Ahmed Marcouch, een politieke biografie

18-03-2014 14:28

Voor die tijd hoorde je binnen de PvdA nooit iemand over wijdverbreide homodiscriminatie, constateerde Dennis Boutkan. Er was één uitzondering, vertelde hij. Het Amsterdamse PvdA-raadslid Yman Mahrach vergeleek in april 2008 homoseks met liegen. Deze politica zei: ‘Dat er veel discussie onder moslims was over het feit of je wel of niet geweld mocht gebruiken tegen homo’s. Maar dat de homoseksuele daad verboden is staat gewoon in de Koran. Dat is een regel in de islam. Net zoals je niet mag liegen. Dat geldt ook voor de Bijbel. Het is niet aan de politiek het daarmee oneens te zijn.’

Ze bracht haar fractie in grote verlegenheid en het COC Nederland eiste dat de Amsterdamse PvdA zich publiekelijk distantieerde van haar uitspraken.  

 

‘Wat er in de Koran staat zal me worst wezen. Het gaat er om dat geweld tegen homo’s onacceptabel is’

 

‘Wat er in de Koran staat, zal me worst wezen,’ zei Marcouch in een interview met de Gay Krant.
‘Het gaat erom hoe je als mensen met elkaar omgaat en geweld tegen homo’s is onacceptabel. Ik heb tijdens de discussies het nieuwe begrip religieuze homo geïntroduceerd. Ik vroeg moslims waar ik mee sprak: “Wat gaat voor? Godsdienstvrijheid of persoonlijke vrijheid, de vrijheid om te zijn wie je bent?” Ik vind dat je gelovig en homo kunt zijn.’

‘Het zou al schelen als homo geen scheldwoord meer was want dat is het namelijk nu wel voor veel moslims. Ik ken Marokkaanse families die echt kapot zijn gegaan doordat één van de kinderen homoseksueel was. Echte drama’s hoor! Moslimhomo’s hebben het enorm moeilijk met hun geaardheid. Ze kunnen er niet over praten. Ze hebben gewoon geen leven. Ik wilde voor hen strijden en ik heb daar een zware prijs voor betaald.’

Forse prijs

Marcouch heeft inderdaad een forse prijs moeten betalen voor zijn houding en optreden, beaamde toenmalig Amsterdams COC-voorzitter Boutkan. ‘Marcouch wist van tevoren dat hij met dit onderwerp bij de moslimgemeenschap heel veel weerstand en discussie zou oproepen. Maar hij riep gewoon: “Je moet met je handen van homo’s en lesbo’s afblijven.”‘

‘Hij bezocht  twee keer de viering van het Suikerfeest voor moslimhomo’s, kwam met de homonota en hij voer mee op een boot van Gay Pride door de hele grachtengordel, tussen dansende homo’s. Dat optreden tijdens Gay Pride was belangrijker dan alle homonota’s bij elkaar.’

Grootste homo van Amsterdam

‘Dat zie ik Aboutaleb niet doen hoor!’, constateerde Boutkan.
‘Vanwege dat publieke optreden werd Marcouch binnen de homogemeenschap op handen gedragen. Maar voor veel Marokkaanse jongens is hij nu de grootste homo van Amsterdam. Het was duidelijk dat hij ver voor de troepen uitliep. Dat hij nu door veel Marokkaanse jongens wordt verketterd is natuurlijk heel droevig. Het toont maar weer eens aan hoe groot de afstand is met de rest van de Nederlanders. Maar het doodzwijgen van dit onderwerp is in ieder geval doorbroken. Doodzwijgen is het ergste dat je kunt doen. Marcouch maakt het probleem zichtbaar. Ik verwacht niet dat die grote groep Marokkaanse jongens ineens anders gaat denken. Dat zou heel naïef zijn. Dergelijke veranderingen gaan langzaam. Maar de mensen die denken dat het wel vanzelf goed komt als je niets doet zijn nog veel naïever.’  

Demonstratie

Die naïviteit werd zichtbaar tijdens een demonstratie op 13 juni 2010 tegen homogeweld bij het Homomonument in de Amsterdamse binnenstad, naar aanleiding van weer enkele nieuwe geweldsincidenten tegen homo’s.  

