Er is geen sprake van een doofpot in de bonnetjesaffaire in de zogenoemde Teeven-deal. De chaos bij het ministerie van Veiligheid van Justitie is zo groot dat het departement niet eens in staat is om een gevoelige zaak in een doofpot te stoppen. Dat concludeert de commissie-Oosting, die de affaire andermaal onderzocht.
De commissie maakt zich grote zorgen om de cultuur op het ministerie. Aan de top was er een ‘evident gebrek aan regie in de politiek zeer gevoelige zaak’. De commissie ziet er ‘verkokering, gebrek aan eenheid van optreden en het ontbreken van politieke sensiviteit’. De vraag is of die situatie ‘per saldo niet ernstiger is’, aldus de commissie. Je kunt zo niet eens iets effectief toedekken, schamperen de onderzoekers.
De Teeven-deal is de schikking die huidig Kamerlid Fred Teeven als officier van justitie trof met drugscrimineel Cees H.. De latere afhandeling van de zaak kostte minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten zijn baan, net als Teeven, die op dat ministerie inmiddels staatssecretaris was. Ze stapten op toen bonnetjes opdoken die bewezen dat de crimineel 4,7 miljoen gulden aan de deal overhield. Opstelten had een jaar lang volgehouden dat het om 1,2 miljoen gulden ging en dat het bonnetje onvindbaar was.
Eerder concludeerde de commissie van Marten Oosting al dat de deal en de nasleep niet deugden. Het nieuwe onderzoek richtte zich op de zoektocht naar ‘het bonnetje’. Ambtenaren zouden daarmee hebben moeten stoppen. Zo’n doofpot was het dus niet. ,,Zo’n situatie veronderstelt in elk geval het organisatorisch vermogen en de bestuurskracht om zaken effectief toe te dekken.” Daarvan was geen sprake, zegt de commissie.
Een veeg uit de pan krijgt met name Pieter Cloo, de toenmalige secretaris-generaal. Hij is ‘ernstig tekortgeschoten’. Om de bewindslieden te helpen zich te verantwoorden in de Tweede Kamer, moet de secretaris-generaal regelen dat het ministerie functioneert als één geheel. Dat lukte hem niet.
De commissie neemt het op voor ict-ambtenaren van het ministerie. Die hebben ‘professioneel gehandeld en hun taken naar behoren uitgevoerd’. De huidige minister Ard van der Steur en zijn staatssecretaris Klaas Dijkhoff zeiden tijdens een debat over de zaak dat zij niet de juiste mensen waren.
Dit bericht wordt aangevuld
