Smullen, polemiek (het woord fittie is nog niet zo ingeburgerd in de Amsterdamse grachtengordel) in literatuurland. Nadat Willem Jan Otten vorige maand de P. C. Hooftprijs won, was criticus Max Pam daar bepaaldelijk niet mee in zijn nopjes. Otten dankt, gelijk de Nederlandse elite, zijn ‘vredig leventje’ aan overheidssubsidie, schreef Pam in de Volkskrant. Dat schoot Ottens uitgever Wouter van Oorschot in het verkeerde keelgat. Op zijn weblog slaat hij nu terug: ” Dat Pam als denker niet deugt, wisten we al, maar dat hij ook als mens niet deugt, kan thans eveneens worden vastgesteld.”
Wat is er aan de hand? Nadat Otten de P.C. Hooftprijs won, opende Pam de aanval in de Volkskrant. Een samenvatting van die aanval leest u dan weer in NRC Handelsblad. kern van de zaak: Otten dankt, gelijk de Nederlandse elite, zijn ‘vredig leventje’ aan overheidssubsidie, volgens Pam. In Amerika zou Otten het niet redden: “Wie daar boeken publiceert die niet verkopen, kan gaan werken bij Pizza Hut.”
En nu slaat Van Oorschot dus terug. Want Otten is geen door de overheid gesubsidieerde schrijver. En waar blijft het boek van Pam dat hij – met subsidie – over Theo van Gogh zou schrijven? Van Oorschot:
“Dat Pam als denker niet deugt, wisten we al, maar dat hij ook als mens niet deugt, kan thans eveneens worden vastgesteld. Immers, waar Pam hier lafhartig want niet recht-door-zee suggereert dat Otten sinds jaar en dag een door de overheid gesubsidieerde schrijver is (onjuist maar het was Pam teveel moeite dit uit te zoeken want stel je voor dat hij zijn eigen luidenkerij tegen het lijf zou lopen) is wel degelijk bekend dat hijzélf van 1 februari tot 30 juni 2007 in het zwaar door de overheid gesubsidieerde NIAS instituut te Wassenaar heeft doorgebracht, heel deftig als writer in residence nog wel, om aldaar een boekje bijeen te krabbelen over de moord op Theo van Gogh dat hij blijkbaar thuis niet schrijven kon. We zijn intussen zes jaar verder en dat boekje is er nog steeds niet. Wanprestatie? Of heeft Pam ter bekostiging van zijn verblijf in het NIAS wellicht pizza’s gebakken voor de andere zwaar gesubisideerden, bij wie hij zegt ‘wel eens naar binnen te turen’ ?”
Wordt ongetwijfeld vervolgd.