Treinflirt

03-04-2014 14:36

Vorige week reisde ik weer eens met de trein, een kort ritje van Den Bosch naar Tilburg. Ik zat op het Bossche perron in het zonnetje toen er een lange blonde jongen met zijn haren in een staartje voorbij kwam lopen. Een opvallende verschijning, op een goede manier. Waarschijnlijk zouden anderen hem gelijk het label ‘hipster’ opplakken, maar ik twijfel nog wel eens over wat die term nu precies inhoudt. En ik word claustrofobisch van in hokjes denken.

Helaas had hij weinig oog voor mij, maar des te meer voor het meisje dat een paar meter verder op het perron stond. Krullend blond haar, een kleine wipneus, porseleinen huid en grote bruine bambi-ogen. Zij had hem niet gezien, te druk bezig met het uitkijken naar de trein. Af en toe haalde ze nonchalant haar hand door haar kapsel. Hij verloor haar geen moment uit het oog, als een leeuw die in het hoge gras een arme, nog onwetende gazelle bespiedt. Zijn zelfverzekerde houding viel me ineens op, alsof hij er al van was overtuigd dat hij haar zo binnen zou hengelen. Gebiologeerd bekeek ik het schouwspel, alsof ik onverwacht getuige was van de geheime versiertactieken van mannen.

Sukkel!

De trein naar Tilburg rolde het perron binnen en alle drie verplaatsten we ons naar de deuren van de tweede wagon. Ik vond bij binnenkomst meteen een plekje, het meisje ging in het laatste lege bankstel voor de glazen schuifdeuren zitten. De jongen, die iets verder achter haar liep, duwde de schuifdeur open. ‘Sukkel,’ dacht ik. ‘Gemiste kans’. Echter stopte hij halverwege zijn handeling, leek te aarzelen en plofte vervolgens nonchalant naast het meisje neer, alsof hij toch geen betere zitplaats meer zou vinden. Verbluft voelde ik mijn onderkaak omlaag zakken. Dat had hij vast vaker gedaan, die actie verliep té gladjes. De jager.

Gedurende de reis vroeg ik me af hoe zijn verdere versierpogingen zouden verlopen. De banken voor me blokkeerden mijn zicht, dus óf ze gaf hem momenteel rake klappen met haar handtas, óf ze waren alvast hun eerste vakantie samen aan het plannen. Enigszins spijtig bedacht ik me dat dergelijke acties nooit voor mij waren weggelegd.

Spelletje

Ik had dit nog niet gedacht of mijn oog viel op de leuke medereiziger schuin tegenover me. Hij nam me aandachtig op vanaf de andere kant van het gangpad. Betrapt wendde hij zijn blik af toen ik hem aankeek, om een paar seconden later weer terug te kijken, waarop ik wegkeek. Dit spel ging door tot we een paar minuten later station Tilburg binnenreden. Toen ik opstond, keek ik naar het potentiële stel-in-wording. Zij was verdiept in een boek, hij zat haar nog steeds te bestuderen. Zijn trotse jagershouding had inmiddels plaatsgemaakt voor een gekrenkt ego die zijn prooi had laten lopen. Hoewel ik dat een tikkeltje sneu vond, moest ik onwillekeurig toch even grinniken. Ik wierp nog een laatste blik op de leuke treinreiziger schuin tegenover me. Hij knipoogde, ik glimlachte. Geen jagers- of haantjesgedrag, maar een kleine blijk van erkenning dat je was opgevallen. Zo zou treinflirten moeten zijn.

Sylvia Kuijsten (23), studente Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University en studentredacteur bij Univers. Deze column is eerder op Univers verschenen.