Als het aan fractievoorzitter Tunahan Kuzu van DENK ligt beleven wij de gouden geitenwollensokkenjaren ’80 en ’90 allochtonenwijs opnieuw. Een verplicht quotum om de diversiteit in het bedrijfsleven en bij de overheid te bevorderen is het nieuwe konijn dat hij uit de polariserende hoed tovert. Buiten ontzettend kwaad worden, deed dat mij ook denken aan mijn ervaringen uit begin jaren ’90.
In 1992 solliciteerde ik bij de Amsterdamse politie en kwam in een hilarische wervingsprocedure voor allochtonen terecht. In mijn eerste gesprek had ik slaande ruzie met de minderheidsdeskundige die het gesprek leidde omdat ik haar, heel oprecht doch nog zeer naïef in die tijd, vroeg waarom ik bij ‘hun’ in de sollicitatieprocedure zat. Tevens moest ik een Nederlandse taaltest maken waar mijn dochter in groep 3 al met vlag en wimpel voor zou zijn geslaagd. In het tweede gesprek moest ik helder en duidelijk in een taperecorder praten om vast te stellen hoe mijn uitspraak van het Nederlands was en viel de interviewer stil toen ik vertelde dat wij gewoon Nederlands praatten thuis. De taperecorder werd snel afgezet en met gezwinde spoed werd ik de procedure uitgemikt. Maar men kon het niet laten. In de reguliere procedure werd ik te pas en vooral te onpas gevraagd naar mijn allochtone roots. Ik wilde slechts bij de politie, antwoordde ik steeds.
In januari 1993 startte ik dan ook met zo’n 20 allochtonen de politieopleiding; ‘het allochtonenklasje’. Van mijn medeklasgenoten begreep ik dat zij als onderdeel van de selectieprocedure aerobicsles moesten volgen. Heel hip in die tijd (Sorry, Ahmed Marcouch, ik klap hier even uit de school. Legging enzo. #1a93 JWZ). Uiteindelijk bleek dat wij als klas bovenmaats presteerden en dat bracht de heren van de politieschool op een briljant idee. Alle allochtonen die ondermaats presteerden omdat zij eerder een ‘aangepaste’ selectie hadden doorlopen moesten maar plaatsnemen in onze klas, dan zouden zij zich wat kunnen optrekken aan ons niveau. Dat werkte vanzelfsprekend niet alleen averechts maar leidde ook tot meerdere krommetenenmomenten. Zo was er de vreselijk vriendelijke doch incompetente jongeman die zijn selectie in de Franse taal had mogen volgen omdat Nederlands natuurlijk best een idiote eis was voor allochtonen die bij de Nederlandse politie wilde werken. Ook hadden wij last van plaatsvervangende schaamte als een niet nader te noemen tweede- of derde- of vierde- kans-AAA (Allochtone Aspirant Agent) als antwoord door de klas brulde: “Offizeur van Joestoets!”
Kort en goed: wij waren verdomd goed! Niet alleen op school maar zeker later ook op straat. Toch moesten wij ons keer op keer verdedigen omdat er jarenlang een prutbeleid was gevoerd met betrekking tot allochtone politieagenten. Dat betekende concreet dat we ons niet 100 procent maar zeker 200 procent moesten bewijzen om te laten zien dat we er echt bij hoorden. En dat kon je niet de collega’s van de politie kwalijk nemen maar wel de geitenwollensokkenbrigade uit die tijd. En zelfs hen wil ik nog vergeven. Zij wisten niet beter en dachten goed te doen.
Als je echter in deze tijd nog steeds roept dat een verplicht quotum in het kader van diversiteit op de arbeidsmarkt dé oplossing is voor de achterstanden die allochtonen oplopen op de arbeidsmarkt dan is dat verwijtbaar polariserend gedrag dat niets, maar dan ook echt helemaal niets, bijdraagt aan de acceptatie van allochtonen op de arbeidsmarkt. Opkomen voor (of het aanvallen van) specifieke bevolkingsgroepen, religieuzen, vrouwen, mannen en noem het maar op is per definitie polariserend voor de samenleving.
Jongens, ik kan het niet mooier maken voor jullie maar je moet nu eenmaal een stapje harder doen als allochtoon als vrouw, als LHBT, als individu. Kun je gemeen vinden, niet eerlijk maar face it en deal daarmee, even doorbijten en je organiseert redelijk eenvoudig je eigen (werk-)geluk. Jij wordt namelijk gewoon per definitie niet blij en beter als je je heerlijk weet te wentelen in slachtoffergedrag. Een tikkie onder de allochtoonse, vrouwelijke, religieuze, LHBT’se derrières en gaan!
Dan ga ik, na deze onverantwoordelijke oproep van Kuzu, iedereen maar weer uitleggen dat ik retegoed ben in wat ik doe en dat ik niet dankzij mijn exotische naam, uiterlijk en/of het feit dat ik lekker meegeturfd kan worden op de lijstjes in mijn functies terecht ben gekomen.
Bah!