Jan!
Als het om de dood gaat, ben ik een dweil.
Zet me op een crematieplechtigheid van een wildvreemde, laat me één familielid zien met een traan of horen met een brekende stem en de tranen rollen als vanzelf over mijn wangen.
Maar zelfs voor mij zijn er grenzen.
Als mensen na een jaar of achttien hun hond verliezen en ze rouwen daarover alsof zojuist hun eigen zoon of dochter overleed, voelt dat altijd een beetje ongemakkelijk. Ik vind het best zielig voor ze, maar denk ook: come on, het was een hónd.
Dankzij jou weet ik nu dat het nog erger kan.
Ik zag een tweet van je. Met een foto. Je stond aan de rand van een zelf gegraven graf in het bos. De spade stond er naast. In je handen had je een kistje. En de begeleidende tekst luidde: “Na twee dagen intensieve hulp op mijn kamer is kipje Bep vredig ingeslapen”.
Een man van 61 die een dode kip begraaft. Die aan een ander vraagt om een foto van dat tafereel te maken. Die die foto vervolgens publiceert. Met zo’n tekstje.
Ik weet het niet hoor, Jan.
Sterkte,
Maar niet zozeer wegens Bep.
Groet,
JanD