apotheose, met daartussenin een gemiste kans op vlammend Turks temperament. Dat omschrijft het Kerstconcert van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, gistermiddag en afgelopen vrijdag in De Doelen, het best. Op de bok de verademende Deense krullenbol Thomas Søndergård, met naast hem de wat stijfjes ogende Amerikaanse violist Stefan Jackiw.
Søndergård, die op Youtube excelleert met Symfonie nr.11 van Sjostakovitsj (gaat dat zien!), verklankt op weergaloze wijze de onheilspellende onrust die kenmerkend is voor de Ouverture Egmont (1810) van Ludwig van Beethoven, waarmee het concert aanvangt. De compositie is onderdeel van de toneelmuziek bij Egmont van Johann Wolfgang von Goethe, welke handelt over de Nederlandse Lamoraal van Egmont, die op het hakblok in Brussel eindigt, omdat hij sympathiseert met Willem van Oranje.
Søndergård leidt hier met strakke hand, waardoor het geheel niet wollig, maar juist woelig aandoet. Vlammend, vol romantiek en perfect op de noot, zoals het hoort.
Na de onheilspellende opening is het de beurt aan Amerikaan Stefan Jackiw, die je vanwege zijn Koreaanse moeder eerder als Aziaat zou bestempelen, om te soleren in Vioolconcert nr.5 (1775) van Wolfgang Amadeus Mozart. Deze compositie heeft de bijnaam ‘Turks Concert’, vanwege de Oriëntaalse invloeden die erin verwerkt zijn.
De verwachting was, vanwege het vurige begin, hoog gespannen. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: Jackiw voldeed er niet aan. Søndergård trouwens ook niet. Technisch was het weliswaar allemaal volmaakt, maar het miste de passie. Met name in het laatste deel, wat toch echt dat vlammende Oosterse temperament heeft. De violist deed zijn ding, de dirigent deed zijn ding. Meer niet. Van een samensmelting was geen sprake. Er was geen klik tussen Jackiw en Søndergård. Al zou het ook zo kunnen zijn dat Mozart gewoonweg geen componist is waar Søndergård mee uit de voeten kan. Hij is toch eerder een man van het groteske, wild waarachtige, symfonische werk.
Dat laatste bleek maar weer in het laatste muziekstuk van de avond: de Suite Schéhérazade (1888) van Nikolaj Rimski-Korsakov. Het werk draait om de bloedmooie grootviziersdochter Schéhérazade, die sultan Sjahriaar iedere nacht voor het slapen gaan een verhaal vertelt uit de veelal erotiserende eeuwenoude sprookjesachtige verhalenbundel Duizend-en-één-nacht. Terugkerend motief in deze compositie is het thema van de vertellende Schéhérazade: een melodie voor viool en harp. Deze klonk overigens zó loepzuiver, dat dit telkens weer onherroepelijk tot kippenvel leidde.
Met sensueel fluwelen hand leidde Søndergård publiek en orkest langs woeste oceanen, wilde feesten en prille romantiek. In een zinderende apotheose komt uiteindelijk alles samen: een vredig einde waarin Schéhérazade het hart van de sultan heeft gewonnen.
De dankbaarheid waarmee Søndergård dirigeert kwam nog het meest tot uiting na afloop van het concert: hij bedankte stuk voor stuk de orkestmusici die in Schéhérazade soleerden. Zij ontvingen allen een ovationeel applaus, waarbij de eerdere bijval voor de solerende Jackiw uiteindelijk verbleekte.
Thomas Søndergård – onthoud die naam en ga hem zien. De waarachtigheid waarmee hij dirigeert doet sterk denken aan de puurheid van Carlos Kleiber, die even mooi de dirigeerstok als penseel gebruikte. Søndergård belooft veel goeds voor de toekomst.
Gezien: Ouverture Egmont van Ludwig van Beethoven, Vioolconcert nr.5 van Wolfgang Amadeus Mozart en Suite Schéhérazade van Nikolaj Rimski-Korsakov door het Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Thomas Søndergård i.s.m. Stefan Jackiw (viool) in De Doelen te Rotterdam op vrijdag 20 december 2013.