Beste Tom-Jan,
Je was gisteren te gast in het Argos-programma ‘Luizen in de pels’ op Radio 1.
Twee dingen vielen op.
Ten eerste: geen programma had de afgelopen week zo’n hoge ‘ik-dichtheid’ als ‘Luizen in de pels’. Er waren zinnen met drie keer ‘ik’ in de eerste zes woorden; en dat kwam, zeg maar, niet alleen doordat je een betere schrijver dan spreker bent.
Ten tweede: dat je beweerde dat je in 1994 namens NRC Handelsblad de primeur had van wat de IRT-affaire zou gaan heten. De waarheid is dat Eric Stolwijk en Gerard den Elt van het Algemeen Dagblad die primeur hadden. Toen ze je daar fijntjes op wezen, meldde je met die van NRC’ers bekende nuffigheid dat de oorzaak daarvan was dat het Algemeen Dagblad met de scoop ’s ochtends verscheen en NRC Handelsblad pas ’s middags later in de ochtend op de mat viel. Alsof de definitie van ‘primeur’ verder gaat dan ‘het eerste nieuwsfeit’. Volgens jouw redenering had anders elk medium de dood van Johan Cruijff onlangs als primeur.
Er zijn chiquere manieren om ‘sorry’ tegen Stolwijk en Den Elt te zeggen.
Maar ja, NRC hè…
Groet,
JanD