Op 15 maart 2017 mag de Nederlandse kiezer weer naar de stembus voor de Tweede Kamerverkiezingen, tijd genoeg dus voor enige reflectie. We kennen de rituelen vooraf: politici en partijen die zich opzichtig profileren in sleetse verkiezingsdebatten. Gaap! Kiezers moeten maar afwachten in welke kronkels partijen zich na de verkiezingen draaien. Rutte I was een gedoogkabinet. De PVV wenste of kon geen regeringsverantwoordelijkheid dragen. Dan maar gedogen om het land aan een regering te helpen. We weten hoe het afliep: Geert trok er de gedoogstekker uit.
Dan Rutte II. De kiezers die stemden op VVD en PvdA kregen niet waarop ze gehoopt hadden: een rechts of links kabinet. Het werd een huwelijk tussen twee tegenpolen, ook nog zonder werkbare meerderheid in de Eerste Kamer. Opportunisme ten top en een schoffering van de kiezersuitslag.
Onze huidige democratie is een schijndemocratie. Een keer per vier jaar, tenminste als een kabinet de rit uitzit, mogen we een stem op een partij uitbrengen. Over de samenstelling van de kieslijst hebben wij als kiezers geen enkele zeggenschap. Het is de partijtop die ook hier de dienst uitmaakt. Over wat er na de verkiezingen gebeurt hebben we ook niets te vertellen. Regeringscoalities worden gevormd buiten de kiezer om.
Vervolgens wordt de kiezer gedurende die kabinetsperiode van vier jaar niets meer gevraagd. Ik weet niet hoe u dat ervaart, maar is dat democratie? In hoeverre worden wij als burgers nog betrokken bij wat politici zo mooi het democratische proces noemen? Die ene kiezersstem is toch niet meer dan een schaamlap voor partijpolitiek gekonkel?
De afgelopen vijftig jaar zijn de kiezers mondiger en hoger opgeleid dan ooit tevoren, maar in het huidige democratische bestel leven we nog in het midden van de negentiende eeuw. Representatieve democratie in deze vorm is een farce.
Wie goed naar het politieke landschap kijkt ziet een enorme fragmentatie. Niet alleen zijn er meer splinterpartijen, ook heeft het electoraat zich los gemaakt van de traditionele tegenstelling tussen Links en Rechts. Robuuste grote partijen met een stevig draagvlak onder de bevolking zijn er al lang niet meer. Voor wie het wil zien is die ontwikkeling de voorbode van wat een nieuw politiek stelsel zou kunnen zijn.
Politieke partijen hebben geen toekomst meer omdat ze een Fremdkörper zijn binnen de moderne samenleving. Illustratief zijn de gestaag afnemende ledentallen. Dat geldt niet alleen voor Nederland, maar voor de meeste westerse landen. Bedenk hoe de wereld de afgelopen 150 jaar veranderd is. Wetenschap en techniek hebben samenlevingen moderner en transparanter gemaakt, efficiënter ook. Maar ons politieke bestel berust nog steeds op een verkalkt systeem uit het verleden. Politieke partijen zijn fossielen.
Goed, wie kritiek levert moet ook met oplossingen komen. Hoe gaat dat nieuwe politieke stelsel eruit zien? Allereerst, u leest het goed, mogen politieke partijen geen deel meer uitmaken van ons parlementaire stelsel. Die politieke partijen kunnen zichzelf opheffen omdat ze geen functie meer hebben. De Eerste Kamer schaffen we eveneens af.
Hier dan het vijfpunten plan:
Nationale Volksraad. De Tweede Kamer wordt vervangen door een rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordiging. Per provincie worden tien afgevaardigden gekozen in de Nationale Volksraad, die 120 leden telt. Om disbalans te voorkomen wordt gekozen voor een gelijk aantal afgevaardigden per provincie.
Provinciale Kieslijst. De tien afgevaardigden per provincie worden gekozen via provinciale verkiezingen. Iedereen kan zich aanmelden voor de kieslijst die, laten we zeggen, uit 100 kandidaten bestaat. Deze kandidaten mogen geen strafblad hebben en moeten een toelatingsexamen afleggen. Dat kan makkelijk en objectief via een geavanceerd computerprogramma. Het toelatingsexamen dient als toetsing of kandidaten voldoende maatschappijkennis hebben. Wie slaagt komt op de kieslijst. Aanmelding voor de kieslijst gaat op volgorde van binnenkomst binnen een gestelde termijn. Medebepalend voor de diversiteit van de kieslijst is ook de maatschappelijke achtergrond. Vervolgens mogen de kandidaten hun eigen verkiezingscampagne voeren binnen gestelde financiële grenzen. De verkiezingen worden gedurende een aantal dagen via internet gehouden.
Regering. De gekozen Nationale Volksraad stelt de regering samen die bestaat uit gekwalificeerde professionals van buitenaf, zonder een partijverleden. Dus geen loyale partijtijgers meer die voor bewezen diensten minister of staatssecretaris mogen spelen. Tussentijds kunnen ministers en staatssecretarissen bij disfunctioneren ontslagen worden. Op gemeentelijk niveau zien we trouwens al dat wethouders van buitenaf als professionals worden ingehuurd. Zo nieuw is die gedachte dus niet.
Regeringsplan. Vervolgens gaat de aangestelde regering een regeringsplan schrijven waarbinnen objectief en proportioneel rekening gehouden wordt met de belangen van de samenleving. De Nationale Volksraad keurt het regeringsplan bij meerderheid goed, wijst het af of brengt veranderingen aan. Criteria zijn dus niet meer de vroegere partijpolitieke stokpaardjes, maar evenwichtige sociaal-economische wensen en noodzakelijkheden gevoed vanuit de samenleving. De regering legt verantwoording af aan de Volksraad.
Referendum. De neerbuigendheid waarmee de gevestigde politiek het volksreferendum benadert is ronduit stuitend. Het kenmerkt de belangen van de partijpolitiek die de burger als stoorzender ziet. In het nieuwe politieke stelsel zal voor fundamentele beslissingen het bindend volksreferendum bepalend zijn.
Tenslotte. Nederland is een modern land. Laten we internationaal het voortouw nemen en ons vermolmde politieke systeem op de schop nemen en vernieuwen. We krijgen er een dynamische eendrachtige samenleving voor terug. Weg met het politieke navelstaren en de partijbelangen die slechts een kleine minderheid dient. Laat ons als samenleving weer ademhalen en onze toekomst in eigen hand nemen.