In landen als de VS en Brazilië is een gemilitariseerde politiemacht aan de orde van de dag. Daar heeft oom agent allang het fietsje verruild voor een macho pantservoertuig met een .50 kaliber erop. Nu de sfeer in Europa wat ongezellig is de laatste tijd lijken we ook die kant op te gaan. De politie in bijvoorbeeld Frankrijk lijkt weinig raad te weten met de rondvliegende wasmachines.
Het gebrek aan controle en legitimiteit van de staat onder de bevolking in bepaalde islamitische wijken in Frankrijk vraagt om een reactie. De heersende ideologie in veel buurten in West-Europa is er eentje die de culturele kloof met de rest van de maatschappij steeds groter maakt en steeds minder de legitimiteit van de seculiere staat erkent. Vooral jammer is dat het politieke apparaat achter de feiten aan blijft hollen. Terwijl wij nog vast zitten in het denken aan terrorisme en ‘contraterreur’, denken de islamisten al lang volgens de principes van wat wij ‘insurgency’ noemen. In het Nederlands hebben we daar niet eens een woord voor.
De Nederlandse taal is helaas wat arm als het neerkomt op specifieke termen voor oorlogvoering. Best jammer, want zo kunnen we mogelijke problemen niet eens bespreken zonder het gebruik van buitenlands jargon en dan krijg je van die onzintermen als ‘politiemissies’ of ‘politionele acties’. Wellicht zijn dat opzettelijke pogingen om het politieke element eruit te halen?
Het woord ‘insurgency‘ is lastig te vertalen. ‘Opstand’ dekt de lading niet helemaal, omdat er verschillende soorten opstanden zijn en niet alle opstanden zijn insurgencies. ‘Burgeroorlogen’ zijn het vaak ook niet helemaal omdat grenzen en loyaliteiten door elkaar lopen en de vechtende partijen vaak door buitenlandse regeringen worden voorzien van wapens en andere vormen van steun (een met petrodollars of door de Turkse Diyanet gesponsorde moskee valt daar ook gewoon onder). Een guerrilla-oorlog is vaak een element ervan, maar de strijdt omhelst ook etnisch-religieuze elementen en politieke ideologie. Zo’n situatie kenmerkt zich met wat we een low intensity conflict noemen. Dat is een oorlog waarbij de overheid, op een lager pitje dan bij een gewone oorlog, militaire activiteiten onderneemt in probleemzones.
Waar we in het Nederlands wel een nieuw woord voor hebben, op basis van een paar slappe stukjes in andere couranten, is ‘Israelisering‘. Echter, de situatie in West-Europa is helemaal niet te vergelijken met Israel. Dat land is een gesloten systeem waarin de hele maatschappij is afgestemd op een situatie van permanent conflict. West-Europa is niet alleen veel groter in schaal maar ook in complexiteit en als je dezelfde dingen gaat toepassen dan komt de toch al best droevige economische groei al helemaal stil te liggen.
In Israel zijn ze best goed in interne veiligheid en het voorkomen van aanslagen maar kunnen maar beperkt presteren buiten de eigen grenzen. De operaties in Gaza en Libanon zijn voornamelijk propagandaoverwinningen voor Hamas en Hezbollah. En de enige permanente oplossing waar Israel zich aan waagt, het bouwen van nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever om daar de demografische balans in het eigen voordeel te brengen, brengt continu gezeik met zich mee en is niet eens een optie voor Europeanen die het vertikken om meer kids te maken. Daarnaast hebben Israeli’s een levenskracht en solidariteit die ver te zoeken is bij de verouderde en zeurende Europese bevolking. Het feit dat de situatie hier zo ver heeft kunnen komen is al te belachelijk voor woorden. Over die ‘Israelisering’ hoeven we ons echt niet druk te maken. Was het maar zo’n feest.
