Joris Demmink heeft nooit seksuele contacten gehad met jonge jongens of zich in jongensbordelen begeven. Dat zei de oud-justitietopman vrijdagochtend tijdens een voorlopig getuigenverhoor in een zaak die draait om een vermeend pedonetwerk van hooggeplaatste ambtenaren, waarvan hij in de jaren tachtig en negentig deel zou hebben uitgemaakt.
Het verhoor bij de rechter-commissaris in Amsterdam wordt gehouden op verzoek van voormalig prostitué Bart van Well. Hij claimt Demmink eind jaren tachtig als klant te hebben gehad, toen hij werkte als prostitué. De inmiddels gepensioneerde Demmink wordt al jaren in verband gebracht met het misbruik van minderjarige jongens. Hij heeft altijd ontkend.
In het kortdurende verhoor hield Demmink zijn antwoorden veelal afgemeten. “Nee”, klonk het op vragen of hij seks met jongens had gehad, jongensbordelen had bezocht, seks had gehad in zijn dienstauto of op het ministerie van Veiligheid en Justitie weleens was gevraagd naar de rare verhalen die de ronde deden.
Demmink ontkende ook de beschuldiging van Van Well. Daarnaast zei hij nooit samen op pad te zijn gegaan met voormalig hoofdofficieren van justitie Jan Wolter Wabeke en Henk Wooldrik en Hans Holthuis, eveneens officier van justitie. Op de vraag van Van Wells advocaat Martin de Witte of hij wist of zij wel eens in jongensbordelen kwamen, klonk opnieuw het korte ‘nee’. De drie mannen zouden ook een rol hebben gespeeld in het vermeende pedonetwerk.
ANP