De Aubisque staat in de schaduw van zijn hogere buurman de Tourmalet, maar verder doet hij niet voor hem onder. De Tourmalet en de Aubisque hebben tezamen vele vroege Tours gekleurd. Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw is de Tourmalet vaker verkozen boven de Aubisque. Het is nog steeds de meest beklommen berg uit de Tourhistorie. Door de ‘geringe’ hoogte van de col is de top vaak in nevelen gehuld, de wolken blijven hangen tussen de hoger gelegen bergen. Toch is de berg erg lastig. De eerste vier kilometers stijgen rond de vijf procent. Als het dorp Eaux Bonnes bereikt wordt stijgt het naar acht procent, even buiten het dorp zelfs tot 13 procent. Het beboste dal van de Valtentin wordt almaar nauwer tussen de bomen. Na het skidorp Gourette loopt de route het smalle dal uit. Vanaf daar klimt het nog even verder. De laatste kilometers zijn nog lastig met continue stijgingspercentages tussen acht en tien procent. Het is vaak hondenweer op de Aubisque wat voor een incidentrijke, bijna mythologische, Tourgeschiedenis heeft gezorgd. Zo werd in de jaren ‘70 een herder door de bliksem getroffen terwijl de renners passeerden. De man was op slag dood, de renners merkten er niets van.