Opinie

System Of A Down geeft 50.000 jongeren hoop dat de Armeense genocide niet vergeten is

25-05-2016 11:49

Beste Sylvana Simons, bij deze mijn verslag van het optreden van System Of A Down, een Amerikaans-Armeense rockgroep, afgelopen jaar in Jerevan, ter herdenking van 100 jaar Armeense genocide. Misschien helpt het je, als muziekliefhebber, om wat meer empathie voor de kwestie te ontwikkelen.

System Of A Down en de Armeense genocide

Het begint al als ik om 06.00 uur de ontvangsthal van vliegveld Zvartnots binnenloop. Twee allerschattigste en verrassend frisse scholieren voor het vroege uur, met bordjes van het Global Forum Against The Crime Of Genocide, houden me staande en vragen me naar het doel van mijn reis. “Gaat u het genocide-momument bezoeken?”

Het symbool van de Wereldwijde-Stop-De-Genocide-Vereniging is een pimpelpaarse bloem, die ik de hele dag overal zal zien. Een vriendin helpt me later het bloemetje te classificeren als een alpen-vergeet-mij-nietje, een zeldzame, pimpelpaarse variant van onze korenblauwe. Vergeet-mij-niet. Enig gevoel voor melodrama kan de Armeniërs niet ontzegt worden.

Lichtbakken met “I remember and demand” en posters waarop een Ottomaanse snor-met-fez gebroederlijk naast een Hitlerkapsel-met-snorretje staat getekend, met als tekst “By condemning the previous, we could have prevented the following”, laten weinig te raden over. Het klopt natuurlijk allemaal wel. In zijn toespraak in Obersalzburg op 22 augustus 1939, aan de vooravond van zijn inval van Polen, zei Adolf Hitler: “Wer redet heute noch von der Vernichtung der Armeniër?“ Maar je kunt het er ook te dik bovenop leggen. Om de vijf meter een beschuldigende lichtbak in de ontvangsthal van je vliegveld is misschien wat veel.

Enver Pasja en de genocide van 1915

Toch staat de Armeense genocide als historisch feit vrijwel onomstotelijk vast. Genocide betekent volkerenmoord. Genos is Grieks voor ras of stam, cide komt van caedere, Latijn voor doden. Het woord werd in 1944 gemunt door de Pools-Joods Advocaat Raphael Lemkin, in een studie waarin hij de het lot van de Europese joden beschreef als een “systematische en planmatige vernietigen van een bevolkingsgroep”. In 1948 werd de term voor het eerst gebruikt tijdens een conventie van de Verenigde Naties. Sindsdien is het een gevleugelde, beladen term.

De Armeense genocide valt niet los te zien van de Eerste Wereldoorlog. Tijdens die oorlog vochten de Turken aan Duitse zijde. Vooral omdat ze iedere tegenstander van aartsvijand Rusland als een bondgenoot zagen. Het Ottomaanse rijk betrad het oorlogstoneel in 1914 met het bombarderen van Russische havens. In 1914 viel Enver Pasja met zijn leger Rusland aan en leed zware verliezen. Het jaar daarop gaf hij daar publiekelijk de Armenen de schuld van.

Armeense deportanten gingen op weg naar nergens, ze werden letterlijk de woestijn ingestuurd

De Armeniërs hadden toen al aardig wat klingen van Ottomaanse kromzwaarden gezien. Tijdens pogroms in de negentiende eeuw waren al vele tienduizenden van hen omgekomen. Maar niets had ze kunnen voorbereiden op wat ging komen. Op 24 april 1915 werden in Constantinopel, nu Istanboel, honderden leden van de Armeense elite opgepakt, gedeporteerd en later vermoord. Deze dag is voor de Armeniërs het begin van de volkerenmoord. In datzelfde jaar pakte het Turkse regime alle Armeniërs die het kon vinden op en deporteerde ze naar een onbewoonbaar gebied in het huidige Syrië, toen nog deel van het Ottomaanse rijk. Volgens Enver Pasja “Om te voorkomen dat ze met de Russen zouden samenwerken.”

De Armeense deportanten gingen op weg naar nergens, ze werden letterlijk de woestijn ingestuurd. Er was geen eten of drinken geregeld en ze stierven als vliegen. Wie niet aan de ontberingen overleed, werd vermoord. Volgens een recente telling in de Turkse archieven door historici, stierven op zijn minst een miljoen Armenen.

Metallica in 1991 in Moskou

Op 23 april 2015, één dag voor de officiële herdenking van honderd jaar genocide, treedt System Of A Down op in de hoofdstad Jevevan, het klopende hart van Armenië. De Amerikaans Armenische rockers geven een concert op het Plein van de Republiek, en hopen daarmee zowel internationaal aandacht te vragen voor de genocide, als de lokale jongeren een hart onder de riem te steken.

