Het einde is in zicht. Volgens de laatste cijfers behaalde Hillary Clinton een kleine 58 procent van de stemmen in New York, tegenover een ruime veertig voor Sanders. Trump behaalde een nog eclatantere overwinning door zestig procent van de stemmen achter zich te krijgen. Ted Cruz haalde de vijftien procent niet eens en kwam op een derde plek binnen, achter John Kasisch die vijfentwintig procent behaalde.
Voor beide winnaars waren de verkiezingen in de Empire State een thuiswedstrijd. New York is het hoofdkwartier van Trumps vastgoedimperium en Clinton was van 2001 tot 2009 senator voor de staat.
Hoewel velen verwachtten dat beiden hier zouden winnen, wordt nu op veel plekken pas gezegd dat de nominatie hun niet meer kan ontgaan. De voorsprong op de nummers twee is te groot. Maar de nominatie winnen is voor The Donald een stuk lastiger dan voor Hillary.
Als Trump niet voldoende gedelegeerden binnensleept, loopt hij in juli tegen een ‘open convention‘ aan. Die kans is bij Hillary kleiner. Bovendien heeft zij het establishment achter zich; het Republikeinse establishment ziet in Trump de antichrist. Daarom profileert Trump zich nu op een andere wijze dan voorheen, om op die manier zoveel mogelijk gedelegeerden binnen te halen bij een eventuele open convention. Wat Trump kort gezegd deed, was zich presidentiëler gedragen.
Hoe populair Trump ook is, het brulaap-imago doet het slecht bij gedelegeerden die een betrouwbaar en ingetogen persoon willen zien, iemand die woorden van brons voortbrengt. Dat is niet Trumps forte, wat zijn transformatie des te knapper maakt. Hoewel, zo moeilijk is het ook niet om van “Lyin’ Ted” naar “Senator Cruz” over te schakelen, zoals hij deed. Trump verloor overigens niet zo veel van zijn bravoure en verklaarde met typische zelfverzekerheid: “We don’t have much of race anymore“.