De verschillende reacties en controverses die Marcouch in de buitenwereld opriep speelden ook in zijn eigen geliefde partij de PvdA, zoals uit de voorgaande hoofdstukken duidelijk werd. Hij verdeelde de harten en geesten. Hij werd geprezen, bewonderd, maar ook verguisd.
Marcouch werd geroemd door de partijtop, maar toen er na de verloren lijsttrekkersstrijd in het voorjaar van 2010 een voortijdig en plotseling einde kwam aan Marcouch’ bestuurdersloopbaan, liet de partijtop hem als een baksteen vallen.
Na de strijd om een lijsttrekkerschap in Nieuw-West ontstond er geen rel of schandaal over de conclusies van de commissie Etty die later concludeerde dat er geen sprake was geweest van ‘onregelmatigheden’ in de aanloop naar de verkiezingen en tijdens de lijsttrekkersverkiezing zelf. Maar volgens de toenmalige PvdA-voorzitter Hans Aertsen, waren de belangrijkste beschuldigingen helemaal niet onderzocht en genegeerd. (Lees hoofdstuk 5 (2): Zege van de democratie.)
Het betrof de beschuldigingen van het ronselen van Marokkaanse kiezers en de betaling van de lidmaatschapsgelden door derden die door vier anonieme Marokkaanse getuigen uit de buurt en andere wijken in Nieuw-West, die ik uitgebreid sprak, werden bevestigd.
‘De intriges, de valsheid, de beschuldigingen, werkelijk alles trokken mijn partijgenoten van de andere stadsdelen uit de kast om mij zwart te maken’
Na publicatie van het hoofdstuk Zege van de democratie, meldden zich nog twee Marokkanen die de malversaties bevestigden. Het is heel jammer dat deze getuigen bang waren en hun verklaringen niet on record wilden geven, maar daarmee was natuurlijk niet aangetoond dat er niet was geronseld. In tegendeel: het is heel erg waarschijnlijk dat het wel is gebeurd.
Al was het maar omdat er op de avond van de lijsttrekkersverkiezing, volgens meerdere partijleden, plotseling ook een grote groep jonge Marokkanen in de zaal zat,die deze partijleden nog nooit op een vergadering hadden gezien, die niet politiek actief waren en zich daarna ook nooit meer hebben laten zien. Waar kwam deze groep ‘pizzakoeriertjes’ vandaan? Ook deze vraag werd nooit beantwoord.
Daarnaast speelde het gesjoemel met stemkasten, voorafgaand aan de derde en beslissende stemronde op die avond. Er waren acht stemkasten van vertrokken PvdA-leden niet ingeleverd. Twee getuigen vertelden mij dat ze mensen met twee stemkasten op hun schoot hadden zien zitten. Er was een verschil in het aantal uitgebrachte stemmen aan het begin en het eind van de avond. Ook deze feiten werden niet onderzocht.
Marcouch stond er weer alleen voor en besloot mee te doen met de gemeenteraadsverkiezingen, maar stond op een onverkiesbare plaats 29ste plaats als zogenaamde lijstduwer. Dat betekende dat hij zich in de praktijk met een klein groepje getrouwen een ongeluk moest duwen, want veel Amsterdamse kiezers wisten niet dat hij na de deconfiture in Nieuw-West weer in de race was voor een andere politieke functie.
Met zijn eigen geld liet hij vijftigduizend folders drukken en trok zelf wekenlang de wijken in om de verkiezingsbrochures eigenhandig in de brievenbussen te stoppen en op straat uit te delen. Hij werd geholpen door een team van (jonge) Marokkanen en Nederlanders, gecoördineerd door Mohamed Mallaouch uit de Mondriaanbuurt.
Bij de verkiezingsuitslag bleek dat Marcouch ruim twaalfduizend voorkeurstemmen had gekregen, goed voor bijna twee raadszetels. Hij eindigde met 13,3 procent van de uitgebrachte stemmen op de PvdA, direct achter lijsttrekker Lodewijk Asscher met 23,5 procent.
Diezelfde partijleider Asscher had ooit in het Parool gezegd: ‘Zolang ik PvdA-leider ben in Amsterdam, zal Marcouch een rol spelen in de partij.’
Terwijl velen dachten dat Marcouch, na het binnenslepen van bijna twee zetels voor de partij, wethouder zou worden bleek dat nog maar een heel klein rolletje te zijn, namelijk gewoon raadslid.
Het was een hard gelag voor Marcouch. Al tijdens de verkiezingscampagne voor de gemeenteraad voelde hij zich alleen staan. Hij stond niet meer op het veld, maar zat op de reservebank. Een deel van zijn politieke vrienden wilde opeens niet zo veel meer van hem weten. Hij voelde zich alleen staan en eenzaam.
‘Het is een heel zwaar jaar geweest. In juni heb ik mijn vader verloren, midden in de discussie over de fusie van de stadsdelen,’ vertelde hij aan Volkskrant-verslaggever Jaap Stam.
