Deze week verschijnt ‘Reisgids voor de frontlijn’, hét overlevingshandboek in de Nederlandse taal voor avontuurlijke reizigers, internationale zakenmensen, hulpverleners en (oorlogs)journalisten. Vierhonderd pagina’s boordevol tips. Hierbij een sterk ingekort hoofdstuk ‘ontvoering en gijzeling’.
Een bezoek aan Syrië in de van zomer 2013 verliep als volgt. Bij de Turkse grens in de houten keet van de rebellen van het Vrije Syrische Leger vroeg een man: “Waar reis je naar toe?”
“Aleppo’, antwoordde ik.
“Dat gaat niet. Er zijn wegversperringen opgeworpen door het Al Nusra Front en andere extremisten.” Vijftien collega’s waren dat jaar opgepakt. Gewapende mannen voerden een Poolse verslaggever uit een mediakantoortje in de stad Saraqeb weg met onbekende bestemming. Rond dezelfde tijd hernam de Franse fotograaf Jonathan Alpeyrie na 81 dagen gevangenschap – en het betalen van 450.000 dollar losgeld – zijn vrijheid. Hij mag van geluk spreken, hij heeft het overleefd.
Aan illegale gevangenneming kleeft niets positief. Nou ja, je kunt testen of je échte vrienden hebt. Ter voorkoming van teleurstellingen is preveniëren van ontvoering of gijzeling daarom het beste.
Een goede voorbereiding minimaliseert die kans. Voordat je een ticket koopt moet je je goed laten informeren over het land van bestemming en vooral over de streek waar je naartoe gaat. De cultuur van het ontvoeren is vaak streekgebonden. In Mali bijvoorbeeld wordt in de regel niet gekidnapt, behalve in de noordelijke grensstreek met Algerije. Landen met slepende conflicten en drugsgeweld, zoals Colombia en Mexico, zijn ware eldorado’s voor kidnappers.
Hetzelfde geldt voor landen vol extremisten zoals Irak, Pakistan, Afghanistan en Indonesië. Daar ben je als westerse toerist, journalist, hulpverlener, diplomaat een gewilde prooi. Als rijke Chinees moet je weer oppassen in een land als de Filippijnen. Maar als jonge vrouw ben je in Oostenrijk, België en de Verenigde Staten ook je vrijheid niet altijd zeker. Jaarlijks worden duizenden mensen ontvoerd en is kidnappen een ware industrie waar honderden miljoenen euro’s in omgaat.
Vestig op reis niet de aandacht op jezelf. Over de stranden van Noord-Colombia paraderen met een lawaaihemd, een grote strohoed en een dikke sigaar in je hoofd is vragen om moeilijkheden. Pas ook op met wat je mensen vertelt. Op een drukbezocht terras in de Filippijnen kun je beter voor je houden dat je thuis een BMW hebt en dat je aandelen het lekker doen.
Een kamer in een duur hotel is bepaald geen veiligheidsgarantie. Je valt iedere keer op als je je luxe vijfsterrenparadijs uit stapt. Ga je voor iets goedkopers, blijf dan wel in een veilige buurt. Bedank voor dat pensionnetje in die verwaarloosde buitenwijk. Wees niet naïef. Als het plaatselijke reisbureau je glimlachend verzekert dat op jouw excursiebestemming alles rustig en vredig is, doen ze dat in de eerste plaats omdat ze je een arrangement in de maag willen splitsen.
Blijf in risicovolle gebieden nooit lang op één plek. Informanten hebben zo minder tijd voor een grondige analyse van je dagelijks ritueel. Vertel ook nooit aan onbekenden waar je heen gaat en waar je logeert.
Met nieuwe media als Twitter, Facebook of Linkedin kan iedereen je volgen. Tenminste als je berichtjes en foto’s de wereld instuurt over je fijne hotel met uitzicht, het heerlijke eten van gisteravond en het reisplan voor morgen. Pas daar dus mee op in landen die een rijke ervaring hebben in ontvoeringen en kidnappen. Het is vragen om moeilijkheden.
