Sport

Rumble of the jungle II: Ali wekt het monster

18-07-2011 17:00

Het is nog steeds 30 oktober 1974 als Muhammad Ali de ring betreed om voor de tweede keer de wereldtitel zwaargewicht boksen te veroveren. Als hij althans in staat is om de vechtmachine die George Foreman heet aan de kant te zetten. Makkelijk wordt het niet. The Greatest is op dat moment tweeëndertig jaar oud. Zijn tegenstander was zeven jaar jonger en had op dat punt in zijn carrière nog geen partij verloren. Bovendien was hij sterker dan Ali. Het was een beest. Een monster die tegenstanders in korte tijd tegen het canvas sloeg. Ali wist wat hem te doen stond.

Right-hand lead
Terwijl Foreman zich in zijn hoek voorbereide hing Ali de winnaar uit. Met nog geen uitgedeelde stoot liep hij rondjes door de ring. Zijn gelaat straalde minachting uit. Pure minachting voor zijn tegenstander. Ondertussen danste hij en trok de show naar zich toe met een fraai staaltje schaduwboksen. Het resultaat mocht er zijn. Toen Foreman opstond werd hij uitgejouwd door het publiek. Tijdens het traditionele schudden van de handen sprak Ali zijn opponent toe. Die was niks waard, kon niet boksen en ging de partij niet overleven. Ronde één begon toen de commentator zich afvroeg of Ali uit de handen van het monster kon blijven.

Dat bleek anders. The Greatest stoof uit zijn hoek en danste door de ring. Hij koos de aanval en bestookte zijn tegenstander right-hand leads. Dat stoten met de rechterhand die normaal gesproken met de linkerhand worden ingeleid. Ali had bedacht dat niemand zo’n stoot tijdens de training op het hoofd van Foreman zou durven uitproberen. Een dergelijke stoot is de ultieme belediging voor een bokser. Het vertelt die bokser dat hij te langzaam is om die stoot te zien aankomen.

Een spectaculaire eerste ronde was het gevolg. Ali raakte met zijn right-hand leads waar en wanneer hij zijn tegenstander wilde raken. Hard. En voortdurend. Ondertussen sprak hij tegen Foreman. Die was niks waard. Een prutser. Het publiek vond het prachtig. Die stonden op de banken en gilden Ali Bumaye. Ali, dood die man. Een sensatie leek in de maak.

Killer
Dat bleek anders. Ondanks het bombardement met onzichtbare stoten bleef Foreman staan. De snelle knock-out die The Greatest in gedachten had bleef uit en keerde keihard in zijn gezicht terug. Foreman was tot op het bot beledigd. Woest. De killer in het monster was ontwaakt. Toen de bel ging om het einde van die eerste ronde aan te kondigen beende Foreman in blinde woede naar zijn hoek. Ali liep naar de zijne en ging zitten. Zijn opzet was mislukt. En hij wist zeker dat hij het moordende tempo niet vol kon houden. Ali bleef even zitten en stond op om zich op het publiek te richten. Een arm kwam omhoog om het publiek op te zwepen. Hij draaide zich om en keek naar het beest. Uit zijn ogen straalde pure angst. Ronde twee begon bijna. Binnen een minuut moest plan B worden verzonnen en uitgevoerd. Anders kregen de critici gelijk en zou Ali sterven. De bel gaat en ronde twee begint. Als het publiek massaal achter The Greatest gaat staan is er één keuze. Dood of leven. Beter wordt het niet in dit gevecht dat al episch was voor het goed en wel begon.

Deel één uit de serie van het beste gevecht ooit leest u hier.