Nieuwste nugget voor de politieke goegemeente: Wilders haalt over de rug van twee dode overvallers en een aangeslagen juweliersgezin uit naar de minister-president. Net als bij het “minder minder” debacle zal ook nu de ene helft van het land verontwaardigd zijn terwijl de andere helft steeds luider fluistert dat de beste man gewoon gelijk heeft.
Meest pregnante voorbeeld komt van opperhagenaar Henk Bres die, na verbaal onaangenaam geconfronteerd te zijn met de consequenties van het uitdragen van zijn eigen gedachtegoed, concludeert dat “ze misschien toch allemaal zo zijn”. Ja, zo kan het natuurlijk ook. Maar waar gaat dit heen, en dan niet in “oh nee weer een grens over kent die man dan geen schaamte”-zin, maar in de zin van het eindspel: wat wil Wilders?
Op het eerste gezicht is het misschien een simplistische vraag, want Wilders zal in ieder geval willen wat iedere andere partijleider wil: zo veel mogelijk zetels en een mandaat voor vier jaar. Er is echter geen enkele andere partij die zulke in politiek opzicht extreme ideeën weet te verbinden aan een even extreem electoraal succes. De ophef over Wilders en z’n minder-minder-scanderend klapvee kende geen grenzen – voor even. Vrijwel alle politieke partijen concludeerden dat het niet langer mogelijk was de PVV niet bij voorbaat uit te sluiten, maar de VVD verbond daar direct een caveat aan. Dat mocht de pret evenwel niet drukken, en daarbij, wie weet hoe lang de huidige lijsttrekkers er nog zitten, daarna ligt het speelveld toch weer volledig open.
‘Stel de PVV haalt bij de komende verkiezingen 45 zetels en wordt de grootste partij. Houden de lijsttrekkers van de andere ‘grote’ partijen dan echt voet bij stuk of kiezen enkelen eieren voor hun geld?’
Het is daarom de vraag of dat cordon sanitaire er in de praktijk echt komt. Want, en dat zullen de andere partijen ook weten, op een gegeven moment wordt het formatietechnisch wel erg ingewikkeld om de PVV uit te sluiten. Het droppen van “grensoverschrijdende” atoombommetjes heeft de PVV tot nu toe bepaald geen windeieren gelegd. Terwijl het vertrouwen in de politiek in het algemeen steeds verder afneemt en gevestigde partijen (D66 uitgezonderd, bijzondere prestatie) daarvan de gevolgen ondervinden giert de potentiële bezetting van de Tweede Kamer voor Wilders et al. de pan uit. Wat eenieder ook van de man en zijn gedachtegoed en uitspraken mag vinden, het valt moeilijk te ontkennen dat de wijze waarop de PVV met zetelwinst uit iedere crisis weet te klimmen inmiddels fenomenaal mag heten.
Dat roept echter gelijk de vraag op wat er vervolgens met die politieke macht moet gaan gebeuren. Als zetels inderdaad omgezet worden in een vierjaarlijkse volmacht, wat dan? Stel de PVV haalt bij de komende verkiezingen 45 zetels en wordt de grootste partij. Houden de lijsttrekkers van de andere “grote” partijen dan echt voet bij stuk of kiezen enkelen eieren voor hun geld? De CDA-achterban is al eens eerder akkoord gegaan met een “samenwerken, maar kritisch volgen”-constructie.
Dat bleek achteraf een gotspe waarvoor zowel Ferrier als Koppejan zich nog steeds de tandjes moeten schamen, maar het valt niet uit te sluiten dat, geconfronteerd met de keuze tussen geen macht of samenwerking met de PVV, de top van het CDA wederom met een “we gaan met ze in zee om ze te remmen”-verhaal zal komen. Voor de VVD geldt hetzelfde; Rutte mag dan met het Jeugdjournaal bellen, dat was too little en far too late. Die zullen, als het er echt op aankomt, altijd voor de constructieve samenwerking kiezen in plaats van een principiële weigering.
Daar hebben ze, in tegenstelling tot de houding van links en christelijk rechts, groot gelijk in. Hoewel het voor de achterban dan moeilijk verteerbaar mag zijn dat de partij naar keuze in zee gaat met een man die wekelijks mensen beweegt tot een Godwin, het is in politiek opzicht geen vreemde keuze.
Ten eerste is er de kans dat een dergelijke coalitie implodeert vanwege interne strijd binnen de PVV. De gelederen lijken nu dan gesloten, het is maar de vraag hoe lang dat zo blijft. De roep om democratisering binnen de PVV klinkt al geruime tijd en tot op heden was de reactie van Wilders de teugels strakker aan te trekken. Dat gaat een keer fout. Bovendien, iedere politieke partij kampt met strubbelingen binnenskamers. De impact daarvan wordt alleen groter naarmate er meer op het spel komt te staan.
‘De doelen die Wilders stelt zijn bijzonder zichtbaar: je kunt niet campagne voeren op het punt ‘Nederland moet uit de EU stappen’ en dat vervolgens in afgezwakte vorm door het formatieproces slepen’
Ten tweede, vervolgens, is er de onbekendheid (en vermeende incompetentie) van de PVV-leden. De PVV drijft op Wilders, zo veel is duidelijk; de meeste mensen kennen Fleur Agema nog wel, maar daarna houdt het toch wel op. Als er iets gezegd moet worden, als er ergens op gereageerd moet worden, dan is daar Wilders, tot in den treure. Dat kan echter niet op het moment dat de partij daadwerkelijk ministers gaat leveren. Die zijn immers verantwoordelijk voor hun eigen departement en kunnen zich niet bij iedere blunder (en die gaan er komen, al dan niet door eigen toedoen, dat is een politieke zekerheid) verschuilen achter de partijleider.