Executie ‘at close range’, het afsnijden van je hoofd, maandenlange opsluiting in donkere kelders en/of het betalen van losgeld. Het is alledaagse praktijk wanneer je als buitenlander, niet-moslim of gematigd moslim in handen valt van islamitische terroristen. Met hun rigide wereldvisie staan ze nauwelijks open voor discussie. Overgeven is dus de laatste optie als je ergens onderweg op een blokkade van al Qaida-aanhangers of talibanstrijders stoot. Al Qaida -de basis- is een internationale terreurgroep opgericht door Osama Bin Laden. De Taliban -de studenten- is een radicale groepering van hoofdzakelijk Pathanen, een bevolkingsgroep in Afghanistan en Pakistan. Ren voor je leven als je ze ziet naderen.
Voor de toerist, journalist, hulpverlener, diplomaat kan het vuur van twee kanten komen. Dat bewijzen voorvallen als de ontzetting in het Moskouse Dubrovka-theater op 26 oktober 2002 waarbij naast 39 Tsjetsjeense terroristen ook 129 burgers omkwamen. De redders gebruikten giftig gas. Bij een actie door Russische troepen van een school in Besan, Noord-Ossetië op 3 september 2004, vielen 334 doden, inclusief 186 kinderen, omdat de aanval amateuristisch werd ingezet zodat de gijzelnemers velen konden ombrengen.
Maar zowel de gijzelnemers als de redders staan stijf van de zenuwen en zien niet scherp in een ruimte vol stof en rook. Na het eerste schot is de organisatie vaak zoek. Kruip dus zover mogelijk weg als een vuurgevecht uitbreekt. Of grijp een voorwerp ter beschermen als de geweersloop van de gijzelnemer jouw kant opdraait.
Ren je bevrijders niet direct tegemoet. Ze kunnen denken dat je aanvalt. Trek aandacht met roepen of met het zwaaien van een stuk, liefst wit, textiel. Verschijn pas als ze jou een teken geven. Dat kan verbaal zijn of door wenken. De afstand tussen je schuilplaats en de linie van je bevrijders is het meest gevaarlijke traject.
Toon duidelijk dat je niets bij je draagt wat een gevaar kan vormen, dus sleep geen tassen mee en gooi desnoods je dikke mantel uit. Trek je blouse omhoog, doe je hemd uit, zodat het je bevrijder duidelijk is dat je geen explosieven op je lichaam draagt. Toon altijd je handen, houd die bij voorkeur in de lucht. Op deze manier zullen sluipschutters die buiten gehoorsafstand liggen je niet direct als een mogelijke aanvaller uitschakelen. Blijf altijd laag, kruip desnoods, als er nog wordt geschoten.
Stel, je loopt nietsvermoedend door een winkelstraat of stapt net je hotel uit. Je hoort het geluid van gierende banden, deuren die worden opengegooid en haastige voetstappen. Je voelt het koude staal van een pistoolloop in je nek. Verzet je niet! Ontvoeringen en gijzelnemingen zijn zeer stressvolle momenten. Voor jou, maar ook voor de uitvoerders. Dit is niet het moment om lelijk te gaan doen. Zo dwing je de aanvallers tot reageren. Dat betekent in veel gevallen schieten.
Moet je mee, doe dat schoorvoetend. Misschien doet zich in de seconden die je wint een kans voor en kun je verdwijnen in de menigte. Word je in een auto geduwd, blijf dan kalm. Volg de bevelen op. Neem wel zoveel mogelijk bijzonderheden in je op: stemmen, vorm van vervoer, afstand, de richting en de plek waar je binnen wordt gebracht.
Je bent er snel achter of je ontvoerd dan wel gegijzeld bent. Bij ontvoering moet je verblijfplaats ook voor jou onbekend blijven. Veelal wachten dikke kettingen in een donker hol. Bij gijzeling is het voor iedereen duidelijk waar je bent. Je bevindt je dan in een vliegtuig, hotel, bank of bus en fungeert als levend schild of als onderhandelingsobject.
