U kent ze natuurlijk wel. De staatshoofden die het volk toespreken. Denk aan Kim Jong-un op de Noord-Koreaanse staats-tv. Dergelijke leiders eigenen zich de media toe. Van onafhankelijke, kritische berichtgeving is geen sprake. Maar ook dichterbij voorbeelden te over. Berlusconi in Italië, Poetin in Rusland. Mannen die de media in hun greep hebben en de tv als propagandamiddel misbruiken voor hun eigen, gekleurde, politieke boodschappen.
Sinds woensdag hebben we er een nieuw staatshoofd bij die de redactie van het Jeugdjournaal voor zijn eigen VVD-karretje spande. Onze eigen Mark Rutte, de premier van ons land. Wekenlang zijn mond gehouden over de uitspraken van Wilders en nu toch op de bres voor de bange kindertjes van Nederland met een allochtone achtergrond.
Het Marokkaanse meisje Hind raakt Rutte diep in het liberale hart met haar angst voor deportatie van haar hele familie door de meedogenloze Wilders. Een dag later was een cameraploeg snel ter plaatse op het Catshuis en richtte Rutte zich, zeer ongebruikelijk en tegen de journalistieke wetten in, tot het jonge volk. Een voorlichter van de premier had gebeld met de redactie van het Jeugdjournaal en daar vielen ze bijna allemaal om van trots en verbazing. Op Radio 1 hoorde ik zelfs een interview met de presentatrice van het Jeugdjournaal, die vol trots het item aankondigde.
De reactie van Wilders via zijn favoriete twitterkanaal liet zich raden. “Rutte bedrijft politiek over de ruggen van kinderen”. En “demoniseren van de PVV” volgde al snel uit de mond van een partijgenoot van Wilders. De toon was gezet, “na meer of minder Marokkanen” kijken we naar het volgende incident. Nieuw voer voor alle media.
Wilders is nog wel gebeld door de redactie van het Jeugdjournaal, maar dat is natuurlijk een farce en geen hoor, wederhoor. In die zin dicteert Rutte de redactie en is Wilders bijzaak. Terwijl bij een “normaal” journalistiek item in dit geval de drie partijen aan het woord moeten komen, om een evenwichtig beeld van het probleem te schetsen. De boze meneer, de bange kindertjes en de verontruste premier, dat zouden de ingrediënten van een volwaardige reportage moeten zijn. Juist voor kinderen, die natuurlijk nog optimaal te beïnvloeden zijn door diezelfde media.
Ik kan me de geilheid van het telefoontje van Rutte naar de redactie nog wel voorstellen. Mijn God, de premier aan de lijn. Die zat van de week nog een paar dagen naast Obama en nu wil ie iets van ons. Wat een eer dat ie ons uitkiest, het Jeugdjournaal, in plaats van het grote mensen NOS-bulletin.
Toch had ik me in de rol van eind- of hoofdredacteur van het Jeugdjournaal nooit laten verleiden en was dus niet op het verzoek van Rutte ingegaan. Het positieve beeld dat Rutte wilde oproepen voor de camera wordt teniet gedaan door de politieke lading die eronder zit. Dit is geen oprechte oproep van een premier die ook nog een uurtje les geeft op een Haagse school. Dit is pure partijpolitiek en het Jeugdjournaal valt vanaf nu dan ook in de categorie “Zendtijd voor politieke partijen”.
Ik ben zelf ook docent en ik zou de kindertjes van Nederland een ander advies willen geven. Politiek wordt vooral bedreven door enge mannen in rare pakken, die je nooit helemaal kunt vertrouwen. Ze doen zich aardig of onaardig voor, maar achter hun pokerface zit altijd een dubbele agenda. Die mannetjes willen alleen maar macht, niet alleen over jullie ruggetjes maar ook over die van je papa en mama, je opa en oma.
Meneer Rutte lijkt nu aardig, maar volgende week kan ie er zomaar voor zorgen dat jullie geen krijtjes meer kunnen kopen of zelf de wc’s s moeten schoon maken op school. Ga voorlopig lekker buiten spelen, weg van de tv en je computer, nu het nog kan. “Heb het leven lief en wees niet bang” (naar Liesbeth List).