Ja, er werd onderzoek gedaan naar Joris Demmink. Nee, dat was niet in het kader van het Rolodex-onderzoek. Met zoveel woorden luidde de verklaring van Emile Broersma in de Utrechtse rechtbank dinsdag. Tegenwoordig is hij chef veiligheid bij het Rijksmuseum, vroeger agent die een speciaal observatieteam van de CRI leidde. Een team dat voorbereidingen trof om onderzoek te doen naar topmensen uit kringen van het Openbaar Ministerie die in verband werden gebracht met ‘betrokkenheid bij georganiseerd misbruik maken van kinderen’.
Telegraaf-verslaggever Saskia Belleman vanuit de rechtbank:
Broersma zegt dat hij niet betrokken was bij Rolodexonderzoek. #Demmink
— Saskia Belleman (@SaskiaBelleman) April 15, 2014
De toenmalig secretaris-generaal van het ministerie van Justitie was één van hen. Evenals de Officieren van Justitie Wabeke, Wooldrik en Holthuis. Maar het geheime – het Openbaar Ministerie was niet op de hoogte – onderzoek klapte. Binnen de politie-organisatie ging het nieuws over het onderzoek rond en dat kwam uiteindelijk op het bureau terecht van een politie-topman. Deze generaal Joop de Wijs lichtte vervolgens Holthuis in waarop het onderzoek werd gestaakt.
Minister van Justitie en Veiligheid Ivo Opstelten (VVD) heeft steeds volhard dat Demmink niet voorkwam in het zogenaamde Rolodex-onderzoek. In NRC Handelsblad zei oud-hoofdofficier van justitie Hans Vrakking dat Demmink wel degelijk in beeld was. Vrakking was eind jaren negentig initiatiefnemer van het onderzoek naar betrokkenheid van hooggeplaatste personen bij seksfeestjes met minderjarige jongens.
Daarmee wordt de kwestie die ook in de Tweede Kamer met argusogen wordt gevolgd een semantische exercitie: wil de Kamer weten of Demmink betrokken was bij het Rolodex-onderzoek of een ander? Opstelten heeft zich tot nu toe uitsluitend uitgelaten over het Rolodex-onderzoek. Wordt vervolgd.