Column

Nieuwsmedia moeten stoppen met berichten van sociale media

03-04-2014 11:15

In 1936 richtte een groep professoren, studenten, journalisten en schrijvers het Comité van Waakzaamheid op. Deze intellectuelen maakten zich zorgen om de opkomst van het nationaalsocialisme. De leden vonden het belangrijk dat de intelligentsia zich politiek engageerde en dat zij dit deden op basis van wetenschappelijke kennis. Na de oorlog wilde men een plek waar politieke en maatschappelijke vraagstukken bestudeerd konden worden. De Politiek-Sociale Faculteit van de UvA moest kennis gaan voortbrengen waarmee het nooit meer oorlog zou worden.

Barometer

Ik moest hieraan denken toen ik maandag een opiniestuk van Ton Planken las. Deze communicatieadviseur is bezorgd over de achterban van Geert Wilders en zou graag zien dat de problemen waarmee zijn kiezers worstelen worden aangepakt door het kabinet. Zijn oplossing heeft niets van doen met doorwrochten studie en/of politiek engagement. Hij zoekt het in een ‘irritatiebarometer’. Planken schrijft:

“Laat het kabinet het Sociaal en Cultureel Planbureau opdracht geven met enquêtes en analyses (snel) vast te stellen hoeveel mensen welke fenomenen onverteerbaar vinden en hen doen afkeren van de politiek, naar Wilders’ PVV doen trekken, of met grote tegenzin toch nog maar weer eens op de oude partij hebben doen stemmen. Denk niet dat we dat allemaal al perfect weten. Stel in elk geval onomstotelijk vast wat precies de maagzweer van onze democratie veroorzaakt.”

Voeling

Plankens suggestie weerspiegelt de hedendaagse obsessie met de stem des volks. We moeten weten wat de ‘gewone’ Nederlander denkt en vindt. Al geruime tijd bestaat het idee dat er een kloof is tussen burger en politiek. Daar is een kloof tussen burger en journalistiek bijgekomen. Hoogleraar Communicatiewetenschap Rens Vliegenthart schrijft hierover in zijn boek U kletst uit uw nek. Sinds de verkiezingen van 2002, waar Pim Fortuyn verraste, vinden bepaalde nieuwsorganisaties dat ze de voeling met hun lezers of kijkers verloren hebben. Om die terug te krijgen zijn journalisten op jacht gegaan naar ‘wat er leeft’. Dit heeft geresulteerd, zo betoogt Vliegenthart, in de veelvuldige inzet van voxpop en overvloedige aandacht voor opiniepeilingen.

Na ruim tien jaar kunnen we vaststellen dat dit niet geholpen heeft. Journalisten waren alsnog reuze verbaasd over wat de PVV-aanhang vindt, zo getuigen de bozige hoofdredactionele commentaren op het ‘minder’-voorval. In die zin kunnen we dus stellen dat de journalistiek faalt in de zelfbenoemde taak. Dat komt omdat al die verslagjes van de stem van zogenaamd gewone Nederlanders niets meer zijn dan goedkope vulling. Goedkoop omdat het weinig geld kost om zulke items te maken, maar ook goedkoop omdat ze geen inhoudelijke waarde hebben.

Kennis over emoties

Hoewel het brengen van een voxpop eenvoudiger is geworden dankzij sociale media, levert dit geen inzicht op over de politieke meningen van Nederlanders. Twitter als maatstaf voor publieke opinie is om meerdere redenen problematisch, die ik al eerder beschreef op deze site. Daarbij komt dat we op sociale media geconfronteerd worden met een boel ervaringen en gevoelens. Die zijn niet hetzelfde als meningen.

‘Voelen wat er leeft’ gaat blijkbaar alleen om het overbrengen van sentiment. Emotie wordt zo het tegenovergestelde van kennis, terwijl het zou moeten gaan om kennis over emoties en de relatie tussen emoties en betrokkenheid bij de publieke zaak. Dit gebrek wordt duidelijk in de verslaggeving over de doodgeschoten overvallers in Deurne. Job Hulsman beschrijft op De Nieuwe Reporter uitgebreid hoe het NOS Journaal verslag doet van reacties op Facebook zoals deze:

eric-facebook-526x217

We weten niet of de ‘lood’-reactie exemplarisch of uitzonderlijk is. We weten alleen dat hij bestaat. Voor hoofdredacteur Gelauff is dat bestaan an sich voldoende reden om de reactie voor te lezen op tv. Maar een overzicht zonder analyse en duiding is dwaas.

Het belang van experts

De mensen die beroepsmatig politieke en maatschappelijke vraagstukken bestuderen – zoals de wetenschappers van de vroegere Politiek-Sociale Faculteit – doen dat door te zoeken naar thema’s en patronen. Of het nu een kwalitatieve of een kwantitatieve analyse betreft, het gaat om systematiek. Dat vraagt enige tijd en vaardigheid, juist twee dingen die journalisten weinig hebben.

Daarnaast doen wetenschappers meer met data dan quotes lezen. Ze trekken er gevolgtrekkingen uit. Het Journaal laat het daarentegen aan de kijker om wat te maken van de reacties die hij voorgeschoteld krijgt. Om te weten wat er speelt gaat de journalist daarom beter te rade bij een wetenschapper. Graag wijs ik journalisten op het uitstekende blog Stuk Rood Vlees van UvA-politicologen dat zich expliciet ten doel stelt tegenwicht te bieden aan de overdaad aan vluchtige meningen en ongefundeerde analyses over politiek.

Tot slot: voxpop en peilingen leiden niet tot meer politieke betrokkenheid van kijkers, maar zulke berichtgeving heeft wel andere effecten. Het roept irritatie op en voedt het (onjuiste) idee dat sociale media de samenleving onbeschofter maken. Daarnaast laten kiezers zich leiden door onzuivere peilingen. De conclusie die we daaraan moeten verbinden is duidelijk: de journalistiek dient per direct te stoppen met deze manier van sentiment rapporteren, in naam der democratie.