Dit weekend congresseert de PvdA in Breda. Een belangrijk thema is de vaststelling van de Europese kandidatenlijst. De leden mogen hierover stemmen, maar ze hebben nauwelijks informatie. Het proces van het samenstellen van de kandidatenlijst lijkt transparant met individuele biografieën in de congresstukken (vanaf p.121), maar is dat juist niet. De PvdA vertelt wat de procedure was en noemt geslacht en regio als relevante kenmerken, maar komt verder met geen enkele toelichting waarom de lijst op de huidige manier is samengesteld.
Ook de PvdA-voorlichter kan over de keuze voor de afzonderlijke kandidaten niets vertellen. Zo wordt het onmogelijk te bepalen of dit de best mogelijke lijst is. In 2009 is bij de lijst ongetwijfeld ook een zorgvuldig proces doorlopen, maar toch ging het mis. De ruzies in de delegatie volgden elkaar in hoog tempo op. Het zou dus logisch zijn de PvdA-leden informatie te geven die hen in staat stelt de kwaliteit echt te evalueren en beargumenteerd met de lijst in te stemmen of deze te wijzigen. Dit is met de informatie van de PvdA onmogelijk. Hoe ziet er lijst eruit?
Tang, oud-Kamerlid, is de enige die zeker is van zijn plaats op de lijst: hij was al eerder via een lijsttrekkersreferendum gekozen. Tang heeft ruime politieke ervaring, maar niet in Europa. Zijn toenmalige tegenstanders zijn allen uitgespeeld. Tegenkandidaten Zita Schellekens en Robbert Baruch moesten genoegen nemen met een onverkiesbare plaats en bedankten voor de eer. Toenmalig tegenstander Bernard Naron staat op een onverkiesbare achtste plek.
Jongerius werd met veel lawaai aangekondigd als de nummer 2. Jongerius was misschien wel een goede lijsttrekker geweest, maar tijdens de lijsttrekkerscampagne had ze zeker nog geen Europese ambities. Jongerius wilde destijds nog burgemeester van Utrecht worden. Jongerius heeft geen politieke ervaring in een volksvertegenwoordigende rol en Europese ervaring mist ze ook.
Piri werkt momenteel voor het Nederlands Instituut voor Meerpartijendemocratie. Zij werkte eerder voor de sociaaldemocratische fractie in het Europees Parlement en daarvoor ook voor de vorige PvdA-delegatie (maar niet voor de huidige delegatie). Piri kreeg volgens ingewijden een hoge plaats omdat ze het Europees Parlement van binnenuit kent, in tegenstelling tot Tang en Jongerius. Ze werkte altijd voor organisaties die op de een of andere manier aan de PvdA gelieerd zijn. Zelf was ze nooit eerder volksvertegenwoordiger.
Emmelkamp werkt voor de Wiardi Beckmanstichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA en was eerder landelijk voorzitter van de Jonge Socialisten. Uit zijn eigen biografie blijkt dat hij zijn korte werkzame leven vrijwel geheel bij de PvdA of soortgelijke progressieve clubs heeft doorgebracht. Hij hield zich binnen de PvdA op verschillende momenten met Europa bezig. Hij was niet eerder volksvertegenwoordiger.
Sneijder is bekend als voormalig NOS-correspondent in Brussel. Tegenwoordig is hij daar communicatieadviseur. Zijn plaats is niet zozeer opmerkelijk omdat hij oud-journalist is, maar vanwege het feit dat zijn voormalige echtgenote als voorlichter van de PvdA-Eurodelegatie een relatie kreeg met delegatieleider Thijs Berman. Sneijders ex-vrouw woont nu samen met Berman.
Goudappel werkt momenteel als universitair hoofddocent Europees recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij heeft zeer veel gepubliceerd over Europees recht op verschillende deelterreinen en heeft tot dusver een wetenschappelijke carrière doorlopen. Ze is alleen achter de schermen binnen de PvdA actief geweest.
Tekin is eveneens een onbekende bij het grote publiek. Hij is Statenlid voor de PvdA in Noord Holland en werkte bijna tien jaar voor Job Cohen in zowel Amsterdam als Den Haag. En raad eens wie de voorzitter van de kandidatencommissie was? Juist. Volgens Tekin heeft hij over zijn sollicitatie geen gesprek met Cohen gehad. Maar toch heeft het de schijn tegen: Tekin heeft geen Europese ervaring.
Waarom de kandidatenlijst deze namen bevat en deze volgorde heeft is duister. Aantoonbare Europese ervaring of expertise en ervaring in een volksvertegenwoordigende rol waren in ieder geval geen criteria voor een verkiesbare plaats. Het enige duidelijke criterium is dat men zijn sporen binnen de partij moet hebben verdiend. Sommige kandidaten lijken nauwelijks buiten de PvdA te hebben gewerkt. Ervaring buiten de PvdA was dus zeker niet belangrijk voor een plaats.
De namen en de volgorde zijn dus helemaal niet verklaard. Een dergelijke werkwijze produceerde eerder het ruziënde trio Berman-Bozkurt-Merkies. Maar de PvdA heeft daar niet uit geconcludeerd dat zij haar criteria voor de kandidaten en voor de lijstvolgorde moet communiceren. Leden kunnen dan een geïnformeerde keuze maken in plaats van als klapvee de selectie van Job Cohen accepteren. Als het dan weer misgaat, kunnen de leden dat zichzelf verwijten. Nu zullen ze bij het eerste conflict in Brussel naar Cohen wijzen.
Als PvdA-leden hun partijdemocratie serieus nemen eisen ze morgen openheid over de totstandkoming van de kandidatenlijst en de gebruikte criteria. Na het broddelwerk van de vorige keer hebben de leden daar recht op.
Chris Aalberts publiceert eind deze maand: Kunnen burgers Europa van koers laten veranderen?