‘De spanning is non-stop doorgegaan. De intriges, de valsheid, de beschuldigingen, werkelijk alles trokken mijn partijgenoten van de andere stadsdelen uit de kast om mij zwart te maken. Gelukkig heb ik ook heel veel vrienden die voor mij hebben geflyerd, vaak tot diep in de nacht.’
Eén van die vrienden die hem niet liet vallen was voormalig raadslid in Oud-Zuid Job van Amerongen (lees de inleiding), die vijf avonden lang tot diep in de nacht aan het flyeren was.
‘7500 folders heb ik in brievenbussen gedaan. Waarom ik dat deed? Omdat ik zoals veel Amsterdammers hevig verontwaardigd was over het feit dat hij niet tot lijsttrekker was gekozen in Nieuw-West. Ik was er echt helemaal beroerd van zoals dat weer eens gegaan was in mijn partij. In vond het ongelooflijk dat niet gewoon de beste man voor de beste plek was gekozen. Walgelijk! Mijn schrikbeeld was dat Marcouch verloren zou gaan voor de Amsterdamse politiek.’
Dat was ook het schrikbeeld voor voormalig Europarlementariër Edith Mastenbroek. Mastenbroek zou anderhalf jaar na mijn gesprek met haar, half augustus 2012, plotseling aan een hartstilstand overlijden. Ze was nog schokkend jong: 37 jaar.
‘Voor mijn Marokkaanse schoonfamilie is het een probleem dat we niet formeel getrouwd zijn. Het is ook een probleem dat ik geen moslim ben en het is bovendien een probleem dat ik een Nederlandse vrouw ben’
Mastenbroek verrichtte eveneens hand- en spandiensten voor Marcouch tijdens de verkiezingen. Mastenbroek was één van de weinigen die het tijdens die beruchte partijvergadering eind 2009 in de Verrijzeniskerk (zie hoofdstuk 5) voor Marcouch had opgenomen en een spontane woede-aanval kreeg, toen hij weer eens het verwijt van ‘discriminatie en stigmatisering van Marokkanen’ naar zijn hoofd geslingerd kreeg.
Even later tijdens de pauze buiten het kerkgebouw sloegen de vlammen bij Mastenbroek nog uit haar oren, toen ze vertelde over haar eigen multiculturele kloof. Mastenbroek ondervond aan den lijve hoe moeizaam de integratie verloopt in Nederland, hoe de reëel bestaande multiculturele hokjesgeest werkt en hoe groot de intolerantie is van een groep Marokkanen.
‘Mijn analyse is dat mensen in politieke partijen geen functies hebben maar rollen’
Ze had een zoontje dat toen twee jaar was, met een Marokkaanse vriend. Ze vertelde dat ze door haar Marokkaanse schoonfamilie met de nek werd aangekeken en haar zoontje daardoor niet bij de familie over de vloer kwam.
‘De contacten met mijn Marokkaanse schoonfamilie verlopen enorm moeizaam. Voor mijn Marokkaanse schoonfamilie is het een probleem dat we niet formeel getrouwd zijn. Het is ook een probleem dat ik geen moslim ben en het is bovendien een probleem dat ik een Nederlandse vrouw ben. De vader van mijn kind heeft zelf ook een moeizame relatie met zijn familie. In de praktijk komt het erop neer dat mijn zoon geen contact mag en kan hebben met die kant van de familie, niet met zijn neefjes en nichtjes. Hij wordt volstrekt genegeerd. Dat vind ik heel erg.’
Toen ik Mastenbroek later uitgebreid sprak vroeg ik haar waarom ze eigenlijk zo’n fan van Marcouch was geworden en hem actief steunde.
‘Waarom? Nou kom op zeg! We hadden als partij goud in handen met Marcouch. Dat kun je toch niet laten lopen? Ik was al een hele tijd geleden uit de actieve politiek gestapt omdat ik ernstig ziek was geworden, maar ik ben speciaal voor Ahmed weer even actief geworden. Ik kende hem al veel langer, uit de tijd dat hij bij de politie werkte en later toen hij woordvoerder voor de Ummao was. Toen hij stadsdeelvoorzitter in Slotervaart werd vond ik dat fantastisch. Ik dacht: “Hè, hè, eindelijk weer eens een goede politicus.”‘
Een paar maanden na Marcouch’ verlies van de lijsttrekkerstrijd, zijn successievelijke verovering van een raadszetel en daarop volgende Kamerlidschap, analyseerde Mastenbroek de Werdegang van Marcouch binnen de partij.
‘Hoe gaat een partij om met iemand die eerst door de partijtop gevraagd wordt om lijsttrekker te worden en het vervolgens op een haar na niet haalt? Wat er gebeurde was namelijk heel pijnlijk. Toen Ahmed verloor wist plotseling niemand meer in de PvdA-top wat ze met hem aan moesten. Ze stonden met hun mond vol tanden. Ahmed is toen helemaal zelfstandig op eigen kosten campagne gaan voeren om in de gemeenteraad te komen. Hij haalde bijna twee zetels aan voorkeursstemmen binnen, maar vervolgens stond hij weer langs de kant. Ik vond dat verbijsterend.’