Hoofdcommissaris Bernard Welten vertelde die dag in een vraaggesprekje met Radio 1 dat plegers van geweld tegen homo’s zwaarder gestraft zouden moeten worden. Dat was weer eens een volkomen gratuite uitspraak natuurlijk want dan moet je toch eerst eens een keer daders gaan aanhouden en dat gebeurt nooit.

Lokhomo

Marcouch was ook bij de demonstratie. Hij had eerder voorgesteld om stillen als ‘lokhomo’ in te zetten om die daders makkelijker op te sporen, omdat dat tot nu toe inderdaad nooit gebeurde. Welten was daar niet bij voorbaat tegen, ‘maar alleen in het uiterste geval en als de slachtoffers, veel meer dan nu, bereid zijn om aangifte te doen.’

De politiechef wilde dit nieuwe opsporingsmiddel dus inzetten als de potenrammers hun werk al hadden gedaan. Amsterdammers weten bovendien heel goed dat er met hun aangiftes vrijwel nooit wat gebeurt.

Marcouch constateerde droog dat deze demonstratie met honderden homo´s op een kluitje natuurlijk een uitgelezen moment voor de homofoben was om eens even lekker toe te slaan en dat er ook nu weer vrijwel geen politie op de been was, alleen een paar verkeersagenten om het verkeer te regelen. ‘Zo urgent vindt de politie dit probleem dus.’

 

‘Met de instroom van Marokkaanse immigranten is er ook veel onbeschaafdheid geïmporteerd’

 

Het NRC Handelsblad maakte een verslag van de demonstratie. ‘Opvallend was dat niemand van de sprekers, ook de organisatie niet, het aandeel van Nederlandse jongens van Marokkaanse afkomst bij geweld tegen homo’s noemde,’ schreef de verslaggever.

‘Fya Mrya, één van de organisatoren van de demonstratie, zei na afloop van de demonstratie die ongeveer een uur duurde,dat zij “die discussie over Marokkaanse jongens” niet wil aangaan.’

Scheld-tweets

Dat men ‘die discussie over Marokkaanse jongens’ niet wilde aangaan was nou precies de kern van het probleem, vond Marcouch. Maar die discussie kwam via de sociale media al vanzelf naar hem toe. Tijdens en na de demonstratie kreeg Marcouch veel boze scheld-tweets van Marokkanen over zijn aanwezigheid bij het roze monument, waarin hij werd uitgemaakt voor landverrader en homo.

‘Dat zijn zogenaamde geëmancipeerde en hoogopgeleide Marokkanen hoor, vergis je niet,’ vertelde Marcouch.
‘Dit zit heel diep in de Marokkaanse onderbuik. Het is altijd latent aanwezig en kan op elk moment opduiken, net als de Jodenhaat.’

‘De Nederlandse samenleving moet een aantal zaken vanuit de Marokkaanse cultuur niet accepteren en dat moet duidelijk zijn voor de Marokkanen,’ zei Marcouch.
‘Want met de instroom van de Marokkaanse immigranten is er ook veel onbeschaafdheid geïmporteerd. Onbeschaafdheid die schuilt in opvattingen over vrouwen, homo’s en niet-moslims. Ze begrijpen niet dat de vrijheid die zij als moslims hier hebben een prijs heeft, namelijk dat zij die vrijheid ook aan anderen moeten gunnen.’

Moslimhomo vier jaar bedreigd

Ruim een jaar later bleek weer eens wat die ‘onbeschaafdheid’ in de praktijk inhoudt.
In november 2011 zette de Amsterdamse politie lachwekkend vage foto’s op hun opsporingssite van Marokkaanse jongens uit de Chassébuurt in het voormalige stadsdeel De Baarsjes omdat zij een Marokkaanse homo met de dood hadden bedreigd.

Marcouch was toen al ruim anderhalf jaar Kamerlid. Maar hij bleef zich met dit onderwerp bezighouden en hij ging langs bij het slachtoffer om zijn betrokkenheid te tonen en te horen hoe de zaak in elkaar stak. Deze Marokkaanse homo leefde toen reeds vier jaar met ernstige doodsbedreigingen, maar wachtte ook al vier jaar tevergeefs op ingrijpen van de politie, vertelde hij aan Marcouch. Er was de afgelopen jaren al zes keer bij hem ingebroken en zijn deur en zijn ramen waren vernield. In 2011 had hij slechts twee keer zijn gordijnen durven openen.  