Het concert is gratis, en dat kan ook niet anders. Armenië is een straatarm land. Als Serj Tankian en de zijnen geld zouden vragen, werd het een optreden voor de happy few. En dat is het laatste dat ze willen. System Of A Down is een ideologische nazaat van politieke bands als Rage Against The Machine. Hun teksten zijn vol van bijtende satire tegen The Man: de mensen met de macht, de industriëlen, de staat en haar politieapparaat. Deze band staat aan de kant van de kleine man, zijn vrouw en zijn kinderen.

Dit is het eerste grote rockconcert in de Kaukasus dat door jonge rockfans bezocht kan worden. Een historisch feestje, vergelijkbaar met dat van Metallica in 1991 in Moskou. Bij Metallica waren destijds twee miljoen fans. Op het Plein van de Republiek in het centrum van Jerevan is maar plek voor 50.000 jongeren, maar het landje is ook ongeveer vijftig keer zo klein als die van Rusland. Sinds het opbreken van de Sovjetunie is de populatie van Armenië sterk gedaald, voornamelijk door emigratie. Ook na de twee wereldoorlogen waren er migratiegolven. In 1918 belandde deel van de landverhuizers in Hollywood. Vier van hun kleinkinderen startten een garagebandje. Dat werd System Of A Down.

De berg Ararat

Mijn taxichauffeur, in loafers en een zwartleren sovjetjasje, heet Armen en is zijn leven lang vliegtuigmonteur geweest. Tupolev-154’s in de lucht gehouden voor Air Armenia. “Piece Of Shit Airplane”, moppert hij. Hij rijdt nu al twaalf jaar taxi om zijn pensioentje aan te vullen. De lange rit naar het centrum kost me 5,000 dram, nog geen tien euro. De bejaarde vliegtuigmonteur houdt zijn oude Volga zacht vloekend aan de praat. Langs schaars verlichte Sovjetflats gaan we, richting het Plein van de Republiek. Het wordt langzaam licht. De berg Ararat torent boven de stad uit. Voor Armenen is Ararat bijna Goddelijk. Volgens de Bijbel was deze berg het eerste stukje droge aarde, na de Zondvloed. Noach ging er met alle dieren aan land. Dat maakt Ararat de bakermat van de wereldbeschaving. Voor Armenen is Noach de eerste Armeniër en zij zijn het eerste volk, de kinderen van de Ararat. Helaas hebben de Turken de berg, die ooit in groot-Armenië lag, afgepakt. De grens zit al dertig jaar potdicht.

Armen zet me af op het Plein Van De Republiek. De grauwe flats maken hier plaats voor statige gebouwen, opgetrokken uit vulkanisch gesteente in allerlei tinten roze en rood. Voor de komst van de Sovjetflats werd Jerevan “de roze stad” genoemd. Het gesteente kan zomaar rechtstreeks uit de kratermond van de Ararat komen, een stratovulkaan die voor het laatst rond 550 voor Christus uitgebarsten is. De roze gebouwen rond het plein zijn gloednieuw. Sierbogen en zuilen met timpanen geven de illusie van ouderdom: surrogaatgeschiedenis. Sinds de val van de Sovjetunie heeft het centrum van Jerevan, dankzij gulle gevers uit het buitenland, een total-make-over gekregen. In de protserige roze kolossen huizen ministeries en musea. Dit is het centrum van de macht.

Midden op dit Plein staat een enorm concertpodium. Het plein is schoner dan schoon gepoetst. Overal spuiten fonteinen en bloeien bloemen, speciaal voor de gelegenheid geplant. En er lopen haast meer politie-agenten rond dan dat er bloemen staan. Alle toegangswegen zijn afgezet met dranghekken. Dit plein is de trots van Jerevan, waar vanavond een wereldberoemde band speelt. Dit is het visitekaartje van Armenië voor de internationale pers. Burgemeester Taron Margaryan is duidelijk vastbesloten om een vlekkeloos feestje van te maken.

‘We hebben geen honger’

Fans staan te rillen in de ochtendkoude, verlangend kijkend naar het reusachtige speakers bij het podium. Scholieren Sergei (18), Narek (19) en Hovo (20) zijn met de eerste bus uit Noyemberyan, aan de grens met Georgië gekomen. Ze zijn om vier uur ’s ochtends vertrokken om er maar op tijd bij te zijn. De jongens zijn verbaasd dat het niet drukker is. Narek: “We dachten dat het hier al helemaal vol zou staan. System komt spelen! Gratis!” De jongens zijn van plan de rest van de dag rond het plein rond te hangen. Hovo trekt aan zijn vlassige baardje: “We hebben geen honger.”