‘Toen Marcouch voorjaar 2006 naar Slotervaart kwam was hij totaal onbekend, maar boekte hij vervolgens de grootste verkiezingsoverwinning ooit van de PvdA in Slotervaart,’ vertelde Mastenbroek.
‘Hij is als stadsdeelvoorzitter vanaf het eerste moment aan de slag gegaan, heeft enorm hard gewerkt en gestreden. Hij is zo’n goede politicus,omdat hij altijd met één been buiten de politiek staat. Hij snapt gewoon wat er in die samenleving leeft. In Slotervaart bleek dus dat er een enorm talent was opgestaan, een man met veel persoonlijke charme, die dicht bij de werkelijkheid van de burgers staat. Een man die bovendien intelligent is, een sterke persoonlijkheid heeft en een enorme daadkracht en lef bleek te bezitten. Wat wil je nog meer als partij?’
‘De vraag is dan: Ga je hem koesteren en hem zijn talent laten ontplooien of maak je hem kapot?’ vervolgde Mastenbroek.
‘Elke directeur van een commercieel bedrijf zou tegen zijn personeelsmanager zeggen: “Hou die vent in de gaten, bied hem kansen om zich te ontwikkelen, zorg dat hij binnen blijft. Neem hem mee naar de Japanner om sushi te eten. Ga eens even goed praten over zijn ambities zijn en wat hij nog verder wil.” Kortom als je goed bij je verstand bent ga je iemand als Marcouch meenemen in de vaart der volkeren.’
‘Je treft die partijmensen ook bij bosjes buiten de politiek aan. Ze zitten in de top van enorm veel organisaties, zoals welzijnsorganisaties, scholen, woningcorporaties en bedrijven. Daarom is het voor die partij ook zo moeilijk om veel van die clubs aan te pakken. Overal zitten PvdA’ers, echt overal. Zeker in een stad als Amsterdam’
‘Wat hebben ze bij de PvdA gedaan? Niets. Ze hadden geen plan. Marcouch stond met zijn hoed in z’n hand te bedelen om een fatsoenlijke functie. De deur werd in zijn gezicht dichtgeslagen en ze hebben hem gewoon laten lopen. Ik vrees voor het lot van de PvdA als ze niet in staat zijn zulke talenten te cultiveren, tot bloei te laten komen en binnen te houden. De top kon met hem pronken zo lang hij in Slotervaart zat, maar hij moest niet te dichtbij komen. Dat was het beeld. Toen dat gebeurde hebben ze hem als een zak langs de straat gezet. Marcouch mocht de hete aardappelen uit het vuur halen en vervolgens was het weer business as usual. Dat hij in 2010 geen wethouder in Amsterdam is geworden is een enorme gemiste kans natuurlijk.’
‘Ik heb jarenlange politieke ervaring en ik weet echt waar ik over praat. Mijn analyse is dat mensen in politieke partijen geen functies hebben maar rollen,’ vervolgde Mastenbroek haar verhaal.
‘Een grote bestuurderspartij als de PvdA moet mensen leveren voor banen in Waterschappen tot de Verenigde Naties. Die partij heeft overal zijn tentakels uitgeslagen, die vast zitten aan piketpaaltjes die stevig in de grond geramd zijn. Je treft die partijmensen ook bij bosjes buiten de politiek aan. Ze zitten in de top van enorm veel organisaties, zoals welzijnsorganisaties, scholen, woningcorporaties en bedrijven. Daarom is het voor die partij ook zo moeilijk om veel van die clubs aan te pakken. Overal zitten PvdA’ers, echt overal. Zeker in een stad als Amsterdam. Zo’n partij moet zorgen dat er toch een soort evenwicht blijft bestaan zodat het kaartenhuis niet in elkaar valt.’
‘De structuur van zo’n partij als de PvdA is heel complex en dat werkt verlammend. Daardoor krijg je nooit revolutie binnen de PvdA’
‘Toen Marcouch naar Slotervaart kwam kon de PvdA-top helemaal niet weten dat hij zo’n goede bestuurder zou blijken te zijn, want hij had helemaal geen ervaring. Toen ze zich dat realiseerden, kreeg hij het ook moeilijk, want je mag niet te veel de aandacht naar je toe trekken. Maar soms hebben ze gewoon even een olifant in de porseleinkast nodig. Iemand als Marcouch. Hij wordt uit zijn hol getrokken en mag een tijdje komen opdraven, maar als zijn rol is uitgespeeld wordt hij weer in zijn hok teruggeschopt, want je moet je wel aan de spelregels houden natuurlijk. De structuur van zo’n partij als de PvdA is heel complex en dat werkt verlammend. Daardoor krijg je nooit revolutie binnen de PvdA.’
Lees alle hoofdstukken van ‘Ahmed Marcouch, een politieke biografie’.