Vrolijkheid. Dat heb ik nooit. Soms is er een begin, een lichte rimpeling in mijn brein die een aanzet tot vrolijkheid zou kunnen zijn, maar die verdwijnt wanneer de aandrang tot de eerste stoelgang van de dag zich aandient. Meestal is dat na de eerste koffie. En dan woon ik nog op stand en kijk ik uit over bomen, water en grachtenpanden vol blanke bejaarde D66-stemmers en Saab-rijders. Morgenstond heeft goud in de mond. Tel uit die winst. Dus zingen? In het openbaar? Op de fiets?
You must be out of your fucking mind.
Ik zing nooit. Ik fiets ook nooit. Liever vertoon ik mij in het geheel niet in het openbaar, tenzij in het duister of tijdens hevige stormen en onweersbuien (en dan nog: uitsluitend in metrotunnels en rioolbuizen).
Bovendien is de aangeboden Umar-muziekkeuze angstaanjagend en beslist niet vrolijk stemmend. The Pianoman van Billy Joel? Seriously? Waren Acda & De Munnik ziek? Heb je dat helemaal zelf uitgezocht of moest dat van de top 2000 babyboomersbonanza?
Alas, hier alvast wat tips voor écht stemmige muziek tijdens het stemmige leven in de stemmige wereldstad Amsterdam (thans eigendom van D66):
Nick Cave is natuurlijk de koning der mineur. Geen liedje zo vrolijk en stemmig of Nick Cave heeft het reeds gezongen. Nick ‘een soort van Elly & Rikkert’ Cave’ zoals we hier thuis altijd gekscherend zeggen.
Mijn favoriet is het nummer The Moon is in the gutter, een slepende klaagzang afkomstig van het album From Here To Eternity (tevens zijn beste album, maar ik heb er toch geen verstand van dus muziekrecensenten, flame on, ik draai alles nog op cassettebandjes enzo). Tekst:
The moon is in the gutter
And the stars wash down the sink
I am the king of the blues
I scape the clay off my shoes
And wade down the gutter and the moon
Hoe treffend wordt het leven hier beweend? Die openingszin alleen al: de maan die in de goot ligt…een goot en een maan…je proeft de whiskey, je ziet de junks, hallo zelfkant! Herman Brood viert hier voor eeuwig zijn zaterdagavonden.
King of the blues, het is bijna overbodig Nick, dat begrepen we zo ook wel, maar vooruit. Dat hij klei aan zijn schoenen heeft is dan wel weer jammer. Het lijkt meer een verwijzing te zijn naar het soort van arbeidersveredeling waar Bruce Springsteen groot mee is geworden. Wat nou klei? Hoezo niet gewoon drek en stront? Liep ie niet al in de goot dan? Of is het soms klei van de cursus pottenbakken?
Enfin, nu waadt hij dus door de goot, waar ook de maan in is verzonken. Loodzwaar dit. Door een goot waden, met klei aan je schoenen, midden in de diepste nacht (daarom hangt de maan ook in de goot), en helemaal alleen, moederziel eenzaam alleen, zie je daar die koning van de blues door de bagger waden. Langzaam, zijn armen omhoog om zijn evenwicht niet te verliezen, slechts verlicht door de maan die het water dik en traag en zwaar maakt.
Zo zwaar is het leven dus! Dit zijn blues! Dit is een artiest! Niks riedeltjes tokkelen voor hipsters in het Vondelpark of bekend worden met je Tilburgse studentenvereniging, nee, jezelf uit de zompige klei aan je haren omhoogtrekken en door de goot waden met de kille maan als enige vriend. De koning van de poep, de bagger, de blues. Hup Nick, hup!
Ook troost- en hoopgevend: Nirvana. Kurt Cobain, voorheen king of the grunge, was zo blues dat hij zijn hoofd er maar helemaal afschoot. Een mooier statement kun je niet maken als lijder aan het leven. Jammer dat het eenmalig is, dat wel.
Lithium (een aanrader voor iedereen eens te slikken, wel op de nieren blijven letten) is Cobain’s beste nummer:
I’m so happy
Cause today I found my friends
They’re in my head
I’m so ugly
But that’s ok,
’cause so are you
Dit is een middelvinger! Dit is een fuck you! Dit is een ‘gefeliciteerd klootzakken, we zijn allemaal hier in het noodlottige leven en we gaan allemaal dood aan kanker, aids of moord. En nou wat?’.
Geen vrienden, anders dan de stemmen in je hoofd. Stemmen in je hoofd zijn de beste stemmen (tot ze fluisteren dat je een jachtgeweer moet pakken, maar hey, nooit zomaar stoppen met die lithium!). Lelijk? Ik? Mooi! Jij ook! Met je beugelbek en conformismekleertjes! Wat wilde je bewijzen? Dat je ook wat voorstelt? Fuck you!
Lelijk, geen vrienden, niemand die je uitnodigt, nergens om naartoe te gaan want er is toch geen fuck te doen, de ideale stilte, comfortably numb (Roger Waters wist er daar ook al van), alleen die stemmen in het hoofd zijn niet stil te krijgen. Alhoewel…
Jullie zeggen? Een jachtgeweer? Trekker overhalen? Loop in mijn mond? En dan houden jullie voorgoed je kop?
And I swear
That I don’t have a gun
No I don’t have a gun
No I don’t have a gun
Je moet ze nooit geloven, die lithiumgebruikers. Wat ze ook zweren. Hoe lelijk ze ook zijn en hoeveel vrienden ze ook in hun hoofd hebben. (Dat ‘ie zweerde geen geweer te hebben komt overigens uit het nummer Come as you are van het album Never Mind waar ook Lithium op staat).
Vooruit, een laatste toegift, als eerbetoon aan Buddha Cobain, die ik toch wel mis, zeker na het lezen van zijn ‘Dagboeken‘:
Here we are now
Entertain us
I feel stupid and contagious
Here we are now
Entertain us
Smells Like Teen Spirit: hij had er ook niet om gevraagd. Het leven. In fucking Seattle. Maarja, hij was er nou eenmaal. Alles wat hij als beste kon was ook gewoon kut. Hij waarschuwde nog zo: kom niet in mijn buurt want ik besmet je met totale mislukking.
En uiteindelijk bleek:
Yeah, a denial
A denial
A denial
De ontkenning. Van het bestaan. Van het succes. Van alles wat van waarde was. Van goot naar troon, van vuil naar schoonheid, van verdriet naar troost, alles is een ontkenning. Bedankt en tot ziens. Het waren een paar mooie jaren, u deed uw best hem te vermaken, alles geprobeerd, maar uiteindelijk was het een klein clubje gelijkgestemden waarmee het eindigde, miezerige avond na miezerige avond.
Wie herkent het niet, zal ik maar zeggen?
Nu maar hopen dat iedereen ook kan zweren geen geweer te hebben. Ik zweer het in elk geval. Bij dezen. Just call me king of the blues. Ja, jullie zijn net zo lelijk als ik, dank je. Mag ik nu mijn lithium?