Daar zitten we dan, drie jaar later. Aan een tafel in Amsterdam, drie jaar later en al meer dan vijftien jaar samen. Op zijn Amsterdams ” bloedgabbers”. Sociaal-maatschappelijk bewandelden we jaren lang de paden naast het geaccepteerde gebied. Weg gezet als recalcitrant en obstinaat. De jongens waar je moeder je vroeger voor waarschuwde. Paria waren we voor de gegoede burgerij. Sociaal-maatschappelijke outcasts.
Nog steeds weigeren wij mee te lopen in het algemeen maatschappelijk geaccepteerde. Eigen persoonlijkheden zijn we. Niet beïnvloed door de algemeen heersende opinie of afstompende massamedia. Maar volledig overtuigd van elkaar en onszelf. Authentiek tot op het bot. Onze regels, ons leven, open en bloot naar binnen en buiten. We leven, we voelen. Wij weigeren mee te gaan in de kleurloze massa forenzen. De dagelijkse gangbare middenmoot is immer ons angstbeeld. De angstaanjagende personificatie van het verafschuwde poldermodel. Hoe gemakkelijk het ogenschijnlijk ook is mee op te gaan in het gangbare. Om op te gaan in die grijze middenmoot.
We reflecteren op ons leven. Vanaf de eettafel is de stad rustig, veilig, ver weg. Het is in niets de stad die mijn leven opschudt en volledig op zijn kop zet. De stad die me maakt tot wie ik altijd heb willen zijn, de stad die me meer geluk schonk dan ik had kunnen wensen, de stad die me meer pijn deed dan ik ooit had kunnen bevatten. Ik zie de stad als een film, mijn film, mijn stad, mijn verhaal. Het dakterras van de Van Woustraat, de wandelingen over de Keizersgracht, de zon op het het Westerpark, de regen op de ramen van de VU. Ik zie mijn verleden, ik zie mijn toekomst. Het geeft me de ruimte, de rust om mijn verhaal, mijn film, scène voor scène te zien, toe te laten, te voelen. Een rationeel verhaal over een impulsief leven.
De stad waarin ik leefde leerde ik kennen in zijn zuiverste vorm, keihard, puur, recht door zee. Zonder concessies maar zo oogverblindend mooi. Deze stad leerde mij kennen. Maar boven alles leerde ik door deze stad mezelf kennen. Vaag komen ze voorbij, de straten, de lichten, het Haarlemmerplein, het Westerpark, de Stavangerweg, de van Diemenkade. Alles heeft een verhaal. Gelukkig, verdrietig of indrukwekkend. De periode waarin ik de kras op mijn plaat leerde accepteren als onderdeel van mijzelf. De schaduw van mijn geschiedenis. Ik laat hem achter me maar zal het altijd bij me dragen als onderdeel van wat mij maakt tot wie ik nu ben. De kras op de plaat maakt de muziek authentiek.
”You’re the outcast.
You’re the underclass.
But you don’t care.
Because you’re living fast.”
Oasis – Bring it on down
Frank le Bonnet schrijft met A weekend in the city een feuilleton van zes afleveringen. Lees hier het vorige deel.