Je bent dan wel gedevalueerd tot economisch stukgoed of politiek ruilmiddel, maar realiseer je dat je dood voor de boeven weinig waard bent. Pik dus niet alles. De boeien kunnen best wat losser, een wasbeurt heb je dagelijks nodig, net als goed eten en voldoende drinken. Eis leesboeken en dagelijks luchten. Spaar wat eten en bewaar dat op je lichaam. Mocht je kunnen ontsnappen, dan heb je tenminste een snack voor onderweg.
Een ontsnapping moet je goed voorbereiden. Waag de poging alleen als het slagingspercentage buitengewoon groot is: het raam blijkt niet gesloten of het autoportier kun je openduwen bij een stoplicht. Ngo’s, zoals Artsen zonder Grenzen, ontraden hun medewerkers ontsnappingspogingen. Statistieken spreken erg in het nadeel van de ontsnappende partij, want die heeft alles tegen: het terrein, de taal en vaak ook het uiterlijk. Bij dit advies zij aangetekend dat hulpverleners erop kunnen rekenen dat er op het hoofdkwartier hard wordt gewerkt voor hun zaak.
Reken als gewone toerist of freelance-journalist niet altijd op je regering. Dat ondervond de Nederlandse verslaggeefster Joanie de Rijke. Op pad voor het Vlaamse blad P-Magazine werd zij op 1 november 2008 ontvoerd door de Taliban ten oosten van de Afghaanse hoofdstad Kabul. Ze wilde een reportage schrijven over de groep die een paar maanden daarvoor tien Franse paracommando’s in een gevecht had gedood. Het liep helemaal anders. Na zes dagen volgde haar vrijlating maar niet na betaling van 100.000 euro. In een boek over haar ervaring schreef ze dat ze werd verkracht door de groepscommandant. Het Nederlandse noch het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken heeft volgens haar weinig bijgedragen aan haar vrijlating. Het Nederlandse ministerie reageerde met: ‘Wij werken volgens een heel helder stramien. Nederland onderhandelt niet en betaalt ook geen losgeld. Dat zou onderdanen vogelvrij maken.’ Het losgeld werd betaald door de werkgever en de hoofdredactie.
Buiten je waarnemingsveld beginnen de ontvoerders met het stellen van de eisen: de vrijlating van kameraden uit een gevangenis, geld of publicitaire aandacht. Er zal een levensteken van jou worden verwacht. In het beste geval maken ze een foto of video van je. Of moet je bellen of iets inspreken. Als ze hun eisen kracht willen bijzetten, gaan ze misschien over tot amputatie van een lichaamsdeel, zoals een vingertop of oor. Vertel dan over je hemofilie en dat je zult doodbloeden.
De ontknoping is een nieuwe fase. Diverse scenario’s zijn mogelijk. Het kan zijn dat je met of zonder inwilliging van de eisen wordt vrijgelaten en ongedeerd mag vertrekken. Dat is uiteraard het fijnst. Maar misschien ketsen de onderhandelingen af en moet je vrezen voor je leven, omdat je geëxecuteerd gaat worden, of omdat ze je geboeid willen achterlaten op een onvindbare plek.
Een serieuzer scenario is een bevrijdingspoging van de politie of het leger. Dan is het opletten. Hoor je schoten en geschreeuw, ga dan plat op je buik liggen en zoek dekking. Onttrek je aan het zicht van de ontvoerders. Kun je vluchten, loop dan weg van het geschiet.
Houd na je vrijlating de woorden van de Franse journalist Jean-Paul Kaufmann in gedachten: ‘Niets zal meer zijn zoals vroeger. Niets is veranderd en toch is alles anders.’ Hij kwam in 1988 vrij na 1078 dagen gevangenschap door moslimfundamentalisten in Libanon.
Reisgids voor de frontlijn is geschreven door Arnold Karskens. Tal van zeer ervaren collega-journalisten, topdiplomaten, medische specialisten, hulpverleners en internationale zakenmensen hebben een bijdrage geleverd. Neerlands bekendste reiziger, Floortje Dessing, schreef het voorwoord en een hoofdstuk. Het boek wordt uitgegeven door Keff & Dessing Publishing in samenwerking met Prometheus, kost 19,95 euro en ligt vanaf 8 januari in de winkel.