Humor

Espresso met Rob Wijnberg

09-08-2011 16:00

“Nou, bedankt hè”, zegt Rob Wijnberg tegen de serveerster die lachend een espresso voor hem neerzet. “Het arme schaap heeft nog niet door dat de wereld in brand staat”, fluistert de filosoof. “En wij zijn de grootste slachtoffers, Ernest. Wij columnisten. Wij satirici.” Ik vraag hem waar hij op doelt. Rob trekt een gezicht als boven zijn columns – ogen toegeknepen, één wenkbrauw omhoog – en zegt: “De wereld is gek geworden. Zo gek dat-ie niet meer voor de gek te houden is.”

“Verklaar je nader!” Mijn stem slaat over als ik het vraag. Niet omdat ik opgewonden uitkijk naar het antwoord, maar omdat ik al twaalf kopjes espresso achter de kiezen heb. Rob deert het niets. Hij start zijn exposé.

Absurde wendingen
“De wereld holt van hype naar hype. Kijk naar de snelle duiders van NRC, die niets meer kunnen doen dan het embedden van NOS Journaals. Tijd om antwoorden te formuleren is er niet. Burgers, politici, opiniemakers, media, ze maken de gekste sprongen. Ze reageren intuïtief en irrationeel. Ze doen dat waar wij ons brood mee verdienen: ze geven de actualiteit een absurde wending.” De hoofdredacteur van NRC Next somt op: “Neem de schuldencrisis. Wie bedenkt de oplossing om meer geld te lenen? Geconfronteerd met een rechts-extremistische terrorist is er altijd wel iemand die daar de islam de schuld van weet te geven. De eerste auto in Londen is nog niet uitgebrand en de zwarte piet ligt al bij computerspelletjes, of de sociale media zijn al bijkans afgesloten. En wat ‘s avonds een geestige bedoelde tweet is, staat de volgende dag op Nu.nl (Libië steunt relschoppers Londen).”

“Ons metier is ingehaald door de realiteit, Ernest. Wij zijn profeten tegen wil en dank.”

Hij zwijgt. Veelbetekenend.

Schaamte
Dan slaat ook zijn stem over als hij zegt: “Ik durf bijna niet meer te schrijven. Mijn stuk van vandaag, ik kom niet verder dan FTSE te verhaspelen tot ‘Foetsie’ en van AEX ‘AchterafExcuses’ te maken.” Mijn drieëntwintigste espresso gaat van schrik over tafel. “Maar het was toch een allegorie, Rob”, vraag ik. “Een metafoor voor het failliet van onze samenleving. Dat las ik erin.” Rob schudt zijn hoofd. “Nee, het waren slechts een paar woordgrapjes die ik aan elkaar heb geregen. Ik schaam mij diep, maar ik kan niet meer vrijuit denken.”

“Je schaamt je voor de mensen die op de loop gaan met je grappen?” De filosoof zonder vragen zet zijn columnistengezicht weer op, buigt zich voorover en zegt: “Nee, we moeten dieper. Ik schaam me voor mezelf.”

Jeroen Weghs kan minstens 24 espresso op. Minstens.