De PvdA is en blijft zo’n leuke ‘case’ omdat alles waar we als land en als West-Europa mee worstelen, in kwadraatvorm is terug te zien bij deze partij. Neem het abjecte verschijnsel van de ‘rekenende burger’, waar geen greintje gevoel meer doorheen stroomt en die elke vorm van risico of onzekerheid probeert uit te bannen. Het kan niet anders of de PvdA-fractie bestaat voor het overgrote deel uit zo’n stelletje calculerende ruggengraatlozen. Velen zijn ontevreden over Cohen of stellen vraagtekens, maar niemand durft zijn mond open te doen. Voor je ‘t weet zak je een plaatsje in de pikorde en loop je op termijn dat lucratieve burgemeesterschap of een mooie plekje bij een adviesraad of toezichtorgaan mis. Dus wat doe je? Je houdt je kaken stijf op elkaar en speelt mooi weer. Je ziet dit gedrag overigens niet alleen aan de top, de hele partij is ervan doordesemd; vanaf de onderste laag concurreert PvdA-kader elkaar dood met het aantal commissies en denktankjes waar men zijn snot in deponeert.
Postcodesocialisme
En dan het zielloze materialisme dat ons al enige tijd, zeker vanaf Paars, in de greep heeft. Dat zie je terug bij een venijnige partijprominent als Maarten van Rossem, die bij Knevel & Van den Brink zijn banvloek uitspreekt over het gefnuikte Nationaal Historisch Museum. Voor Maarten is zelfs het idee van een Nederlandse identiteit al bijna een xenofoob verschijnsel, laat staan dat we daar warme gevoelens voor koesteren of een heel museum voor gaan oprichten! Laat de burgers van Nederland vooral door het waardevrije heelal zweven in de hapsnapperige beeldcultuur waar de VARA zich inmiddels ten diepste aan geconformeerd heeft. En zorg dat ze voldoende clowns en cabaretiers krijgen voorgeschoteld, zodat enge, semireligieuze vragen als ‘waar kom ik vandaan?’ en ‘wat doe ik op deze aardbol?’ geen kans krijgen. Postcodesocialisme, noem ik dit: goddeloos, eindeloos, inspiratieloos.
Zwart gat
Het állerleukste is nog wel dat de PvdA nul zelfkennis lijkt te bezitten en geen enkel oog heeft voor het eigen horror vacui. Men denkt, geloof ik, werkelijk dat de crisis op te lossen is door een andere leider of ‘een beter verhaal’. Alsof je een ontzielde modderschuit met een paar zeebonken omhoog kunt trekken en binnen de kortste keren kunt opknappen tot een tierig stoomschip. De waarheid is natuurlijk dat de PvdA karakterologisch en ideologisch één groot zwart gat is geworden, boordevol ‘professionals’, waarbij voor de leek onmogelijk meer is na te gaan wat die partij, behalve baantjes, ‘beweegt’. Natuurlijk geldt dit laatste ook, tot op zekere hoogte, voor andere gevestigde partijen, maar bij het CDA gaan je gedachten tenminste nog uit naar boeren en kerken, bij de VVD naar ondernemers en dixieland en voor de PVV hoef je helemaal geen inspanning te plegen: bij het horen van die lettercombinatie zie je, ongevraagd, onmiddellijk de blonde leider in het beklaagdenbankje zitten tegenover de rechterlijke macht die in tolerante taakstraffen grossiert. Kraakhelder frame!
En wat je verder ook van deze coalitie vindt, het wordt steeds duidelijker dat ze iets willen. En dat hun voornemens pijn gaan doen. Bij de PvdA weet je zelfs dát niet zeker! Stemmen op die partij is, kortom, flirten met de dood.
Hans van Willigenburg schreef voor alle opiniebladen behalve Vrij Nederland. Aan u de beoordeling of dit getuigt van een brede horizon of een gebrek aan ruggengraat.