Tot vandaag was een live rockconcert net zo bereikbaar voor ze als de maan

Verderop tref ik Elina (17) en Yeva (17). Vriendinnen uit het nabijgelegen Gjoemri, waar een Russische troepenmacht van 3,000 soldaten gelegerd is. Ook zij wilden er vroeg bij zijn. “Wij zijn de grootste fans van System!” De meiden zien er ondervoed uit, ik had ze twee jaar jonger geschat.

Als de rockchicks horen dat ik uit Nederland kom, willen ze alles horen over de concerten die ik gezien heb. Tot vandaag was een live rockconcert net zo bereikbaar voor ze als de maan. Hun moederland is straatarm en corrupt tot op het bot. Buurland Georgië heeft zijn zaakjes op orde en trekt buitenlandse investeerders aan. Buurman Azerbeidzjaan is net zo rot, maar zwemt sinds enige jaren in de olie. Armenië heeft geen van beide. Het is feitelijk een mislukte staat. Daarnaast houdt het land al twintig jaar de Azerbeidzjaanse enclave Nagorno Karabach bezet. Het militaire budget van Azerbeidzjaan is inmiddels groter dan het totale budget van Armenië. Krijgshaftige taal over het terugveroveren van Karabach vliegt regelmatig de grans over. De Russische troepen zijn hier niet voor niets.

Na de val van de Berlijnse Muur is Armenië leeggelopen. Alle mannen die kunnen, werken in Rusland en sturen geld naar huis. Achtergebleven zijn dronkaards, taxichauffeurs en politieagenten. Buiten de steden heerst grote armoe. Op de kale bruine heuvels groeit bijna niets. Misschien wel de helft van het Bruto Nationaal Product is buitenlands geld. Sinds de bezetting van de Krim is de roebel de helft in waarde gedaald, de geldstroom is navenant opgedroogd.

De Pogroms van Kessab, 1915 & 2015

De dag verstrijkt. De menigte jongeren achter de politiekordons groeit. De lucht is droog en het is warm, maar als er een wolk voor de zon schuift, rillen de rockfans in hun dunne jasjes. Jerevan ligt 1.000 meter boven de zeespiegel en Armenië is door land omsloten. De dichtstbijzijnde kustplaats ligt in Georgië, 500 kilometer verderop aan de Zwarte Zee.

Ruby (16) en Rohe (20) hebben betere kleren aan dan de meeste jongeren en spreken goed verstaanbaar Engels. Rohe, Ruby’s vriendje, zegt plagerig dat ze eigenlijk Yaghut heet. Zij werpt tegen dat Yaghut robijn betekent, dus ze is Ruby. Het meisje heeft een deel van haar zwartgeverfde haar weggeschoren en draagt een T-shirt van Cannibal Corpse, wel wat heftiger muziek dan het alomtegenwoordige Iron Maiden. Ze is er trots op dat je haar shirt niet in Armenië kunt kopen. “En zij heeft net een genocide meegemaakt!” grapt haar vriendje. Ruby’s gezicht verstrakt, maar ze knikt. Terwijl hij een arm om haar heen slaat vertelt ze:

‘Precies honderd jaar later vielen Syrische rebellen mijn stad binnen’

“Ik kom uit Kessab, een Armeens stadje in de bergen van Noord Syrië, bij de Turkse grens. Tijdens de genocide van 1915 is heel Kessab gedeporteerd. Mijn voorouders hebben het overleefd en zijn er altijd blijven wonen.

“Precies honderd jaar later, afgelopen lente, vielen Syrische rebellen mijn stad binnen, geholpen door de Turken. Ze staken de kerk van mijn ouders in de brand. Het voelde als een herhaling van 1915. Mijn ouders hadden een goedlopend bedrijf, maar we zijn gevlucht. Bijna zonder iets mee te nemen”.

“Alleen maar een paar diamanten”, grijnst Rohe. Hij krijgt een por van Ruby. “Ik woon nu al bijna een jaar in Jerevan, ik kende helemaal niemand hier. Gelukkig heb ik hem ontmoet”. Ze zoent Rohe liefkozend op zijn wang. Deze Ruby is bijna een posterkind voor alles waar System Of A Down voor staat. Armeense, vluchteling, getraumatiseerd. Tegelijkertijd heeft ze het waarschijnlijk beter dan de meeste concertgangers. Rare combinatie.

Anderhalf miljoen heiligen

En dan is het half zes. In groepjes van tien worden de muziekhongerige jongeren doorgelaten, ze rennen richting het podium alsof de Muur is gevallen en ze net uit Oost-Berlijn zijn losgelaten. In zekere zin is dat ook zo.

