Wat waren de jaren ’70 toch een fijn tijdperk! Jongeren waren betrokken. Solidair. Oprecht progressief. Toekomstgericht. Bevlogen. Ja, haast bezield. En alleen maar gericht op het beste uit henzelf én uit anderen halen. Beste jongens en meisjes van nu, de jongeren van toen dat was pas een stelletje knappe fijne mensen van heb ik jou daar. Dit in tegenstelling tot dat ‘geteisem’ dat zich tegenwoordig ‘jong’ mag noemen. Recentelijk werd er nog uitgebreid geschreven over een “grenzeloze BV-ik-generatie“: de jongste generatie is er een van louter egoïsten die zichzelf vooral heel belangrijk en speciaal vinden. Betrokken zijn ze niet. De toekomst kan ze niks bommen. Progressief kan je ze moeilijk noemen. En het beste uit jezelf halen willen ze wel, maar uit anderen? Vergeet het gerust! Er is veel veranderd in de afgelopen veertig jaar.
Maar je kunt je afvragen of dit waar is. De generatie (oh oh) van toen is nu 50 tot 65 jaar en heeft zich inmiddels opgewerkt en ruimschoots onmisbaar gemaakt in ’s lands bestuur. De idealisten van toen zitten op het pluche. Trekken aan de spreekwoordelijke touwtjes. En sluiten na lang soebatten een fijn pensioenakkoord. Want er moest heel wat geregeld worden. De almaar stijgende levensverwachting maakt een pensionering op 65-jarige leeftijd namelijk onbetaalbaar. Die leeftijd moet dus omhoog. Maar niet voor iedereen evenveel. Zit je dicht op de pensioengerechtigde leeftijd dan blijf je gespaard. En de jongeren, die moeten werken. Langer dan de generaties voor hen.
Saai stukje onderzoek
Recentelijk heb ik onder een representatieve uitsnede van de Nederlandse bevolking een vragenlijstonderzoek gedaan. Een van de vragen was of men het een goed idee vond de pensioengerechtigde leeftijd te verhogen. Wat bleek? Onder 55 tot 64 jaren is daar weerstand tegen. Een meerderheid (57,1 procent om precies te zijn) van deze bijna pensionado’s is het daar niet mee eens. 65-plussers, daarentegen, vinden het wel een puik ideetje om de pensioengerechtigde leeftijd te verhogen. Onder hen daalt de weerstand voor dit voorstel tot ongeveer een derde (32,9 procent).
Maar wat is eigenlijk het verschil tussen een 60 en een 65 jarige? Ik kan je verzekeren, vanuit het standpunt van een 33-jarige Peter Achterberg is er totaal geen verschil. Ze zijn praktisch even oud, en zet je er twee naast elkaar dan valt moeilijk correct te voorspellen welke de jongste is. Rimpels, grijze haren, uitgezakte lichamen, disfunctionerende organen en ledematen, ze hebben het allemaal! Toch blijkt uit mijn kleine onderzoekje dat er wel degelijk een flink verschil is tussen beiden groepen bejaarden. 60- jarigen passen er over het algemeen voor om door te werken, en 65-jarigen zien de redelijkheid er wel van in. Een 65-jarige is immers al gepensioneerd en is uit de zorgen – hem of haar zullen ze nooit meer langer laten werken. 65-plussers kunnen dus met een gerust hart kiezen voor wat het meest ‘verstandig’ is.
Eigenbelang werkt
En de 60-jarige? Die vreest dat hij of zij nog twee jaar langer moet werken, en is dus fel tegen. Grappig hè, hoe dat eigenbelang werkt? Zodra 64-jarigen verjaren, veranderen ze op slag en stoot hun mening, en gaan wel ‘voor het algemene belang’. Net als pak ’em beet een 33-jarige het redelijke daarvan inziet. Jongeren zitten sowieso niet te mokken en beseffen ook wel dat er langer moet worden doorgewerkt. Feitelijk is er immers weinig verschil tussen stoppen op je 65ste of je 67ste. Twee jaar langer op een lange arbeidsloopbaan van dertig, veertig jaar is immers peanuts. Voor 50- tot 65-jarigen is dat natuurlijk ook zo, maar dat willen ze niet zien omdat ze al zo dicht bij de eindstreep van hun loopbaan zitten.
De progressieve idealisten van toen draaien nu aan de knoppen en kunnen dus eindelijk werkelijk wat van die solidaire idealen realiseren waarover je ze altijd over hoort (of beter: hoorde) ratelen. Ik merk er niks van. Er is, zo gezegd, veel veranderd in veertig jaar. Eigenbelang blijkt ook voor hen drijfveer numero uno te wezen. Niks niet betrokkenheid. Niks niet (intergenerationele) solidariteit. Gewoon bekrompen egoïsme, c’est tout! En de jongere ‘ik’- generatie? Die klaagt niet en werkt rustig door. Solidair. Gewoon omdat het moet. In het landsbelang.
Peter Achterberg is sociologelaar.