Het overlijden van oud-minister van Volksgezondheid Els Borst maandagavond 10 februari kwam voor veel D66’ers als een schok. Ze was die zaterdag nog op het congres geweest en veel mensen haar nog even kort gesproken. Veel D66’ers zullen Els Borst herinneren als die vriendelijke oude mevrouw die zo scherp kon zijn en natuurlijk ook als degene die op medisch-ethisch terrein grote stappen wist te maken.
Om die laatste reden wordt Borst door orthodoxe christenen nou niet bepaald gewaardeerd. Velen zijn nog steeds erg boos over haar uitspraak ‘Het is volbracht’, nadat ze in 2001 de legalisering van de euthanasie door de Tweede en Eerste Kamer had weten te loodsen. Borst citeerde hiermee namelijk de kruiswoorden van Jezus toen hij stierf. Haar uitspraak van dertien jaar geleden is vergeten noch vergeven:
Waarom zijn de orthodoxe christenen zo boos? Wilde Borst toentertijd bewust christenen beledigen? En in welke context deed ze haar uitspraken eigenlijk? Om deze vragen te beantwoorden moeten we terug naar het jaar 1999, toen in Nederland de euthanasiediscussie weer oplaaide.
In mei 1999 viel het tweede paarse kabinet over het correctief referendum in de Nacht van Wiegel. Het kabinet bood zijn ontslag aan, maar trok dat besluit op 8 juni weer in. PvdA en VVD wisten D66 binnenboord te houden door deze partij op ethische punten tegemoet te komen. Niet alleen zou het homohuwelijk mogelijk worden gemaakt en adoptie door homoparen worden toegestaan, maar ook zou de euthanasie formeel worden gelegaliseerd. Al deze zaken stonden op het verlanglijstje van D66 en ook op het lijstje van minister van Volksgezondheid Els Borst.
De reactie van de orthodox-protestantse partijen op deze libertijnse voornemens was net zo negatief als voorspelbaar. Volgens Gert Schutte, fractievoorzitter van het Gereformeerd Politiek Verbond, was paars bezig met het ‘terugdringen van normen en waarden die gestempeld zijn door het christelijk geloof’. SGP-leider Bas van der Vlies sprak zelfs over een ‘oorlogsverklaring aan christelijk Nederland’.
Voordat de euthanasiewet door de Tweede Kamer zou worden behandeld moest er volgens het kabinet echter eerst een maatschappelijke discussie over dit thema komen, om te kijken of er in de samenleving voldoende draagvlak voor de legalisering van euthanasie was. Afgezien van orthodoxe christenen was vrijwel iedereen in Nederland voor legalisering, dus van een echte discussie kwam maar weinig terecht.
De huidige ChristenUnie-leider Arie Slob, toen nog actief voor het GPV, organiseerde het protest tegen euthanasie. Volgens Slob was het primaire doel van het protest ook niet om met een ‘opgeheven vingertje’ het paarse kabinet te bekritiseren, maar was het in de eerste plaats een oproep tot ‘verootmoediging en gebed’. Toch was het protest niet van militante trekjes gevrijwaard.
In oktober 1999 organiseerden de kiesverenigingen van de RPF, de SGP en het GPV in Den Haag een grote protestbijeenkomst die bezocht werd door honderden orthodoxe christenen. Op de vergadering kon men actielijsten tegen de kabinetsvoorstellen tekenen en als sprekers traden Schutte en CDA-fractievoorzitter Jaap de Hoop Scheffer op.
Na de toespraak van De Hoop Scheffer werd er een macaber toneelstukje opgevoerd: plotseling werd de kerkdeur opengerukt en richtte een zwart wezen met een doodsmasker zijn spuit met roze vloeistof op de kerkgangers. Een jonge gitarist, net begonnen aan een gospelliedje, zeeg ‘dodelijk getroffen’ ineen. Snel herrees hij echter om door het gaan met het lied ‘een spuitje hier, een abortus daar, daarvoor hebben we toch een specialist, als ik me niet vergis’.
