We zijn ontevreden over het bedrijfsleven en wantrouwen de politiek, en daardoor worden we actief voor de samenleving. Mensen nemen het heft in eigen hand en beginnen stadstuinen, buurtleeszalen, energiecoöperaties en buurtzorg. Dat stelt de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI), een adviesorgaan van de overheid, in een woensdag verschenen rapport.
Burgers zijn ontevreden over ,”de vergaande invloed van grote bedrijven in het leven van individuen” en voelen “een afnemend vertrouwen in de overheid”, zeggen de onderzoekers.
Die onvrede is volgens de raad veroorzaakt door privatiseringen. Sinds de jaren 80 heeft de overheid veel taken afgestoten. Staatsbedrijven werden verzelfstandigd en de markt moest het overnemen. Organisaties als woningcorporaties en zorginstellingen werden groter en groter en groter. Daardoor zijn ze “losgeraakt van hun achterban”. Mensen voelen geen band meer met de instellingen.
Nu zitten we met “een log bouwwerk van grote, professionele, geprivatiseerde of verzelfstandigde organisaties die op hun terrein de dienst uitmaken”. En dat terwijl Nederland vroeger veel “kleine, vaak met hun doelgroep verbonden en lokaal ingebedde organisaties” had, aldus de raad.
De nieuwe burgerinitiatieven profiteren van het internet. Mensen kunnen daarmee sneller een groter publiek bereiken en daardoor kunnen maatschappelijke initiatieven een grotere impact hebben.
Maar dat initiatief gaat niet altijd zoals de overheid het wil, op het moment dat de overheid het wil. Het is niet zo dat burgers automatisch bezuinigingen opvangen door te doen wat de overheid niet meer doet. “Een terugtredende overheid is niet automatisch een naar voren tredende samenleving.”
Anp