Nederlandse Joden, moslims, christenen, veteranen, Sinti en Roma hebben de handen ineengeslagen om het ‘memorandum’ van Dodenherdenking aan te passen. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei is bezig met een toekomstvisie over het herdenken van de doden en bevrijding. Onder meer het Contactorgaan Moslims en Overheid, de Raad van Kerken in Nederland, het Centraal Joods Overleg en de Vereniging Sinti, Roma en woonwagenbewoners Nederland hebben nu een nieuw memorandum geformuleerd.
In het het voorstel worden Joden, Sinti en Roma als slachtoffers van de genocide expliciet genoemd. Ook is de zin toegevoegd: “Wij herdenken de slachtoffers, niet de daders.” De laatste keer dat het Memorandum werd gewijzigd, was in 2010. Een woordvoerder van het Nationaal Comité laat weten dat dit najaar een concept-versie van de toekomstvisie wordt verwacht. Eerder dit jaar organiseerde het Nationaal Comité ‘verkenningsbijeenkomsten‘ met historici, schrijvers, kunstenaars, wetenschappers, opiniemakers en journalisten.
In het verleden was er vaak discussie over de vraag wie er op 4 mei worden herdacht. De laatste jaren werd geopperd om ook de doden die vielen ‘aan de andere kant’ (de Duitse, Japanse) te gedenken. In 2012 was er sprake van dat een scholier op de Dam een gedicht las ter nagedachtenis van een oudoom die lid was van de SS. Na veel protest ging dat niet door.
Het memorandum uit 2010:
“Tijdens de Nationale Herdenking herdenken wij allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.”
Het nieuwe voorstel van de organisaties:
“Tijdens de Nationale Herdenking herdenken wij Nederlanders of de vluchtelingen die woonden in het Koninkrijk der Nederlanden, welke in de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord, gesneuveld en gestorven, waarbij Joden, Sinti en Roma als slachtoffers van de genocide expliciet worden genoemd. Wij herdenken de slachtoffers, niet de daders. Ook gedenken wij Nederlanders die na de Tweede Wereldoorlog het leven lieten in oorlogssituaties en bij vredesmissies.”