Hoe ziet de Europese insurgency er dan uit? Trek een paar lijntjes tussen de grotere steden in Frankrijk, Belgie, Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Engeland en de Scandinavische landen. Een netwerk van een soort mini-kalifaatjes die zo klein als een enkele straat kunnen zijn of zo groot als een agglomeraat met een bevolking van enkele tien- of honderdduizenden. Aangezien politie en leger (die twee worden in zo’n situatie op een gegeven moment nauwelijks te onderscheiden) niet overal tegelijk kunnen zijn en prioriteiten moet stellen, stromen mensen en goederen (vechters en wapens) constant heen en weer. De blanke middenklassen hebben voorlopig weinig te vrezen, zolang die maar uit de stad trekken. Dat zien we nu toch al een tijdlang gebeuren. De escalerende militaire situatie betekent wel dat er een hoop meer vrijheden op de schop gaan.
Een ander probleem is dat bijna niemand weet hoe je een fatsoenlijke counterinsurgency uitvoert binnen een liberale democratie zoals wij hier kennen, dat is namelijk nog nooit eerder voorgekomen. Dit soort conflicten overkomen namelijk vooral autoritaire regimes en bananenrepublieken. Die willen namelijk geen concessies doen aan minderheden omdat ze de macht niet willen delen. Dat zou zelfdestructief zijn voor een autoritair systeem.
Voor een liberale democratie is het zelfdestructief om concessies te doen aan islamisten. Geweld is dus onvermijdelijk. Geweld kan variëren in doelgerichtheid en intensiteit, en voor beiden geldt dat hoe hoger je daarmee gaat, des te hoger de risico’s voor escalerend geweld worden. De meest succesvolle methodes vragen ook een hoge mate van controle over de (ver)plaatsing en isolatie van bevolkingsgroepen, terwijl we nu juist in een wereld leven waarin migratie makkelijker is dan ooit.
De insurgent verliest bijna elk direct gevecht met de staat. Daar concurreren ze ook helemaal niet op omdat ze er de kapitaalmiddelen niet voor hebben. Hun succes hangt af van in hoeverre ze steun bij de lokale bevolking kunnen krijgen. Nu zitten de meeste moslims in Europa ook niet te wachten op een conflict. De ervaring leert echter dat als het geweld eenmaal op gang is gekomen mensen spoedig een partij kiezen of emigreren. Zelfs de meest doelgerichte toepassingen van geweld, zoals bijvoorbeeld precisiebombardementen of drone strikes, leveren burgerslachtoffers op en dat is het levensbloed voor het verzet.
Dat jihadisten een conflict in Europa proberen uit de lokken is al lang bekend. Het al-Qaeda handboek heeft daar zelfs een tijdlijn voor uitgezet. Een knap staaltje projectmanagement waar menig Nederlandse gemeente wat van kan leren. Dat het een rivaliserende club (ISIS) is die daar aan bijdraagt maakt niet zo veel uit, ze willen allebei toch hetzelfde.
Maar het probleem ligt niet alleen bij jihadisten. De Turken in Duitsland en Nederland hebben de laatste weken bewezen waar hun loyaliteit ligt en bedenk maar eens wat die gaan doen als Erdogan weer iets geks bedenkt en de banden met de NAVO en EU doorbreekt. Conflict wordt een zekerheid wanneer bevolkingen uit elkaar groeien maar meer politieke macht opeisen binnen een territorium dat door een enkele staat wordt bestuurd.
Toch is er goed nieuws: Nederland staat een stuk sterker tegenover interne conflicten dan Frankrijk. Op wat gezeik hier en daar na is het hier namelijk prima om allochtoon te zijn. Ook de islamisten hebben inmiddels geleerd dat je die baard beter thuis kan laten en een mooi pak moet aandoen volgens het Turkse AKP-model. Staat lekker geïntegreerd en dat vinden Nederlanders mooi.
Minder goed nieuws: Als de banlieues militaire operatie-zones worden, waar trekken de getroffen inwoners dan naar toe, en wat brengen ze met zich mee?