Media & TV

Rob Wijnberg: ‘Schande dat ik die prijs heb gekregen’

21-02-2014 11:54

Kent u ze? Mensen die gastheer zijn voor een uitreiking van een prijs en zichzelf veel belangrijker vinden dan de man, die in het zonnetje gezet moet worden? Pieter Broertjes valt in die categorie, nu burgemeester van Hilversum maar ook voormalig hoofdredacteur van de Volkskrant.

In het ‘masterpiece’ van architect Dudok, het gemeentehuis van Hilversum, opende Broertjes donderdagmiddag de bijeenkomst ‘Journalist van het jaar’, een initiatief van Villamedia. Met in de jury onder andere Cisca Dresselhuys (ex-hoofdredacteur Opzij) en Ad van Liempt (ex-hoofdredacteur Nova). De éminence grise van het journaille. De zaal bestond sowieso uit negentig procent grijskoppen die zichzelf opvallend nét iets te serieus namen. Een komische maar even treurige eigenschap van de doelgroep, waar ik zelf al decennia toe behoor.

Door God gezonden

Het feestvarken was Rob Wijnberg, voormalig hoofdredacteur van NRC Next en oprichter van De Correspondent. ‘De man van 1 miljoen’ werd ie een paar keer genoemd. Het brein dat voor het eerst in de geschiedenis een digitaal journalistiek platform heeft gecreëerd, waar ook nog geld mee verdiend wordt. ThePostOnline werd ook nog even genoemd, maar volgens Dolf Rogmans van Villamedia horen wij niet thuis in het rijtje van succesvolle sites. Dat u dat dus weet.

Wijnberg is door God zelf gezonden en daarom kreeg ie dit jaar de onderscheiding van zijn vakbroeders en zusters.

Autoverkoper

Broertjes hield een promotieverhaal over zijn stad alsof hij zojuist de allernieuwst BMW aan de man moest brengen. ‘1600 bedrijven houden zich hier bezig met nieuwe media en met de oude media samen wordt hier 27 miljard bruto per jaar omgezet.’ En voor de mensen die later met de trein naar huis moesten, had hij nog wat tips om vooral naar de panden te kijken van succesvolle ondernemingen in onder andere de game-industrie.

Ook zijn eigen rol in het nieuwe omroepbestel kwam ter sprake. Broertjes is lid van de tijdelijke commissie bij de Raad voor Cultuur die de regering gaat adviseren, hoe zo’n bestel eruit moet zien. Belangrijk voor zijn eigen gemeente, want in die fossiele en dooie omroepstad is elk baantje welkom.

Dat u dat dus weet.

Grote belangen

Waar kwamen we ook weer voor? Inderdaad, voor een journalist die een prijs kreeg. Wat is dat toch, die krankzinnige ijdelheid en zelfingenomenheid van mensen, die een krantje gerund hebben en maar door blijven zeveren over vermolmde wapenfeiten, die u en ik al lang vergeten zijn. Na de toespraken vroeg ik aan Wijnberg of ie zich ook kapot had geërgerd aan de monomane Broertjes, maar nee, Rob had nergens last van. Wijnberg lijkt me sowieso geen jongen die stennis schopt, want daar zijn de belangen van zijn Correspondent waarschijnlijk veel te groot voor. Ad van Liempt, een vriend van Broertjes, liet zich na afloop nog wel ontvallen dat het optreden van de burgemeester inderdaad wel een tandje minder had gemogen.

De jury had Wijnberg dit jaar uitverkoren omdat hij ondernemerschap en journalistiek op een uitstekende wijze weet te verbinden, met een uniek redactieconcept, dat hij in zijn eigen speech nog eens droogjes en fraai toelichtte. Wijnberg refereerde eerst aan zijn tijd bij NRC Next, waar hij met leuke mensen werkte, maar die geen stukken schreven die ze eigenlijk zouden willen schrijven. Journalisten die teveel de agenda volgen, werken vanuit een automatisme en te weinig van hun eigen behoeften uitgaan. Want hoe mooi is het niet om te schrijven over bijvoorbeeld dementie of over het kermisvolk dat het moeilijk heeft, maar dan zonder directe nieuwsaanleiding. De latere filosofie van de Correspondent.

Twintig nieuwsberichtjes

Wijnberg is eigenlijk stomverbaasd dat ie de prijs überhaupt heeft gekregen, want hij heeft misschien hooguit ‘twintig nieuwsberichtjes’ getikt. ‘Een schande’, deze prijs behoort volgens Rob veel meer toe aan een oorlogscorrespondent zoals Hans Jaap Melissen, die de nummer één van de shortlist warm toesprak en de prijs uitreikte, omdat hij in 2012 de gelukkige was. Wijnberg verklaart zijn eigen succes omdat het zondagskind altijd de vrijheid heeft gehad om ‘iets uit te proberen’, de levensfilosofie van zijn ouders, die hij daar natuurlijk zeer dankbaar voor is, want die noem je nu eenmaal in je speech.

Rob is één van de twee zoons van klinisch psycholoog en Telegraaf-columinst Jeffrey Wijnberg en kunstenares Tatiana Kratochvil. Wijnberg studeerde filosofie, belandde zelfs nog voor een jaartje op de Toneelschool in Amsterdam om daarna, via zijn vaste column in de Telegraaf, essayist bij de Groene Amsterdammer te worden. Zijn journalistieke stiel die weer leidde tot columns in NRC Next, waar hij in 2010 hoofdredacteur werd. Na een conflict met Peter Vandermeersch, hoofdredacteur van NRC, startte Wijnberg vorig jaar september met zijn digitale krant voor onderzoeksjournalistiek, waar lezers voor zestig euro per jaar konden intekenen.

Jonge talenten

Na afloop legde ik Wijnberg de vraag voor hoe het voelt om een prijs te krijgen uit handen van de oude journalistiek, de hoofdmoot van het publiek in de Burgerzaal. Wijnberg kijkt niet naar leeftijd, maar naar wat mensen te bieden hebben. Hij heeft 61-jarigen in zijn redactie maar ook jonge talenten van 22 jaar. Ervaring is belangrijk, maar onderlinge kruisbestuiving tussen jong en oud een noodzaak. Wijnberg vindt de oude journalistiek vaak te afstandelijk opereren, hij bevordert de persoonlijke drive van zijn redacteuren die vanuit hun eigen perspectief en belangstelling tot onderwerpen moeten komen. Dus niet blind achter de meute aanhollen die op zoek is naar onthullingen en scoops.

‘Als essayist hoef je niemand te bellen. Ik heb gelukkig ook nooit corvee hoeven te doen bij de krant. Ik heb niet zoveel op met het nieuws.’