In het laatste jaar van mijn middelbare school had ik een geweldige docent voor Engels. Iedereen had respect voor hem, luisterde naar hem en mocht hem. Misschien nog wel belangrijker: hij inspireerde ons. Het vak Engels werd door hem meer dan woordjes en grammatica leren, literatuur werd meer dan een stapel afgestofte verhalen. Het was een avontuur, een ontdekkingstocht, waarbij mijn docent ons aan de hand nam en liet zien hoe mooi de wereld is.
Ik weet zeker dat iedereen wel zo’n docent heeft gehad. Eentje die enthousiast kon vertellen, aandacht had voor zijn leerlingen en niet alleen docent was, maar ook een soort voorbeeld: zo zou ik ook met mensen om willen gaan, zo’n passie wil ik ook hebben in mijn latere beroep. Vaak komen we zulke docenten al op jonge leeftijd tegen; niet verwonderlijk misschien dus, dat bijna ieder kind ooit leraar of lerares heeft willen worden.
Je kunt je afvragen waarom, al dat zo is, er zo’n schrijnend tekort is aan goede docenten. Op de maatschappelijk ladder wordt het beroep docent niet bijzonder hoog aangeschreven: mensen die leraar zijn geworden vanuit zichzelf, zijn dun gezaaid. Bij het kiezen voor een studie is een veelgehoorde klacht “ Maar daar kun je alleen maar docent mee worden, en dat wil ik echt niet.” Doceren is, kortom, een laatste optie voor als al het andere gefaald heeft. Het geniet geen status. Zoals mensen vroeger maar rechten gingen studeren, zo worden ze nu maar leraar.
Zonde, eigenlijk. We kunnen alleen maar goed in iets worden door het van anderen te leren. Als die anderen er niet zijn – of niet bereid zijn om ons les te geven – dan houdt het gauw op. Goede docenten, op welk gebied dan ook, zijn van essentieel belang. Daarom is het ook niet meer dan terecht als leerlingen protesteren als ze slecht onderwijs krijgen: we moeten dingen op de juiste manier aanleren, zeker in de huidige arbeidsmarkt. Als docenten dit verzuimen, lopen we het risico straks slecht voorbereid de markt op te aan, vanwege een chronisch gebrek aan kennis.
We snijden echter onszelf in de vingers. In plaats van dat we het lesgeven beschouwen als belangrijke taak, stoppen we het in het verdomhoekje en betalen het bovendien slecht uit. Ouders wensen hun kinderen iets toe wat meer aanzien geniet. Docenten worden altijd bekritiseerd, maar amper geprezen. Geen wonder dat mijn docente Nederlands zo blij was dat een klasgenootje van mij zich had laten ontvallen dat ze wel Nederlands zou willen geven. Elk zieltje dat gewonnen kan worden, is er een. Terwijl we er beter aan zouden doen om het leraarschap weer aantrekkelijk te maken, zodat die goede, enthousiaste mensen zich vanzelf melden. Kijk naar Finland, waar ze zelfs kunnen selecteren, omdat het aanbod zo groot is. Omdat iedereen docent wil worden. Omdat het daar wel een respectabel beroep is.
Hoe goed het onderwijs is, staat en valt in eerste plaats met de docent. Betere leraren betekent betere prestaties van leerlingen en dus een boost voor de kenniseconomie. In plaats van geld te pompen in topleerlingen, zou Sander Dekker moeten investeren in topleraren. Docenten die in staat zijn ook de excellente leerling uit te dragen en de stimuleren. Mijn Engels docent slaagde daar immers ook glansrijk in.