Ministeriële verantwoordelijkheid houdt, weten we sinds Ella Vogelaar, ook in dat je voor de camera je beleid weet te verdedigen, en dat is nou net wat Wilders tot nu toe bijna altijd zelf deed. Met andere woorden, door te gaan regeren zal Wilders noodzakelijkerwijs een stukje controle uit handen moeten geven.
Tot slot, ten derde, is er het effect van de formatie: om tot een coalitie te komen zullen alle partijen water bij de wijn moeten doen. Dat zal voor partijen met gematigde standpunten en plannen minder pijnlijk zijn dan voor partijen met extreme standpunten: lastenverzwaring met 1 procent meer of minder is niet fijn, “alle criminele Marokkanen het land uit” afzwakken is tamelijk minder plezant, en veel zichtbaarder. De doelen die Wilders stelt zijn bijzonder “zichtbaar”: je kunt niet campagne voeren op het punt “Nederland moet uit de EU stappen” en dat vervolgens in afgezwakte vorm door het formatieproces slepen. In tegenstelling tot iets als “economische hervormingen” is er geen grijstint bij het uitvoeren van een dergelijk idee, we kunnen immers niet “een beetje” uit de EU stappen.
Acceptatie van een dergelijk programmapunt zal voor eventuele coalitiepartners onaanvaardbaar zijn (wellicht is dit naïef van ondergetekende, ik hoop het niet), dat zou vervolgens betekenen dat tijdens de formatie een van de speerpunten van de PVV al sneuvelt. Wilders zal dit echter zelf ook weten, de man loopt niet voor niets al jaren rond in Den Haag.
Dat roept vervolgens de vraag op wat zijn plan dan wel is. Ervan uitgaande dat de PVV inderdaad blijft groeien en de “traditionele” partijen inderdaad blijven krimpen kunnen er twee dingen gebeuren: of er komt een alternatieve coalitie bestaande uit een groot aantal partijen waarbij de grootste partij buitengesloten wordt omwille van the greater good, of er komt inderdaad een formatieronde waarbij de PVV als grootste partij betrokken is.
‘Scoren met retoriek is één ding, laten zien dat je ook daadwerkelijk in staat bent om door middel van samenwerking de realisatie van je doelen dichterbij te brengen is iets heel anders’
In het eerste geval zal Wilders garen spinnen bij het feit dan zoveel kiezers niet gehoord worden, hetgeen hem nog meer kiezers op zal leveren. In het tweede geval krijgt hij feitelijk wat hij wil, namelijk erkenning als grootste partij. Vervolgens moet er echter daadwerkelijk onderhandeld worden, en dat zal gezien de aard van zijn programmapunten een moeizame opgave worden. Scoren met retoriek is een ding, laten zien dat je ook daadwerkelijk in staat bent om door middel van samenwerking de realisatie van je doelen dichterbij te brengen is iets heel anders.
De overige deelnemers aan de onderhandelingen zullen zich realiseren dat de zwaarste gevolgen van het eventueel mislukken van de onderhandelingen niet bij hen zal liggen; zij zijn immers al de verliezers van de verkiezingen, wat ze daarna nog weten te bereiken voor hun kiezers is in feite pure winst. Het zwaartepunt ligt hier daarom bij de PVV. Met de ideeën die Wilders tot nu toe heeft gebezigd (herinvoering van de gulden is veruit mijn favoriet) is het bijzonder moeilijk ongeschonden door een coalitievorming te komen. Dat zal hij zelf ook weten, vandaar de vraag “Wat wil Wilders?”
De SP heeft onlangs geïllustreerd dat een partij niet voor eeuwig kan blijven groeien door zich af te zetten tegen de gevestigde orde. De PVV lijkt zich evenwel niets van die realisatie aan te trekken, en haar kiezers evenmin. Het blijft een interessante vraag waarom dat zo is: wat maakt toch dat Nederlandse en masse stemmen op een man die zichzelf nog op geen enkele manier bewezen heeft? Ja, het is een retorisch fenomeen, en ja, hij weet op een Jack de Vries-achtige wijze de onderbuik van Nederland te raken.
Maar wat wil hij vervolgens met dat vertrouwen gaan doen? Is het plan dan om voor eeuwig de horzel te blijven spelen en iedere vorm van eigen falen af te schuiven op “Haagse spelletjes” tot een absolute Kamermeerderheid bereikt wordt? Om vervolgens alle wetsvoorstellen (“uit de EU” zou een leuke moeten worden dan) in de Eerste Kamer te zien sneuvelen? Dat kan toch ook niet de bedoeling zijn.
Eens in de zoveel tijd duikt het gerucht op dat Wilders zelf de peroxidefles aan Maarten geeft en bij een of andere gerenommeerde thinktank in de VS aan de slag gaat. Er is tot nu toe weinig om dat te grondstaven, behalve dit. Wil de PVV als partij daadwerkelijk overleven dan zal er afgezwakt moeten worden – of men moet inderdaad voor een absolute meerderheid gaan, maar dat zou een enorme gok zijn. Wilders kan dat met droge ogen niet maken, een eventuele opvolger echter wel. Die kan immers aangeven dat het tijd is voor een PVV 2.0, een nieuw geluid enzovoorts. Het zal zeker electoraal pijn doen, maar op de langere termijn zal het overkomen als volwassenheid – iets waar Wilders zich tot nu toe zorgvuldig verre van heeft gehouden. Of dat is wat hij wil?
Het spook van de PVV zal nog wel even door de Nederlandse politiek waren, net als deze vraag.
Gertjan Haaijer is historicus met voorliefde voor de tragikomedie.