Behalve cabaret had deze zanger het rijmen ook nog niet goed onder de knie.
Het euthanasievoorstel van het kabinet werd op 28 november 2000 door de Tweede Kamer behandeld. RPF-Kamerlid André Rouvoet voerde namens de RPF en het GPV het woord. Na een hoofdelijke stemming, die door Rouvoet was aangevraagd, bleek dat 104 Kamerleden het euthanasievoorstel van het kabinet steunden. 40 Kamerleden stemden tegen, namelijk de Kamerleden van RPF, SGP, GPV, CDA, SP en het PvdA-Kamerlid Thanasis Apostolou.
De christelijke partijen voelden zich niet begrepen, niet serieus genomen en aan de kant gezet. De niet-christelijke partijen waren daarentegen euforisch. Tot grote ergernis van orthodoxe christenen riep GroenLinks-Kamerlid Femke Halsema uit dat de nieuwe wet het individu bevrijdde van ‘Kerk, gezin, overheid en vorst’. Haar bevrijdingsliberalisme stond haaks op het christendom, dat immers leerde dat mensen zich afhankelijk moesten weten van hun Schepper.
De woede van orthodoxe christenen bereikte echter het kookpunt toen D66-minister Els Borst van Volksgezondheid op 14 april 2001, de dag na Goede Vrijdag en twee dagen nadat de euthanasiewet door de Eerste Kamer was aangenomen, in een interview tegen NRC-journaliste Margriet Oostveen zei ‘Het is volbracht’, hiermee de laatste kruiswoorden van Jezus Christus citerend. De christelijke partijen waren hier zo ontstemd over dat ze een motie van wantrouwen tegen de minister indienden. Maar omdat Borst inmiddels haar excuses had aangeboden werd de motie alleen door de christelijke partijen gesteund.
Hoe moeten we haar woorden interpreteren? De discussie waarin Borst haar gewraakte opmerking maakte was zeer gepolariseerd. Hoewel ze hun handen in onschuld wasten hadden de christelijke partijen zelf aan dit klimaat bijgedragen. Senator Egbert Schuurman van de ChristenUnie (RPF en GPV waren inmiddels samengegaan) had een kleine week eerder, op 9 april tijdens het euthanasiedebat in de Eerste Kamer, D66-senator Jacob Kohnstamm tegen zich in het harnas gejaagd door de euthanasie in Nederland te vergelijken met de euthanasiepraktijk op zwakken en geestelijk gehandicapten van nazi-Duitsland in de jaren dertig en veertig. Hiermee stelde hij de voorstanders van het zelfbeschikkingsrecht bewust in een kwaad daglicht.
Els Borst heeft altijd ontkend dat ze met haar gewraakte woorden bewust christenen wilde kwetsen. Toch is haar timing, de dag na Goede Vrijdag, de dag dat Jezus aan het kruis stierf, net iets te toevallig. Borst heeft de schijn tegen zich.
Niettemin zijn er ook verzachtende omstandigheden. De christelijke partijen, vooral de kleine orthodox-christelijke partijen, stelden zich tijdens de euthanasiediscussie ontzettend fel en compromisloos op, alsof zij de absolute waarheid in pacht hadden, en schuwden grove vergelijkingen niet. Het is voorstelbaar dat de opmerkingen van Schuurman, die de voorstanders van het zelfbeschikkingsrecht met nazi’s vergelijkt, met gelijke munt werd terugbetaald.
Jezus zelf zou de ChristenUnie-senator wellicht zijn linkerwang toekeren. Hij is immers, als we de Bijbel moeten geloven, zonder zonde. Maar zulk voorbeeldige gedrag hoef je natuurlijk niet van een politica te verwachten die vanwege haar strijd voor het zelfbeschikkingsrecht onder vuur ligt. Niets menselijks was Els Borst vreemd.
Ewout Klei promoveerde in 2011 op de geschiedenis van het Gereformeerd Politiek Verbond. Hij besteedt in dit boek ook uitgebreid aandacht aan de euthanasiediscussie in Nederland.