‘Weerzinwekkend’, ‘onmenselijk’ en ‘levensgevaarlijk’, slechts een greep uit de reacties nadat met de Ballon d’ Alsace, de Col Bayard en de Côte de Laffrey de eerste bergen in de Tour opdoken. ,,Fietsende dwergen krabbelen moeizaam tegen bergreuzen op’’, schreef Henri Desgrange in L´Auto, het organiserende blad. Nu, meer dan een eeuw later, is dat alles niet meer van toepassing. De bergen zijn geaccepteerd. De Col ‘d Izoard is één van die roemruchte Tourklassiekers. In 2011 staat hij weer op het program. De Izoard behoort dus tot de prehistorie van het cyclisme. Er zijn dan ook veel heroïsche verhalen geschreven, op de flanken van deze Alpenreus. En die zijn niet allemaal even fraai. In de Tour van 1923 doen de wildste complottheorieën de ronde. In de etappe over de Izoard moesten respectievelijk de Belgische favorieten Léon Scieur en Firmin Lambot opgeven om duistere redenen. De eerste had koffie in zijn bidon, waarna hij ongelooflijke maagkrampen kreeg. En van Lambot was het crankstel doorgezaagd. Ook een andere buitenlander, Ottavio Bottecchia, zwalkte over de flanken van de Izoard. Hij was ook vergiftigd, maar won desondanks de Tour. Vier jaar later vond Bottecchia op mysterieuze wijze de dood. Een boer bekende dat hij de Italiaan vermoordde, omdat hij druiven van zijn wijngaard at. Maar op het tijdstip van overlijden waren de druiven nog niet eens rijp. Een latere lezing gaf de schuld aan de maffia, maar de meest recente versie wijst de beschuldigingen aan jaloerse fascisten toe.