Namen en rugnummers

De politie riep buurtbewoners op om met getuigenissen te komen, maar de buurtbewoners begrepen niets van deze oproep, omdat de daders, zoals zo vaak, gewoon bekend waren. De bewoners vertelden dat iedereen wist om wie het ging omdat het altijd om dezelfde groep Marokkanen ging die bij de speeltuin in de buurt rondhing. De politie zei dat ze daar niets mee konden,omdat ze dan nog geen namen en rugnummers hadden.
Wellicht was dat gebrek aan kennis over namen en rugnummers te wijten aan feit dat de buurtregisseur al om vijf uur naar huis ging en de overlast en bedreigingen altijd na zijn vertrek pas begonnen, opperden de bewoners.   

‘Ik merk dat ik nog nauwelijks aan de bewoners kan uitleggen hoe het komt dat de politie  deze Marokkaanse criminelen die deze homo al vier jaar bedreigen maar niet oppakken,’ vertelde  Marcouch, ‘terwijl zo veel buren de daders kennen. Als ik zeg dat de politie stelselmatig moet rechercheren krijg ik glazige blikken van de bewoners. “Doet de politie dat dan niet?” vragen zij.’

‘De politie wil eerst stevig bewijs hebben, maar zoals gebruikelijk hebben ze die informatie gewoon niet. Die getuigen melden zich ook niet omdat de bewoners weten dat die criminelen toch niet worden opgepakt en vastgezet. Dat gaat namelijk al jaren zo in deze buurt. Zij weten dat zij ook bedreigd zullen worden en zij hebben kinderen die over straat naar school lopen en een auto die zij graag heel willen houden.’

Marokkaanse agenten

Marcouch had wel ideeën over hoe die vicieuze cirkel doorbroken kon worden. Marcouch pleitte, zoals hij al vaker had gedaan, voor het inzetten van Marokkaanse agenten en ook vooral voor de inzet van structurele (preventieve) recherche in de buurt.

‘Hoe kan een agent of buurtregisseur nou zelf getuigen als hij die jongens niet uit elkaar kan houden en dus kennelijk niet weet hoe ze heten? Hoe kan hij opsporen als hij geen Arabisch spreekt, de families niet doorgrondt, de gedragspatronen niet herkent, hun zwakke kanten niet doorziet en hen tijdens het verhoor niet zo kan aanpakken dat zij met bekentenissen komen?’

 

‘De Marokkaanse vaders moeten hun zonen gaan opvoeden, de politie moet opsporen en de rechter moet straffen. Dan gaan we vooruitgang boeken’

 

Stelselmatig rechercheren betekende dat de politie moest stoppen met het oprichten van incidentele teams die vaak na een paar dagen al weer werden ontbonden en de zaak op de plank legden, vond Marcouch. Marcouch stelde voor dat er gespecialiseerde jeugdrechercheurs over een lange periode in een buurt als de Chassébuurt aan de slag gingen. Die rechercheurs moesten ook simpelweg huis aan huis aanbellen en getuigen en bewijslast gaan verzamelen.

Iedereen moet zijn werk gaan doen

‘Deze jongens uit de Van Speijkstraat, Van Spilbergenstraat en de Witte de Withstraat bedreigen niet alleen deze homo, maar hebben al heel wat bewoners in deze wijk weggetreiterd,’ zei Marcouch.
‘Zij plegen reeksen ernstige misdaden. Deze bende berooft al jaren in heel Nederland bedrijventerreinen. We zijn nu tien jaar verder en nog geen millimeter opgeschoten. Pak ze op voor verhoor op het politiebureau, ga tegelijkertijd huiszoekingen doen, neem alle artikelen in beslag die klaar liggen voor heling en je treft ze ook financieel. Dat mag van de wet, maar de Officier van Justitie moet wel zijn werk willen doen. Zet agenten in als lokhomo en je kunt zo de homofobe jongens oppakken.’

‘Iedereen moet zijn werk gaan doen. De Marokkaanse vaders moeten hun zonen gaan opvoeden, de politie moet opsporen en de rechter moet straffen. Dan gaan we vooruitgang boeken.’