Als iedereen die door mocht voor het podium staat begint een kerkdienst. Live, via grote schermen bij het podium te volgen. Armeense sinterklazen in alle kleuren van de heilige regenboog zwaaien met wierookvaten in de grootste kathedraal van Armenië, de Echmiadzin. Ze declameren spreuken en kussen schilderijen, waarop grote groepen mensen met aureooltjes afgebeeld staan. We maken live de heiligverklaring van anderhalf miljoen Armeense genocide-slachtoffers mee. Terwijl de bisschoppen hun laatste bezweringen uitspreken wordt het donker. Tijd voor System Of A Down.

50.000 hongerige zielen kijken reikhalzend naar het podium. Er heerst een haast religieuze verwachting. Er worden snoepjes rondgedeeld, ik krijg stukjes brood aangereikt. Iedereen lacht naar elkaar. Het heeft iets van een jongerenkerkdienst in Taizé. Op het podium, waar de band zometeen gaat spelen, liggen Perzische tapijten. Ondertussen is het gaan regenen. Tegen de tijd dat zanger Serj Tankian het podium op loopt en met sonore zang het nummer Holy Mountains inleidt, stortregent het. Mijn jas ligt in het hotel. Er zit maar een ding op: uit volle borst meezingen en met de jeugd meespringen om warm te blijven.

De band gaat er keihard in en speelt akelig strak. System doet bijna geen praatjes, geen pauzes tussendoor. Na Holy Mountains volgen in rap tempo Jet Pilot, Suite-Pee, Prison Song, U-Fig, Aerials … Doorbraakalbum Toxicity kwam bijna vijftien jaar geleden uit, en dat is te zien. Dolmayan is dikker geworden. Hij zit flegmatisch te drummen, met een gezicht alsof hij een broodje kip eet. Blijkbaar is dat hoe hij zich concentreert voor de genadeloze tempowisselingen die SOAD kenmerken. Gitarist Daron Malakian werd tijdens Toxicity al kaal. Hij draagt nu een zwierige hoed over zijn lange haarslierten, die hij de hele avond niet afdoet. Zanger Serj Tankian is zichtbaar grijs en gerimpeld.

My Cock Is Bigger Than Yours

Het heilige vuur brandt nog even fel. Malakian danst gestoorde pirouettes tijdens zijn gitaarsolo’s en brult tussen twee nummers door: “This is not a rock and roll concert! To our murderers, this is revenge!” Bassist Shavo Odadjian staat het publiek op te zwepen, terwijl hij de ritmische capriolen van Dolmayan moeiteloos volgt op zijn bas. Serj staat met geheven hand en gesloten ogen te zingen. Als een moderne priester, een sjamaan. Daron en Shavo begeleiden hem met loepzuivere tweede en derde stemmen. De band speelt zesendertig genadeloos brute, weerstaanbare meezingers. Twee uur en een kwartier lang, alleen een of twee keer stoppend voor een genocide-filmpje.

Tot mijn verbazing zingt het Armeense publiek vrijwel alle nummers woord voor woord mee. Het heeft iets weg van een EO-jongerendag. Afgezien dan van teksten als My Cock Is Bigger Than Yours. En dat nummer treft ook gelijk de essentie. 50.000 jonge Armenen krijgen hier een reusachtig hart onder de riem gestoken. Goede herrie geeft je een kick. Een gevoel dat je alles aankan. Jouw spreekwoordelijke piemel is groter! Groter dan die van de agenten, die je dag in dag uit zonder reden de weg versperren. Dan die van de corrupte politici die je land bederven. Dan die van een wereld vol landen als de Verenigde Staten, die niet erkennen dat je voorvaderen systematisch zijn uitgemoord, zelfs niet na honderd jaar. Dan die van Mark Rutte, die je laat weten dat de genocide van je voorouders slechts een voetnoot bij de geschiedenis is. My Cock Is Bigger Than Yours!

Niet vergeten

Het concert eindigt abrupt. Dolmayan gooit vijf paar drumstokjes het publiek in en knielt als een moslim voor het christelijke publiek. Een prachtig gebaar. En dan is het afgelopen. Vreemd genoeg stopt de regen vrijwel op datzelfde moment. Met glanzende gezichten en overvloeiende harten gaan we naar huis. We zijn gehoord, we zijn gezien, we hebben een rockconcert van grote klasse meegemaakt. We zijn stuk voor stuk doorweekt, maar gloeien van binnen als aangeblazen kooltjes. Alleen de hordes agenten staan te rillen van de kou bij hun hekken. Chagrijnige, uitgebluste gezichten, in regenponcho’s bedrukt met symbolen van de macht, kijken ons na.

Ik geloof nergens in, maar ik weet zeker dat System Of A Down op donderdag 23 april aan 50.000 doodarme, achtergestelde jongeren een kostbaar cadeau gaf: liefde voor muziek, een gezonde dosis geloof in zichzelf en de hoop dat ze niet vergeten zijn.

Dit verslag verscheen deels eerder in de Nieuwe Revu