Met verfrissende eerlijkheid verklaarde de Duitse bondspresident Joachim Gauck tijdens een Tv-optreden, dat momenteel niet de elites het probleem zijn in de EU, maar de bevolkingen. Nu zou men zich met de dichter Bertold Brecht kunnen afvragen of het dan niet veel handiger zou zijn wanneer politici, die menen dat het volk hun vertrouwen niet waard is, maar een ander volk moeten kiezen. Dit ooit cynisch bedoelde statement van de Oost-Duitse bard naar aanleiding van het neerslaan van de volksopstand in de DDR in 1953 heeft een zekere actualiteitswaarde gekregen. Men zou zelfs kunnen denken dat deze woorden een verborgen richtlijn vormen voor het politieke, mediale en monetaire establishment in Europa.
Op niet mis te verstane wijze, met gebruikmaking van een ongekende keur aan scheldwoorden, intimidaties en manipulaties, maken Europese politici en hun mediale toeleveranciers duidelijk hoe zij over onwelgevallige referenda denken – en verbazen zich over de grootste politieke ruk naar rechts sinds 1945.
Het wantrouwen jegens de gevestigde orde onder aanzienlijke delen van de bevolking is groot, groter dan het partijenlandschap doet vermoeden, en ook ouder. Al op 4 mei 2002, twee dagen voor de moord op Pim Fortuyn, bekreunde Hans Daudt, éminence grise van onze politicologen, in de NRC de deerniswekkende staat van de Nederlandse democratie. Hij verklaarde dat Nederland in feite wordt bestuurd door een regentenklasse die sterk doet denken aan de Republiek sinds de 17e eeuw. Het betreft hier weliswaar een regentenstelsel met gegarandeerde grondrechten voor iedereen. Maar, aldus Daudt, laten we het niet met kreten optuigen tot iets dat het niet is: een democratie met vertegenwoordigers van het volk. Het verschil met vroeger is hooguit dat de functies niet langer erfelijk zijn en onder de adel verdeeld worden, maar nu ook onder de burgerij. Voor de rest maakt het weinig uit.
Wie een verklaring zoekt voor de spectaculaire arrogantie waarmee minister-president Rutte de hem onwelgevallige resultaten van een referendum ad acta legt (en hiermee wegkomt), vindt hierin misschien een verklaring. Elders in Europa is de situatie al niet veel beter. In Duitsland voelen niet alleen globaliseringverliezers, Pegida-aanhangers en Wutbürger zich door het politieke establishment in de steek gelaten, ook anderen, middenstanders, kleinburgers en vertegenwoordigers van de gegoede burgerij komen steeds meer in een proteststemming. Dit is niet noodzakelijkerwijs aan een economische positie verbonden. Het merendeel van de Afd-kiezers bestaat niet uit Tokkies, maar is goed opgeleid. Volgens hen heeft het politieke establishment zijn staatsdienstbaarheid opgegeven en is verworden tot de buikspreker van Brussel. Het woord Parteienfilz doet de ronde, wat zoveel betekent als een vilten laag van beroepspolitici, lobbyisten en nepotisten die de baantjes onderling verdelen en die worden bijgestaan door een ware clerus van EU-klerken.
De Italiaanse benaming voor de diepgewortelde afkeer van de politiek is partitocrazia, een aanduiding die zich niet in de laatste plaats richt tegen de corrupte heerschappij van de Democrazia Cristiana die decennia heeft geduurd. In Frankrijk is de situatie weinig anders. Ook hier is de maatschappelijke tweedeling bijna tastbaar en moeten de politieke elites het zwaar ontgelden. En het is intussen moeilijk te zeggen wat de regering in Parijs meer vreest: islamitische terreur, ontevreden migranten, het Front National of de anti-regeringsbeweging Nuit Debout.
Met een visionaire blik constateerde de Britse politicoloog en socioloog Colin Crouch al in 2000 het sluipende vertrek van egalitaire principes binnen westerse democratieën. Hij introduceerde het begrip ‘postdemocratie’ en concludeerde dat achter de façade van formeel democratische principes de politiek en de regering steeds meer terugvallen op de controle door geprivilegieerde elites op een wijze die karakteristiek is voor premoderne tijden.
Of dit nieuwe feodalisme zich mir nichts, dir nichts zal kunnen installeren valt nog te bezien. Vreedzaam zal dit proces waarschijnlijk niet verlopen. Al was het maar omdat overtuigingen gevaarlijker zijn dan leugens. Vast staat wel dat veel Europeanen inmiddels genoeg hebben van de wormstekige delicatessen die hen door de politiek worden opgedist. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zij zich van hun politici afkeren, een afkeer die steeds meer prerevolutionaire trekken vertoont.