Badr Hari slaat geen trede over. Met kleine stapjes, gecontroleerd, loopt hij het trappetje op naar de ingang van de rechtbank. Niet uitsloven op de rode loper, geen twee treden tegelijk, gewoon mond houden en klimmen. Zeventien stappen, dan ben je boven. Daar wacht een peloton journalisten, met of zonder camera, om vragen op de vechter af te vuren. Hari loopt er dwars doorheen, zegt niets. Hij laat het journaille in een erehaag achter, zodat beschermvrouwe Ficq er rustig achteraan kan hobbelen. Wil zij dan iets zeggen? Jawel. “Het is net Circus Renz, hier.”
Het proces tegen Hari wordt hervat. Net als op de laatste zittingsdag in oktober zijn er veel journalisten, genoeg fans en zet Linda voor iedereen koffie. “Dure koffie,” klinkt het verderop, “alsof de prijs stijgt op zo’n drukke dag.” Twee journalisten knikken instemmend, altijd op zoek naar een verhaal. “Zoeken we uit.”
Het verhaal zit niet in de ochtend. Twee teams van togadragers spelen welles-nietes met elkaar. De verdedigend ingestelde Ficq en collega Van der Werf vallen onwennig aan: ze willen Koen Everink horen. Maakt niet uit of hij momenteel bij het tennis in Australië zit, meent Ficq. “Everink heeft het strafdossier gelekt naar KRO’s Brandpunt Reporter en wij hebben er belang bij hem te ondervragen.” Daar denken de aanvallende officieren Bienfait en Kloos heel anders over: “Geen belang.” Welles-nietes.
De rechtbank schorst en steekt dan de handen van Bienfait en Kloos in de lucht: “Nietes.”
Hari, zittend tussen de kibbelende partijen, zwijgt, rolt zijn schouderbladen los.
Het verhaal zit ook niet in de beginnende middag. De togaduo’s bekvechten over wie de nieuwe advocaat van medeverdachte Ferhat Y. moet worden. Zijn oorspronkelijke advocaat is ziek, de vraag is of plaatsvervangend collega Tonckens het wil overnemen. “Nee, nou ja, ik ben ook druk met andere zaken”, zegt hij. Bienfait en Kloos wrijven in hun handen, zij voelen een tweede ronde welles-nietes aankomen. “Tonckens moet het wel doen, anders loopt de zaak te veel vertraging op.” De rollen zijn nu omgedraaid, Bienfait en Kloos spelen nu welles.
De rechtbank schorst kort en stelt vervolgens Bienfait en Kloos in het gelijk: 2-0.
Tonckens, die tijdens de schorsing in z’n eentje snel een wafel eet, moet het doen.
Badr Hari wordt ondertussen met potlood op papier geschetst. Een portrettekenares neemt zijn brede schouders over, gumt zijn haar wat korter en legt zijn benen over elkaar. Het wiebelende voetje komt tot stilstand.
Het is wachten op de strafeis. Daar zit het verhaal. Niet in het juridische afbraakvoetbal van eerder op de dag. Zodra officier Bienfait begint aan haar requisitoir weten we dat deze laatste klim naar de finish is ingezet. Haar betoog is professioneel, maar ook klam, weinig enerverend. Soms spreekt ze woordelijk een tap van een telefoongesprek uit, op het toontje van een moeder die andermans kind voorleest. Ze laat de camerabeelden van Sensation White zien: daar bungelt de voet van Koen Everink onnatuurlijk aan zijn lichaam.
Officier van justitie Kloos neemt het over; hij somt nog zes geweldsmisdrijven in het Amsterdamse uitgaansleven op, plus één ravage thuis en een verkeersovertreding op de Albert Cuyp. Hij hekelt nadrukkelijk het spoor van terroriserend geweld. “Badr Hari lijkt zich onaantastbaar te wanen, niemand durft aangifte te doen uit vrees voor represailles. Zo weten bijvoorbeeld tien getuigen van een vechtpartij bij Club Blinq dat Hari bij de aftuiging van een portier betrokken was, maar niemand heeft hem daadwerkelijk zien slaan.”
Dan de eis. Eerst Ferhat Y., de medeverdachte die samen met Hari tijdens Sensation White op Koen Everink zou hebben ingeslagen. Kloos: “Twintig maanden onvoorwaardelijk.”
Badr Hari, de man die volgens psychologisch onderzoek geen stoornis heeft, maar wel iets sneller tot grensoverschrijdend gedrag overgaat, hoort voor het totale pakket aan verdenkingen vier jaar cel – waarvan één jaar voorwaardelijk – eisen.
Hari zwijgt, neemt het voor kennisgeving aan. Hij vertrouwt volgens raadsman Van der Werf op een goede afloop, meer heeft-ie niet te zeggen. Niet tegen de journalisten, in ieder geval. Via een andere uitgang verlaat hij het pand, op het trappetje aan de voorkant blijven enkele verslaggevers tevergeefs op hem wachten. Ze worden niet eens meer genegeerd.
De beurt is nu aan de verdediging. Het is slechts een kwestie van meer welles-nietes spelletjes winnen.